Tijd voor een nieuwe spelregelvraag van de week, maar eerst het antwoord op de vraag van vorige week. Dat had C moeten zijn: Als een verdediger de overtreding heeft begaan, dan wordt het spel hervat met een strafschop vanaf de strafschopstip, maar werd de overtreding begaan door de aanvaller, dan zal het spel hervat moeten worden met een vrije schop vanaf elk willekeurig punt gelegen binnen het doelgebied.
Wil je alle eerdere wekelijkse spelregelvragen (en de antwoorden) teruglezen? Klik dan hier.
Spelregelvraag van de week (20 mei 2016):
De scheidsrechter geeft een teken dat een hoekschop kan worden genomen. Er staan twee medespelers bij de bal. Speler A probeert de tegenpartij te misleiden door de bal even met de voet aan te tikken. De bal beweegt, maar gaat daarbij niet uit het hoekschopgebied. Medespeler B loopt nu vervolgens snel met de bal aan de voet richting doel van tegenpartij en scoort. Wat moet de scheidsrechter beslissen?
A. Hij keurt het doelpunt af, omdat de bal niet uit het hoekschopgebied ging toen speler A de bal het tikje gaf en hij laat de hoekschop overnemen.
B. Hij keurt het doelpunt af, toont beide spelers een gele kaart wegens misleiding en hervat het spel met een scheidsrechtersbal bij het hoekschopgebied.
C. Hij keurt het doelpunt af, toont speler A de gele kaart wegens misleiding en laat de hoekschop overnemen.
D. Hij keurt het doelpunt goed en hervat met aftrap na geldig doelpunt.
Wat is volgens jou het juiste antwoord? Laat het onderstaand d.m.v. een reactie weten!