Ook op vrijdag de 13e gewoon een nieuwe spelregelvraag van de week. Het antwoord op de vorige vraag had B moeten zijn:  Zie regel 9, pagina 42. Als de bal een wedstrijdofficial raakt en op het speelveld blijft, en het team geen veelbelovende aanval kan starten, de bal niet direct in het doel gaat of als het andere team niet in balbezit komt, dan is de spelhervatting altijd een scheidsrechtersbal op de plaats waar de official wordt geraakt. 

Nieuwsgierig naar alle eerdere vragen + antwoorden teruglezen? Klik hier.

Nieuwsgierig naar de spelregelwijzigingen per 1 juni 2019? Klik hier!

Spelregelvraag van de week (13 september 2019):

Als een speler op het doel van de tegenstander schiet, raakt de bal een medespeler die in de baan van het schot stond. Deze speler heeft zijn handen in een natuurlijke houding naast zijn lichaam en maakt geen bewuste actie naar de bal. Wat moet de scheidsrechter beslissen als de bal vervolgens in het doel gaat?

A. Aftrap na geldig doelpunt. Deze manier van hands is niet met opzet en dus niet strafbaar.

B. Directe vrije schop voor de verdedigende partij. Ondanks dat dit niet bewust is, wordt er wel direct gescoord en dat maakt het strafbaar.

C. Directe vrije schop voor de verdedigende partij en een gele kaart voor de speler die hands maakt. Ondanks dat dit niet bewust is, wordt er wel direct gescoord en dat maakt het strafbaar.

D. Directe vrije schop voor de verdedigende partij en een rode kaart voor de speler die hands maakt. Ondanks dat dit niet bewust is, wordt er wel direct gescoord en dat maakt het strafbaar.

Wat is het juiste antwoord? Laat het als reactie op dit bericht weten!