Vrijdag en dus tijd voor de spelregelvraag van de week. Het antwoord op de vraag van vorige week moest B zijn: regel 9, pagina 42, onder punt 1. Omdat de bal bij een tegenstander terecht kwam moet de scheidsrechter een scheidsrechtersbal toekennen. Deze scheidsrechtersbal wordt zo gegeven, dat deze weer terecht komt bij de ploeg die de bal het laatst raakte en ook op de plaats waar de speler de bal het laatst raakte, voordat deze tegen de scheidsrechter aan kwam. De tegenpartij moet op tenminste vier meter afstand blijven bij de uitvoering van de scheidsrechtersbal.
Nieuwsgierig naar eerdere vragen en antwoorden? Klik hier.
Spelregelvraag van de Week (24 januari 2020)
Welke twee antwoorden zijn correct bij een strafschopserie?
A. De scheidsrechter moet de strafschoppenserie staken als een team minder dan zeven spelers heeft.
B. Een geblesseerde speler mag worden vervangen.
C. Als alle spelers een strafschop genomen hebben en er is nog geen beslissing, dan moet de eerste speler een tweede strafschop nemen enzovoorts.
D. Het team dat de toss wint kiest of ze de eerste of de tweede strafschop willen nemen.
E. Een speler die in aanmerking komt om deel te nemen aan de strafschoppenserie, mag met zijn doelverdediger van plaats wisselen.
Wat is volgens jou het juiste antwoord?