Tijd voor  een nieuwe spelregelvraag van de week, nummer 308 alweer. Maar eerst het antwoord op de vraag van vorige week. Dat had A moeten zijn:  zie schema pagina 41 aanvullende instructies, onder 3b. Als de bal in het spel is en een speler gebruikt grove of beledigende taal of gebruikt een scheldwoord en/of maakt dergelijke gebaren tegen een persoon buiten het speelveld (toeschouwer), dan moet de overtreder worden weggestuurd door het tonen van een rode kaart en dient het spel te worden hervat met een indirecte vrije schop op de plaats van de overtreding.

Wil je alle eerdere wekelijkse spelregelvragen (en de antwoorden) teruglezen? Klik dan hier.

Spelregelvraag van de week (17 juni 2016):

Een aanvaller staat duidelijk in buitenspelpositie, terwijl een medespeler op doel wil schieten. Het schot mislukt en dreigt meters naast het doel over de doellijn te gaan. Omdat zijn partij achter staat wil de doelverdediger de bal in het spel houden en probeert de bal te vangen. De bal glipt echter uit zijn handen en komt voor de voeten van de buitenspel staande aanvaller terecht, die direct scoort. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Hij keurt het doelpunt af en hervat het spel met een indirecte vrije schop voor de verdedigende partij op de plaats waar de aanvaller stond toen hij de bal ontving.

B. Hij keurt het doelpunt af en laat het spel hervatten met een doelschop.

C. Hij keurt het doelpunt af en hervat het spel met een indirecte vrije schop voor de verdedigende partij op de plaats waar de aanvaller stond toen zijn medespeler op doel schoot.

D. Hij keurt het doelpunt goed en laat het spel hervatten met een aftrap na een geldig doelpunt.

Wat is volgens jou het juiste antwoord? Laat het onderstaand d.m.v. een reactie weten!