Tijd voor alweer de 353e spelregelvraag van de week op deze site. Het antwoord op de vraag van vorige week had C moeten zijn: De scheidsrechtersbal is correct genomen op het moment dat deze de grond raakt. De bal wordt daarop doelbewust richting de eigen doelverdediger gespeeld, die de bal vervolgens met de hand aanraakt en over zijn doel slaat. Het aanraken van de bal, die doelbewust wordt toegespeeld naar de doelman, die de bal vervolgens met zijn hand(en) aanraakt, wordt bestraft met een indirecte vrije schop op de lijn van het doelgebied, die evenwijdig loopt aan de doellijn, het dichtst bij de plaats waar de doelman de bal aanraakte. De doelman kan binnen zijn strafschopgebied door de bal te raken met zijn hand(en) nooit wegens het voorkomen van een doelpunt met rood worden bestraft.
Wil je alle eerdere wekelijkse spelregelvragen (en de antwoorden) teruglezen? Klik dan hier.
Spelregelvraag van de week (28 april 2017):
Tijdens het spel wisselt een speler vrijwillig (dus zonder opdracht van de scheidsrechter) zijn schoenen binnen het speelveld, omdat hij steeds uitglijdt op het gladde veld. Net als hij zijn nieuwe schoenen aan heeft, ontvangt hij de bal van een medespeler en staat daarmee aan de basis van een succesvolle aanval. Wat zal de scheidsrechter nu beslissen?
A. Hij laat doorspelen, hierover staat niets in de spelregels
B. Hij laat doorspelen, maar zal bij de eerstvolgende onderbreking de schoenen controleren
C. Hij fluit af, controleert de schoenen en laat hervatten met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij
D. Hij fluit af, stuurt de speler naar de zijlijn en laat hervatten met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij. Bij de eerstvolgende onderbreking controleert hij dan de schoenen
Wat is het juiste antwoord? Laat het met een reactie op dit bericht weten!