Vrijdag en ook in juni verzorgt Klaas Smith dan een spelregelvraag van de week! Het antwoord op de laatste vraag van mei had A moeten zijn: Er zou een scheidsrechtersbal moeten worden toegekend als er direct een doelrijpe kans zou ontstaan, er een doelpunt gescoord zou worden of de bal bij de tegenstander terecht zou zijn gekomen. Nu er geen aanleiding is om een scheidsrechtersbal toe te kennen, is er sprake van het twee keer spelen van de bal met de hand door de doelverdediger (binnen het strafschopgebied). Hiervoor moet een indirecte vrije schop worden toegekend op de plaats waar de doelverdediger de bal voor de tweede keer met de hand speelde. Dit is waar hij hem opraapte.
Nieuwsgierig naar eerdere vragen en antwoorden? Klik hier.
Spelregelvraag van de Week (5 juni 2020)
Ai, een toeschouwer op het veld! En hij houdt de bal tegen om zo een goal te voorkomen. De bal gaat nu rakelings langs het doel om zo achter de achterlijn te geraken. Pffff, wat moet je nu doen?
A. Je kiest voor een indirecte vrije schop die vanaf elk willekeurig punt binnen het doelgebied genomen mag worden.
B. Het wordt gewoon een doelschop, de verdedigende partij heeft de bal immers niet geraakt.
C. Dat wordt een indirecte vrije schop op de plaats waar de toeschouwer de bal raakte.
D. Je geeft een scheidsrechtersbal.
Wat is het juiste antwoord?