Tijd voor de nieuwe spelregelvraag van de week. Het antwoord op de vorige vraag had B moeten zijn: Hier wordt de “truc” van het omzeilen van de regel van doelbewust toespelen van de bal met de voet naar de doelverdediger toegepast. Dit wordt als onsportief gedrag beschouwd en de speler die deze truc toepast dient hiervoor de gele kaart te worden getoond. Als spelhervatting geldt een indirecte vrije schop op de plaats waar de speler deze truc uitvoerde.
Wil je eerdere vragen + antwoorden teruglezen? Klik hier.
Doe je ook mee aan het Johan Roeders spelregelkampioenschap? Maak nu ronde 1!
De doelverdediger stopt, staande op de doellijn tussen de palen, al vallend een schot van een aanvaller. Het schot is echter zo hard, dat de bal van zijn borst stuit. Op ongeveer 2 meter afstand staat een verdediger. Deze stopt de bal met de voet, waarna de doelverdediger de bal weer snel oppakt. Wat beslist de scheidsrechter?
A. Scheidsrechter laat gewoon doorspelen.
B. Scheidsrechter onderbreekt het spel en geeft indirecte vrije schop aan de aanvallende partij.
C. Scheidsrechter onderbreekt het spel, geeft indirecte vrije schop aan de aanvallende partij en toont de verdediger, die de bal voor de keeper stopte, de gele kaart.
D. Scheidsrechter onderbreekt het spel en geeft de aanvallende partij een strafschop wegens het ontnemen van een duidelijke scoringskans.
Laat onderstaand het volgens jou juiste antwoord weten!