Tijd voor de eerste spelregelvraag van de week van de maand december. Maar eerst het antwoord op de vraag van vorige week, dat had A moeten zijn: zie regel 12, pagina 49, tweede stipje. Als een speler zich schuldig maakt aan een overtreding ten opzichte van een medespeler, wisselspeler, gewisselde speler, teamofficial of wedstrijdofficial, binnen het speelveld en de bal is in het spel, dan volgt er een directe vrije schop of strafschop.
Wil je alle eerdere wekelijkse spelregelvragen (en de antwoorden) teruglezen? Klik dan hier.
Maak nu ook ronde 2 + 3 van het Johan Roeders spelregelkampioenschap 2016-2017!
Spelregelvraag van de week (2 december 2016):
Een speler van partij A schiet de bal op het doel van de tegenpartij. Op dat moment staat een medespeler van hem buitenspel, maar volgens de scheidsrechter niet strafbaar. Hij laat dan ook doorspelen. De ingeschoten bal wordt echter tegen de doellat geschoten en komt dan voor de voeten van deze buitenspel staande medespeler terecht, die geen moeite heeft alsnog te scoren. Wat moet de scheidsrechter hier beslissen?
A. Hij keurt het doelpunt goed en laat hervatten met een aftrap na geldig doelpunt.
B. Hij geeft een indirecte vrije schop wegens buitenspel op de plaats waar de buitenspel staande speler de terug-stuitende bal in het doel schoot.
C. Hij geeft een indirecte vrije schop wegens buitenspel op de plaats waar de medespeler stond voordat de bal tegen de lat werd geschoten.
Wat is volgens jou het juiste antwoord? Laat het iedereen onderstaand d.m.v. een reactie weten!