Johan Roeders spelregelkampioenschap 2016-2017

Op deze pagina kun je alle vragen en antwoorden + toelichting vinden van de in 2016-2017 gespeelde ronden.

Ronde 1 (juli 2016)

1. Een speler binnen het speelveld spuwt naar de assistent-scheidsrechter . Wat beslist de scheidsrechter als de bal op dat moment in het spel is ?
A. Hij toont de speler een rode kaart en hervat met een indirecte vrije schop.
B. Hij toont de speler een rode kaart en hervat met een scheidsrechtersbal.
C. Hij toont de speler een rode kaart en hervat met een directe vrije schop
D. Hij toont de speler een gele kaart en hervat met een indirecte vrije schop.

Het juiste antwoord is C

Toelichting: Regel 12, pagina 48. Een speler, wisselspeler of gewisselde speler wordt van het speelveld gezonden als hij een tegenstander of een ander persoon bespuwt.

2. Een speler heeft tijdens het spel een uitgewisselde speler, die zich binnen het speelveld bevindt, een klap gegeven. Wat beslist de scheidsrechter als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?
A. Hij toont deze speler een rode kaart en hervat het spel met een directe vrije schop of strafschop.
B. Hij toont deze speler een gele kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal.
C. Hij toont deze speler een rode kaart en hervat met een indirecte vrije schop
D. Hij toont deze speler een rode kaart en hervat met een scheidsrechtersbal.

Het juiste antwoord is A

Toelichting: Regel 12, blz. 49 onder punt 4. Als de bal in het spel is en de overtreding gebeurt binnen het speelveld tegenover een gewisselde speler, dan geldt als spelhervatting een directe vrije schop of strafschop ( afhankelijk van de plaats van de overtreding).

3. Een aanvaller verliest aan de rand van het strafschopgebied in een duel zijn schoen, maar hij blijft in het bezit van de bal en kan nog een paar meter doorlopen. Dan wordt hij door een andere verdediger aangevallen, maar hij wint dat duel en scoort onmiddellijk hierna. Wat vindt de scheidsrechter hiervan?
A. De scheidsrechter keurt het doelpunt goed en laat hervatten met een aftrap na een geldig doelpunt.
B. De scheidsrechter keurt het doelpunt af en laat hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de aanvaller stond toen hij zijn schoen verloor.
C. De scheidsrechter keurt het doelpunt af en laat hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was op het moment van onderbreken. Omdat de bal toen al in het doel lag derhalve op een willekeurig punt binnen het doelgebied.
D. De scheidsrechter keurt het doelpunt af en laat hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de aanvaller stond toen hij scoorde.

Het juiste antwoord is A.  

Toelichting: Regel 4, blz. 19. Een speler die zijn schoen verliest dit zo spoedig mogelijk herstellen en niet later dan de eerstvolgende keer, dat de bal uit het spel gaat.

4. Bij het nemen van een strafschop wordt de doelverdediger enigszins misleid omdat de nemer de bal achterwaarts speelt naar een medespeler, die de bal vervolgens op doel schiet. Wat beslist de scheidsrechter als deze speler de bal in het doel schiet?
A. Hij laat de strafschop overnemen.
B. Hij laat de strafschop overnemen en toont de nemer een gele kaart wegens onsportief gedrag.
C. Hij keurt het doelpunt af en kent een indirecte vrije schop toe aan de tegenpartij.
D. Hij keurt het doelpunt goed en beslist tot aftrap na geldig doelpunt.

Het juiste antwoord is C

Toelichting :Regel 14, blz. 55 Als bij een strafschop in achterwaartse richting wordt gespeeld , wordt het spel onderbroken en is de hervatting een indirecte vrije schop voor de tegenpartij.

5. Na afloop van de speeltijd van een bekerwedstrijd moet een strafschoppenserie de beslissing brengen, welke ploeg winnaar wordt. Wie bepaalt op welk doel de strafschoppenserie wordt gehouden?
A. De scheidsrechter.
B. De thuisspelende ploeg
C. De uitspelende ploeg
D. Hiervoor wordt getosst.

Het juiste antwoord is D.

Toelichting: Regel 10 blz. 39 onderaan. De scheidsrechter tosst om te bepalen op welk doel de strafschoppen bij een strafschoppenserie zal worden gehouden. Daarna wordt nog weer getosst en het team dat die toss wint kiest of ze eerste strafschop of tweede strafschop willen nemen.

Ronde 2

1. Een aanvaller van partij A maakt binnen het strafschopgebied van partij B hands. Een verdediger van partij B speelt de bal nu uit de toegekende vrije schop richting de zijlijn naar een medespeler. Doordat de verdediger de bal niet goed raakt, verdwijnt de bal binnen het strafschopgebied over de doellijn. De bal is daarbij buiten het strafschopgebied geweest. Wat beslist de scheidsrechter?

A. Hij laat de vrije schop overnemen.

B. Hij kent een hoekschop toe.

C. Hij kent een doelschop toe.

D. Hij kent een doelpunt of hoekschop toe.

Het juiste antwoord is B

Toelichting: De bal is in het spel zodra deze uit de vrije schop buiten het strafschopgebied en binnen  het speelveld is gebracht. Daarna gaat de bal binnen het strafschopgebied over de doellijn, getrapt door de verdediger. De spelhervatting is hierdoor dus een hoekschop.

2. Een toeschouwer probeert binnen het doelgebied de bal tegen te houden, die in het doel dreigt te gaan. Hij raakt de bal, maar deze verdwijnt toch in het doel. Wat is de spelhervatting?

A. Een aftrap na geldig doelpunt.

B. Een doelschop.

C. Een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal geraakt werd.

D. Een scheidsrechtersbal.

Het juiste antwoord is A

Toelichting:  Wanneer het raken van de bal geen invloed heeft op de voortgang van het spel en dus spelers niet gehinderd worden, is het doelpunt geldig en is de spelhervatting aftrap na geldig doelpunt.

3. Bij het nemen van een strafschop wordt de doelverdediger in de war gebracht doordat op het moment van schieten van de bal een andere aanvaller plotseling hard schreeuwt. Wat beslist de scheidsrechter, indien de bal in het doel gaat?

A. Hij keurt het doelpunt af en hervat met een directe vrije schop tegen de schreeuwende aanvaller.

B. Hij laat de strafschop overnemen en toont de schreeuwende aanvaller een gele kaart.

C. Hij keurt het doelpunt af, hervat met een indirecte vrije schop tegen de schreeuwende aanvaller en toont deze de gele kaart.

D. Hij laat hervatten met een aftrap na geldig doelpunt.

Het juiste antwoord is B

Toelichting:  blz 55 spelregels veldvoetbal. Als de nemer of een ploeggenoot een overtreding maakt en de bal verdwijnt in het doel, dan dient de strafschop te worden overgenomen. Voor het onbehoorlijke bedrag dient de schreeuwende speler een waarschuwing te krijgen door het tonen van een gele kaart.

4. Tijdens het spel begaat een aanvaller een overtreding binnen het speelveld tegen een assistent-scheidsrechter. Hoe zal het spel hervat worden nadat de scheidsrechter het spel heeft onderbroken en de aanvaller een rode kaart heeft getoond?

A. Hij laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats van de overtreding.

B. Hij laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

C. Hij laat het spel hervatten met een directe vrije schop op de plaats van de overtreding.

D. Hij laat het spel hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

Het juiste antwoord is C

Toelichting: blz. 49 onder 4, Spelregels Veldvoetbal. Als de bal in het spel is en een speler begaat een overtreding binnen het speelveld tegen een wedstrijdofficial, dan is de spelhervatting een directe vrije schop of strafschop.

5. Een wisselspeler loopt van de spelersbank het speelveld in. In zijn eigen strafschopgebied trapt hij een tegenstander. De scheidsrechter heeft het trappen van de twaalfde speler zien gebeuren. Hoe reageert hij?

A. Hij onderbreekt het spel, zendt de wisselspeler van het speelveld en hervat met een scheidsrechtersbal.

B. Hij onderbreekt het spel, zendt de wisselspeler van het speelveld en hervat met een indirecte vrije schop.

C. Hij onderbreekt het spel, zendt de wisselspeler van het speelveld en hervat met een strafschop.

D. Hij onderbreekt het spel, geeft de wisselspeler een waarschuwing en hervat met een strafschop.

Het juiste antwoord is C

Toelichting: blz. 16 onder 7 spelregels veldvoetbal. Wanneer de scheidsrechter het spel onderbreekt vanwege het ingrijpen van een wisselspeler, moet hij het spel hervatten met een directe vrije schop of strafschop. Omdat het hier gebeurt binnen zijn eigen strafschopgebied is de spelhervatting een strafschop.

Ronde 3

1. Een toeschouwer probeert binnen het doelgebied de bal tegen te houden, die in het doel dreigt te gaan. Hij raakt de bal, maar deze verdwijnt toch in het doel. Wat is de spelhervatting?

A. Een aftrap na geldig doelpunt.

B. Een doelschop.

C. Een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal geraakt werd.

D. Een scheidsrechtersbal.

Het juiste antwoord is A

Toelichting: Wanneer het raken van de bal geen invloed heeft op de voortgang van het spel en dus spelers niet gehinderd worden, is het doelpunt geldig en is de spelhervatting aftrap na geldig doelpunt.

2. Een wedstrijd moet worden verlengd met een strafschoppenserie. Wat is er bepaald omtrent de toss?

A. De winnaar van de toss begint met het nemen van de eerste strafschop.

B. De winnaar van de toss begint met het „ontvangen‟ van de eerste strafschop.

C. De winnaar van de eerste toss mag kiezen of zijn ploeg de eerste of tweede strafschop neemt.

D. De winnaar van de eerste toss mag kiezen op welk doel de strafschoppen worden genomen.

Het juiste antwoord is D

Toelichting: blz. 39 onderaan. Spelregels Veldvoetbal. Tenzij er andere overwegingen zijn (b.v. toestand van het veld, veiligheid) tosst de scheidsrechter om te bepalen op welk doel de strafschoppen genomen zullen worden. Daarna  wordt er weer getosst door te scheidsrechter en het team dat die toss wint, kiest of ze de eerste of de tweede strafschop willen nemen.

3. De scheidsrechter geeft een teken dat een hoekschop kan worden genomen. Er staan twee medespelers bij de bal. Speler A probeert de tegenpartij te misleiden door even de voet op de bal te zetten. De bal beweegt, maar gaat daarbij niet uit het hoekschopgebied. Medespeler B loopt vervolgens snel met de bal aan de voet richting doel en scoort. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Hij kent het doelpunt toe.

B. Hij keurt het doelpunt af omdat de bal niet duidelijk bewoog toen speler A met de voet op de bal stond en laat de hoekschop overnemen.

C. Hij keurt het doelpunt af omdat de bal niet uit het hoekschopgebied ging toen speler A de bal het tikje gaf en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij vanuit het hoekschopgebied.

D. Hij keurt het doelpunt af, toont beide spelers een gele kaart wegens misleiding en hervat het spel met een scheidsrechtersbal bij het hoekschopgebied.

Het juiste antwoord is B

Toelichting: blz. 62 spelregels veldvoetbal. Bij een hoekschop is de bal in het spel, wanneer deze is getrapt en duidelijk beweegt. Dat is in deze situatie dus niet het geval. Scheidsrechter moet de hoekschop dus laten overnemen. De bal moet worden getrapt en duidelijk bewegen. De bal hoeft niet eens het hoekschopgebied te verlaten.

4. Bij het wegkoppen van een hoge voorzet komen twee verdedigers van team A ter hoogte van de strafschopstip met de hoofden tegen elkaar en blijven op de grond liggen. De scheidsrechter fluit onmiddellijk af en staat verzorging toe in het speelveld. Hoe moet de scheidsrechter het spel voortzetten als de spelers na behandeling weer verder kunnen?

A. Hij stuurt beide spelers tijdelijk naar de kant en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken. Op een teken van de scheidsrechter mogen de spelers hierna weer terug in het speelveld.

B. Hij stuurt beide spelers tijdelijk naar de kant en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de spelers met de hoofden tegen elkaar kwamen. Op een teken van de scheidsrechter mogen de spelers hierna weer terug in het speelveld.

C. De spelers mogen op het speelveld blijven en de scheidsrechter hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

D. De spelers mogen op het speelveld blijven en de scheidsrechter hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de spelers met de hoofden tegen elkaar kwamen.

Het juiste antwoord is C

Toelichting: blz. 23  bovenaan Spelregels Veldvoetbal. Als spelers van hetzelfde team met elkaar in botsing komen en onmiddellijke verzorging nodig hebben, behoeven deze spelers na de blessurebehandeling het veld niet te verlaten. De spelhervatting is een scheidsrechtersbal.

5. Zonder het fluitsignaal van de scheidsrechter af te wachten, neemt een speler een strafschop en de bal wordt door de doelverdediger tot hoekschop verwerkt. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Hij laat de strafschop overnemen.

B. Hij kent een hoekschop toe.

C. Hij laat het team van de doelverdediger een indirecte vrije schop nemen vanaf de strafschopstip.

D. Hij toont de speler een gele kaart en laat het team van de doelverdediger een indirecte vrije schop nemen vanaf de strafschopstip.

Het juiste antwoord is D

Toelichting: blz. 55 Spelregels Veldvoetbal. Een strafschop mag pas worden genomen, nadat de spelers hun posities hebben ingenomen overeenkomstig de regels en de scheidsrechter geeft een fluitsignaal, dan pas mag de strafschop worden genomen. Als de strafschopnemer dus een overtreding maakt en de bal gaat niet in het doel, onderbreekt de S. het spel en hervat met een indirecte vrije schop.

Ronde 4

1. Terwijl de bal nabij de middenlijn in het spel is gooit een speler, die binnen het speelveld staat, een scheenbeschermer met kracht naar een wisselspeler van de tegenpartij die op de reservebank zit. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Hij fluit af, toont de speler een gele kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij vanaf de plaats waar de speler gooide.

B. Hij fluit af, toont de speler een gele kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal vanaf de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

C. Hij fluit af, toont de speler een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal vanaf de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

D. Hij fluit af, toont de speler een rode kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij vanaf de plaats waar bal was toen het spel werd onderbroken.

Het juiste antwoord is D

Toelichting: blz. 49 Spelregels Veldvoetbal . Het spel wordt hervat met een indirecte vrije schop als een speler van binnen het speelveld een voorwerp gooit naar enig persoon buiten het speelveld.

2. Tijdens een luchtduel raken zowel een aanvaller als de doelman van de tegenpartij geblesseerd na een botsing. Er is geen overtreding begaan, maar de scheidsrechter fluit af en staat verzorging toe op het speelveld. Hoe moet de scheidsrechter handelen als de verzorging heeft plaatsgevonden?

A. Hij laat de aanvaller buiten het speelveld wachten op een teken om het speelveld weer te betreden nadat het spel weer met een scheidsrechtersbal is hervat op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

B. Hij laat de aanvaller buiten het speelveld wachten op een teken om het speelveld weer te betreden nadat het spel weer met een scheidsrechtersbal is hervat op de plaats van de botsing.

C. Hij hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

D. Hij hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats van de botsing.

Het juiste antwoord is C

Toelichting: blz. 23 Spelregels Veldvoetbal Als een doelverdediger en een veldspeler met elkaar in botsing komen en onmiddellijke verzorging nodig hebben, hoeven deze betrokkenen het speelveld niet te verlaten om buiten het speelveld verder te worden behandeld.   Omdat er geen overtreding is gemaakt, zal de scheidsrechter na de onderbreking het spel hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

3. Bij een hoekschop wordt de bal hoog voor het doel, buiten het doelgebied, geplaatst. De rechterspits springt op om de bal te koppen. Ook de doelverdediger wil de bal wegstompen. Bij de hieruit voortvloeiende onopzettelijke botsing raakt de doelverdediger uit balans en de bal verdwijnt in het doel. De scheidsrechter moet nu:

 A. De hoekschop laten overnemen.

B. Een doelpunt toekennen.

C. Directe vrije schop tegen de rechterspits toekennen.

D. Indirecte vrije schop tegen de rechterspits toekennen

Het juiste antwoord is B

Toelichting:  Omdat de doelman de bal nog niet in zijn bezit heeft en de botsing onopzettelijk is, is er geen sprake van een overtreding, waardoor de enige juiste beslissing is aftrap na geldig doelpunt.

4. Een trainer komt nabij de middenlijn het speelveld in en beledigt op een grove wijze de scheidsrechter. De scheidsrechter onderbreekt het spel. Hoe moet hij nu verder handelen?

A. De scheidsrechter stuurt de trainer naar de reservebank terug en hervat met een scheidsrechtersbal.

B. De scheidsrechter stuurt de trainer van het veld en hervat met een directe vrije schop.

C. De scheidsrechter stuurt de trainer van het veld door het tonen van de rode kaart en hervat met een scheidsrechtersbal.

D. De scheidsrechter stuurt de trainer van het veld door het tonen van de rode kaart en hervat met een indirecte vrije schop.

Het juiste antwoord is B

Toelichting: blz. 16 onder 7 Spelregels Veldvoetbal. Wanneer de scheidsrechter het spel onderbreekt vanwege het ingrijpen door een teamofficial (en dat is ook de trainer), moet het spel worden hervat met een directe vrije schop.

5. Een wisselspeler loopt zich tijdens de wedstrijd nabij de zijlijn warm. Plotseling ziet hij de bal, nadat de scheidsrechter heeft gefloten voor een handsbal, het veld uitrollen. Om nu te voorkomen dat de vrije schop snel genomen kan worden, trapt hij de bal nog verder weg het veld uit. Hoe zal de scheidsrechter nu handelen?

A. Hij toont de wisselspeler de gele kaart en hervat het spel met een directe vrije schop wegens hands.

B. Hij vermaant de wisselspeler hervat het spel met een directe vrije schop wegens hands.

C. Hij hervat het spel met een directe vrije schop wegens hands

D. Hij toont de wisselspeler de rode kaart en hervat het spel met een directe vrije schop wegens hands.

Het juiste antwoord is A

Toelichting: blz. 48 Spelregels Veldvoetbal. Een wisselspeler die de uitvoering van een spelhervatting vertraagt, dient een waarschuwing te ontvangen door het tonen van een gele kaart. Het spel was onderbroken voor een handsbal. De spelhervatting hiervoor is een directe vrije schop.

Ronde 5

1. Bij een schot op doel dreigt de bal hoog in het verlaten doel van partij A te gaan omdat de doelverdediger enkele meters voor zijn doel op de grond ligt. Een wisselspeler van partij A, die in de buurt van het doel aan het warmlopen is, ziet het gevaar, loopt het doelgebied in en kopt de bal over het doel. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Een hoekschop toekennen en de wisselspeler een gele kaart tonen.

B. Een hoekschop toekennen en de wisselspeler een rode kaart tonen.

C. De wisselspeler een gele kaart tonen en het spel laten hervatten met een strafschop.

D. De wisselspeler een gele kaart tonen en het spel hervatten met een scheidsrechtersbal op de lijn van het doelgebied evenwijdig aan de doellijn, het dichtst gelegen bij de plaats van de overtreding.

Het juiste antwoord is C

Toelichting: blz.16 onder 7, Spelregels Veldvoetbal. Wanneer de scheidsrechter het spel onderbreekt vanwege ingrijpen door o.a. een wisselspeler, dan moet hij het spel hervatten met een directe vrije schop of strafschop. Voor het zonder toestemming betreden van het speelveld dient betrokkene de gele kaart te worden getoond.

2. De nemer van de strafschop onderbreekt zijn aanloop vlak voor de bal. Vervolgens loopt hij door en schiet de bal naar het doel. Deze wordt door de doelverdediger gestopt, maar komt echter terecht bij een andere aanvaller, die de bal alsnog in het doel schiet. Hoe reageert de scheidsrechter?

A. Hij keurt het doelpunt goed; deze vorm van misleiden is niet strafbaar.

B. Hij keurt het doelpunt goed, want het werd gescoord door een andere speler dan de nemer van de strafschop.

C. Hij keurt het doelpunt af, geeft de nemer een waarschuwing door het tonen van de gele kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop tegen de aanvaller (op de plaats van de misleiding).

D. Hij keurt het doelpunt af en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop tegen de aanvaller.

Het juiste antwoord is A

Toelichting: blz 55 onder 2 Spelregels Veldvoetbal. Een schijnbeweging maken bij het trappen van de bal nadat de aanloop is afgerond, is niet toegestaan. Omdat hier na zijn onderbreken nog eerst weer wordt doorgelopen, wordt geen overtreding gemaakt en het daarna door een andere speler gescoorde doelpunt kan dus in stand blijven.

3. Welke van de volgende overtredingen, begaan door een speler tijdens het spel, moet bestraft worden met een indirecte vrije schop?

A. Een speler die binnen het speelveld een toeschouwer een trap geeft die het speelveld in is gelopen.

B. Een speler die van buiten het speelveld een bidon in het gezicht van een tegenstander gooit die binnen het speelveld staat.

C. Een speler die door een spelsituatie buiten het speelveld is gekomen en daar een tegenstander een trap geeft.

D. Een speler die vanuit het speelveld een beledigend gebaar maakt naar een toeschouwer die op de tribune is.

Het juiste antwoord is D

Toelichting: blz. 49 onder 2. Een indirecte vrije schop wordt toegekend indien een speler een andere overtreding begaat, niet elders genoemd in de spelregels, waarvoor het spel wordt onderbroken om een speler te waarschuwen of van het speelveld te zenden. De eerste 3 genoemde overtredingen zijn wel benoemd met een daarbij behorende spelhervatting. a = scheidsrechtersbal    b= directe vrije schop en c = directe vrije schop.

4. Tijdens het spel, in de buurt van de middenlijn en ongeveer een meter binnen het speelveld, krijgt een speler een paar andere voetbalschoenen toegeworpen van de materiaalman van zijn team. De speler wisselt op die plaats van schoenen, zet de gewisselde schoenen over de zijlijn en speelt weer verder.  Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Doorspelen.

B. Doorspelen en bij de eerstvolgende onderbreking het schoeisel controleren.

C. Affluiten, de speler een gele kaart tonen, het schoeisel controleren en het spel laten hervatten met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

D. Affluiten, de speler een gele kaart tonen, het schoeisel controleren en het spel hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

Het juiste antwoord is B

Toelichting: blz. 19 Spelregels Veldvoetbal. Een speler, die zijn uitrusting niet in orde heeft, moet dit zo spoedig mogelijk herstellen en niet later dan de eerstvolgende keer dat de bal uit het spel is. Omdat de uitrusting ook vooraf wordt gecontroleerd, dient ook het nieuwe schoeisel te worden gecontroleerd.

5. Een aanvaller geeft de doelverdediger een schouderduw op het moment dat deze één voet van de grond heeft. De doelverdediger valt daardoor met bal en al in het doel. Wat beslist de scheidsrechter?

 A. Een indirecte vrije schop voor de doelverdediger.

B. Een geldig doelpunt.

C. Een indirecte vrije schop voor de doelverdediger plus een waarschuwing voor de aanvaller door het tonen van de gele kaart.

D. Een directe vrije schop voor de doelverdediger, want deze mag niet worden aangevallen (of geduwd?)  als hij de bal in zijn bezit heeft.

Het juiste antwoord is D

Toelichting: blz. 46 onder 2, halverwege de pagina, Spelregels Veldvoetbal. Een doelverdediger mag niet worden aangevallen door een tegenstander als hij de bal met zijn handen in bezit heeft. De term : “doelverdediger valt met bal en al in het doel” wil dus zeggen dat hij de bal al in bezit heeft.

Ronde 6

1. Tijdens het uitvoeren van een scheidsrechtersbal in het strafschopgebied trapt een verdediger een aanvaller net buiten het strafschopgebied. Op dat moment heeft de bal wel de grond geraakt, maar geen van de spelers heeft de bal al gespeeld of aangeraakt. Wat moet de scheidsrechter nu beslissen?

A. De trappende speler wordt van het speelveld gezonden door het tonen van de rode kaart en het spel wordt hervat met een indirecte vrije schop voor de aanvallende partij net buiten het strafschopgebied.

B. De trappende speler wordt van het speelveld gezonden door het tonen van de rode kaart en het spel wordt hervat met een strafschop.

C. De trappende speler wordt van het speelveld gezonden door het tonen van de rode kaart en de scheidsrechtersbal wordt opnieuw uitgevoerd omdat de bal nog niet in het spel was.

D. De trappende speler wordt van het speelveld gezonden door het tonen van de rode kaart en het spel wordt hervat met een directe vrije schop voor de aanvallende partij net buiten het strafschopgebied.

Het juiste antwoord is D

Toelichting: De bal was in het spel. De verdediger maakt de overtreding juist buiten het strafschopgebied.  De overtreding (het trappen van een tegenstander) geeft als spelhervatting een directe vrije schop. De persoonlijke straf  voor het trappen van een tegenstander is het tonen van de rode kaart.

2. Op het moment dat aanvaller A op het doel schiet, staat een medespeler van A aan de rechterkant van het doel en binnen het speelveld buitenspel. De scheidsrechter is van oordeel dat de medespeler op dat moment niet actief bij het spel betrokken is. Het schot wordt door de doelverdediger gekeerd maar komt bij genoemde medespeler terecht en die trapt de bal vervolgens in het doel. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Hij keurt het doelpunt goed.

B. Hij keurt het doelpunt af en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij op de plaats waar de medespeler de bal ontving.

C. Hij keurt het doelpunt af en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij op de plaats waar de buitenspel staande speler de bal in het doel trapte.

D. Hij keurt het doelpunt af en laat het spel hervatten met een doelschop.

Het juiste antwoord is C

Toelichting: Bij de beoordeling van al dan niet strafbaar buitenspel , gaat het in dit geval om alsnog voordeel trekken uit eerdere buitenspelpositie.   Het alsnog voordeel trekken uit je eerdere buitenspelpositie, doe je op het moment dat de val in het doel wordt getrapt. Toch is men in spelregelland het er nog niet helemaal over eens of het aannemen van de bal al niet leidt tot strafbaar buitenspel (antwoord B). Een en ander is door de spelregelcommissie van de KNVB voorgelegd aan de IFAB. Bij onze spelregelwedstrijd is ook antwoord B als correct meegenomen.

3. Terwijl de bal nabij de strafschopstip in het spel is gooit een speler, die binnen het speelveld staat, een scheenbeschermer met kracht naar een wisselspeler van de tegenpartij die op de reservebank zit. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Hij fluit af, toont de speler een gele kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij vanaf de plaats waar de speler gooide.

B. Hij fluit af, toont de speler een gele kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal vanaf de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

C. Hij fluit af, toont de speler een rode kaart en hervat het spel met een strafschop

D. Hij fluit af, toont de speler een rode kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij vanaf de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

Het juiste antwoord is D

Toelichting: De speler die de overtreding begaat staat binnen het speelveld. De tegenstander (de wisselspeler) staat buiten het speelveld. Bij deze overtreding is de spelhervatting een indirecte vrije schop.  Deze indirecte vrije schop dient te worden genomen op de plaats waar de bal was, toen de scheidsrechter het spel onderbrak. Daarnaast dient de overtreder van het speelveld te worden gezonden door het tonen van de rode kaart.

4. Een doelverdediger, staande binnen zijn eigen strafschopgebied maar buiten het doelgebied, slaat de bal die door een medespeler doelbewust met de voet is teruggespeeld, met de hand in het eigen doel. Wat beslist de scheidsrechter?

A. Hij kent een indirecte vrije schop toe aan de aanvallende partij op de plaats waar de doelverdediger de bal raakte.

B. Hij kent een doelpunt toe.

C. Hij kent een hoekschop toe.

D. Hij kent een doelschop toe.

Het juiste antwoord is B

Toelichting: Weliswaar is hier sprake van het doelbewust toespelen van de bal door een medespeler, hetgeen normaal gesproken een indirecte vrije schop zou betekenen, maar door hier de “voordeelregel” toe te passen kan het spel worden hervat met aftrap na geldig doelpunt.

5. Na het missen van een doelrijpe scoringskans trekt een speler van partij A uit schaamte zijn shirt over zijn hoofd. De bal gaat een halve meter over het doel. Het zichtbare ondershirt is geheel blanco en vertoont geen reclame. Wat moet de scheidsrechter nu beslissen?

A. Hij besluit tot doelschop, maar vermaant de speler dit niet meer te doen.

B. Hij besluit tot doelschop, maar toont de speler een gele kaart.

C. Hij besluit tot doelschop en doet verder niets.

D. Hij onderbreekt het spel en hervat met een indirecte vrije schop op de plaats waar de speler stond toen hij zijn shirt over zijn over zijn hoofd trok.

Het juiste antwoord is C

Toelichting: Na het scoren van een doelpunt, waarbij het shirt wordt uitgetrokken of over het hoofd wordt getrokken, dient dit te worden gestraft met het tonen van een gele kaart. Dat is hier dus niet aan de orde en daar er verder ook geen overtredingen worden gemaakt, wordt een doelschop toegekend en verder geen persoonlijke straffen.