Ook op goede vrijdag 25 maart is er een nieuwe spelregelvraag van de week. Maar eerst het antwoord op de vraag van vorige week. Dat had B moeten zijn: Voor het onderbreken van een veelbelovende aanval moet de verdediger van B worden bestraft met het tonen van een gele kaart. Op hetzelfde moment maakt de aanvaller van partij A een slaande beweging naar speler B, waardoor de scheidsrechter hem de rode kaart moet tonen. Hier worden dus twee overtredingen gelijktijdig gemaakt door spelers van verschillende teams. De spelhervatting is daarom een scheidsrechtersbal.

Wil je alle eerdere wekelijkse spelregelvragen (en de antwoorden) teruglezen? Klik dan hier.

Spelregelvraag van de week (25 maart 2016):

Een aanvaller schiet op doel. De doelverdediger stopt de bal en deze rolt naar een medespeler. Deze speelt de bal terug naar zijn doelverdediger toe door te gaan liggen en de over de grond rollende bal terug te koppen. Hoe zal de scheidsrechter moeten handelen?

A. hij laat doorspelen, want het toespelen gebeurde niet met de voet

B. hij fluit af en kent een indirecte vrije schop toe op de plaats waar de doelman de bal op pakt

C. hij fluit af en kent een indirecte vrije schop toe op de plaats waar de medespeler de bal terugkopte en deze krijgt geel wegens het omzeilen van de spelregel

D. hij fluit af en geeft een indirecte vrije schop tegen de doelverdediger voor het oppakken van een toespeelbal en geeft de doelman geel voor onsportief gedrag

Wat is volgens jou het juiste antwoord? Laat het onderstaand d.m.v. een reactie weten!