Tijd voor een nieuwe spelregelvraag van de week. De 350e achtereenvolgende weekvraag. waarvoor hulde en grote dank aan Klaas Smith! Het antwoord op de vraag van vorige week had A moeten zijn: Als een speler toestemming heeft gekregen van de scheidsrechter om het speelveld te verlaten, moet hij zich onthouden van spelactiviteiten. Doet hij dit niet, dan maakt hij zich schuldig aan spelbederf/onsportief gedrag, waarvoor de scheidsrechter het spel dient te onderbreken. De overtreder dient hiervoor de gele kaart getoond te worden, terwijl de spelhervatting in een dergelijk geval een indirecte vrije schop is, en wel op de plaats waar de speler zich schuldig maakte aan spelbederf (dus waar hij de bal speelde).
Wil je alle eerdere wekelijkse spelregelvragen (en de antwoorden) teruglezen? Klik dan hier.
Spelregelvraag van de week (7 april 2017):
Partij A mag voor het doel van partij B een indirecte vrije schop nemen. De nemer van partij A schiet de bal hard op doel van partij B. Een verdediger van partij B, die in het doel op de doellijn staat, probeert de bal uit het doel te koppen. Hij raakt de bal wel, maar deze verdwijnt toch in het doel. De spelers van partij B protesteren nu direct bij de scheidsrechter, omdat deze zijn arm voor de indirecte vrije trap niet omhoog had gestoken. De scheidsrechter geeft toe dat hij dat vergeten was. Wat nu?
A. De scheidsrechter keurt het doelpunt af en laat de indirecte vrije trap overnemen
B. De scheidsrechter keurt het doelpunt goed en laat hervatten met aftrap na geldig doelpunt
C. De scheidsrechter keurt het doelpunt af en hervat met een scheidsrechtersbal
D. De scheidsrechter keurt het doelpunt goed en laat hervatten met een aftrap na geldig doelpunt. Hij meldt het voorval bij de bond.