Tijd voor een nieuwe spelregelvraag van de week. Maar eerst het antwoord op de vraag van vorige week. Dat had D moeten zijn: De aanvaller die in de netruimte ligt, ligt dus buiten het speelveld als hij iets tegen de doelverdediger roept en omdat de overtreding buiten het speelveld wordt gemaakt is de spelhervatting een scheidsrechtersbal. Een scheidsrechtersbal wordt dan altijd genomen op de lijn van het doelgebied, die evenwijdig loopt aan de doellijn, zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding.
Wil je alle eerdere wekelijkse spelregelvragen (en de antwoorden) teruglezen? Klik dan hier.
Spelregelvraag van de week (18 maart 2016):
Op het moment dat een aanvaller van partij A vlak bij de zijlijn een verdediger van B wil passeren, met een redelijk vrij veld voor zich, wordt hij even vastgepakt aan zijn kleding door deze speler. Gelijktijdig maakt de aanvaller een slaande beweging, door zijn elleboog tegen het hoofd van de verdediger te drukken. De scheidsrechter, die dicht in de buurt was, ziet dit gebeuren en onderbreekt hiervoor het spel. Wat zal de beslissing van de scheidsrechter moeten zijn?
A. Hij toont de aanvaller de rode kaart, de verdediger de gele kaart en hervat met een directe vrije schop voor de verdediger.
B. Hij toont de aanvaller de rode kaart, de verdediger een gele kaart en hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was op het moment van onderbreken.
C. Hij toont beide spelers een gele kaart en hervat het spel met een directe vrije schop voor de verdediger, omdat de aanvaller de zwaarste overtreding maakte.
D. Hij toont beide spelers een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal.
Wat is volgens jou het juiste antwoord? Laat het onderstaand d.m.v. een reactie weten!