Spelregelvragen van de week in 2014

De spelregelvraag van 3 januari 2014:
Een speler van het aanvallende team geeft een verre voorzet richting een medeaanvaller. Deze neemt net in het strafschopgebied de bal aan. Een paar seconden daarna komt een verdediger wild inspringen. Met een te hoog geheven knie raakt hij zijn tegenstander fors in de rug. Hij overschrijdt met deze sprong de meer dan noodzakelijke inspanning en daarbij neemt hij tevens het risico zijn tegenstander te blesseren. Wat zal de scheidsrechter beslissen?

a. S kent een strafschop toe en toont de overtreder een rode kaart voor het op buitensporige wijze springen naar de tegenstander

b. S fluit af en geeft een indirecte vrije schop voor het spelen op gevaarlijke wijze.

c. S kent een directe vrije schop toe voor het aanvallen met een te hoog geheven been, waarbij hij zijn tegenstander raakt.

d. S geeft een strafschop en toont de overtreder een gele kaart voor het onbesuisd aanvallen van zijn tegenstander.

Het antwoord op de eerste vraag van 2014 had A moeten zijn: de overtreding die hier gemaakt wordt is springen op of naar een tegenstander en dient derhalve te worden bestraft met een strafschop. De overtreding gebeurde immers binnen het strafschopgebied. De aard van de overtreding moet gelet op de tekst worden aangemerkt als buitensporig en derhalve is de persoonlijke straf de rode kaart.

De spelregelvraag van 10 januari 2014:
Een aanvaller brengt de bal hoog in het strafschopgebied van zijn tegenstander. De bal gaat in de richting van een aanvaller, die in een duidelijke buitenspelsituatie staat. De bal gaat echter hoog over hem heen en komt bij een teamgenoot terecht die niet buitenspel stond. Vervolgens kopt deze de bal terug naar de eerder in buitenspel staande aanvaller, die dan scoort. Wat gaat de scheidsrechter beslissen?

a. scheidsrechter kent het doelpunt toe, want op het moment van spelen stond de doelpuntenmaker niet strafbaar buitenspel. Hij beïnvloedde het spel van de doelverdediger en/of andere verdedigers niet.

b. hij keurt het doelpunt af, want op het moment van spelen stond hij wel degelijk buitenspel. Hij stond toch in de baan van het schot.

c. hij keurt het doelpunt af, want op het moment dat zijn teamgenoot de bal naar hem terugkopt, trekt hij voordeel uit zijn buitenspelsituatie.

d. scheidsrechter keurt het doelpunt af, want de speler staat wel in het gezichtsveld van de doelverdediger en is dus wel degelijk actief betrokken

Het antwoord had A moeten zijn: de bal gaat richting de buitenspel staande aanvaller, die echter op dat moment niet meedoet en de tegenstander ook niet in diens spel beïnvloedt. een niet buitenspel staande ploeggenoot neemt de bal aan en kopt de bal terug naar de eerder niet strafbaar buitenspel staande ploeggenoot. Dan is er sprake van een nieuwe situatie en toen stond betrokken speler dus niet strafbaar buitenspel. Geldig doelpunt derhalve.

De spelregelvraag van 17 januari 2014:
Ploeg A bouwt vanuit het eigen strafschopgebied een aanval op. Speler B van deze ploeg speelt de bal op een gegeven moment met een flinke trap richting de speelhelft van ploeg B. Op dat moment staat de midvoor van ploeg A wel 10 meter achter de voorlaatste verdediger van ploeg B. De voorlaatste verdediger ziet de verre bal op zich afkomen en met een hoge sprong weet hij de bal achterover te koppen richting zijn eigen doelverdediger. De midvoor pikt de bal op en weet zo te scoren. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

De S. keurt het doelpunt af wegens buitenspel en kent een indirecte vrije schop toe.

b. De S. keurt het doelpunt goed, omdat hier geen sprake is van strafbaar buitenspel.

c. De S. keurt het doelpunt af wegens buitenspel, kent een indirecte vrije schop toe en toont de midvoor een gele kaart wegens onsportief gedrag.

d. De S. fluit al af op het moment dat de bal in de richting van de buitenspel staande midvoor wordt gespeeld en hervat met een indirecte vrije schop.

Het antwoord op de vraag van 17 januari had B moeten zijn: de verdediger maakt een bewuste actie om de bal te spelen en het doet er dan niet toe of de bal goed of niet goed wordt geraakt en in dit geval dus bij de buitenspel staande speler terecht komt. De bal komt hier dus duidelijk van de tegenstander en er is dus geen sprake van strafbaar buitenspel.

De spelregelvraag van 24 januari 2014:
De bal bevindt zich op het middenveld als de scheidsrechter het spel onderbreekt om een speler een waarschuwing te geven wegens het zonder toestemming betreden van het speelveld na een blessurebehandeling. Hoe en waar wordt nu het spel hervat?

A. Met een indirecte vrije schop op de zij- of doellijn

B. Met een indirecte vrije schop op de zijlijn

C. Met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel onderbroken werd

D. Met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel onderbroken werd

Het antwoord had C moeten zijn: zie pagina 19 Spelregels Veldvoetbal. De scheidsrechter hoeft het spel niet direct te onderbreken wanneer de speler niet ingrijpt in het spel of wanneer de voordeelregel kan worden toegepast. Maar als de scheidsrechter het spel heeft onderbroken, dan dient het te worden hervat met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken. Als persoonlijke straf zou betrokkene een gele kaart getoond moeten worden.

De spelregelvraag van 31 januari 2014:
Een speler loopt het speelveld af richting dug-out, waar hij een wisselspeler recht in het gezicht spuwt. Wat beslist de scheidsrechter als op dat moment de bal in het spel is?

A. Hij zendt de spuwende speler weg door het tonen van de rode kaart en geeft een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

B. Hij geeft de spuwende speler een waarschuwing en geeft een scheidsrechtersbal

C. Hij toont de spuwende speler de rode kaart en geeft een directe vrije schop aan de tegenpartij

D. Hij toont de spuwende speler de rode kaart en geeft een indirecte vrije schop aan de tegenpartij op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

Het antwoord is D: zie pagina 79 van Spelregels Veldvoetbal, onderaan de pagina. De speler gaat het speelveld verlaten om de overtreding te maken ten opzichte van de wisselspeler in de dug-out. In dat geval moet het spel hervat worden met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken. Was de speler al buiten het speelveld en zou an de overtreding maken, dan is de spelhervatting een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

De spelregelvraag van 7 februari 2014:
Een speler van partij A, die in balbezit is, wacht met het verder spelen van de bal omdat hij ziet dat een tegenstander geblesseerd op de grond ligt. De scheidsrechter fluit af en laat verzorging toe. Het spel wordt daarna hervat met een scheidsrechtersbal waaraan alleen een speler van partij B deelneemt. Deze speler trapt de bal uit de scheidsrechtersbal in de richting van het doel van de tegenpartij, maar door onoplettendheid van de doelverdediger verdwijnt de bal rechtstreeks in het doel. Wat moet de beslissing van de scheidsrechter zijn?

A. De scheidsrechter kent een doelpunt toe.

B. De scheidsrechter kent een doelschop toe.

C. De scheidsrechter kent een hoekschop toe.

D. De scheidsrechter neemt de scheidsrechtersbal over.

Het antwoord op de vraag had B moeten zijn: zie pagina 23 van de aanvullende instructies werkgroep spelregels (juni 2013). Uit een scheidsrechtersbal kun je sinds de laatste spelregelwijziging niet meer rechtstreeks scoren. Scoor je rechtstreeks in het doel van de tegenpartij, dan is de spelhervatting een doelschop.

De spelregelvraag van 14 februari 2014:
De scheidsrechter geeft toestemming om een spelerswisseling toe te staan. Hoe dient deze spelerswissel plaats te vinden?

A. De speler die vervangen wordt hoeft het speelveld niet ter hoogte van de middenlijn te verlaten; de wisselspeler moet het speelveld ter hoogte van de middenlijn betreden

B. De speler die vervangen wordt en de wisselspeler moeten het speelveld ter hoogte van de middenlijn verlaten en betreden

C. De speler die vervangen wordt moet het speelveld verlaten bij zijn dug-out en de wisselspeler moet het speelveld ter hoogte van de middenlijn betreden

D. De speler die vervangen wordt moet het speelveld verlaten bij de dichtst bijzijnde zijlijn of doellijn en de wisselspeler moet het speelveld ter hoogte van de middenlijn betreden

Het antwoord had A moeten zijn: zie pagina 15/16 van de handleiding spelregels voetbal. De speler die het speelveld gaat verlaten mag dat op iedere plaats doen, doch voor de inkomende wisselspeler geldt slechts één plaats en dat is ter hoogte van de middenlijn en ook alleen maar tijdens een onderbreking van de wedstrijd.

De spelregelvraag van 21 februari 2014:
Terwijl de bal in het spel is, begaan twee spelers van verschillende teams tegelijkertijd een overtreding in de middencirkel. De speler van team A duwt een tegenstander en de speler van team B trapt op hetzelfde moment te hoog naar de bal, zonder daarbij de tegenstander te raken. Wat moet de scheidsrechter beslissen als hij van mening is dat er geen disciplinaire straf hoeft te worden toegepast?

A. Hij laat doorspelen

B. Hij fluit af en hervat het spel met een scheidsrechtersbal

C. Hij fluit af en laat het spel hervatten met een directe vrije schop voor team B wegens duwen van partij A, omdat dat de zwaarste overtreding is

D. Hij fluit af en hervat het spel met een indirecte vrije schop voor team A, omdat het de lichtste overtreding is

Het antwoord had B moeten zijn: zie pagina 30 van de handleiding spelregels voetbal. Bij overtredingen begaan door spelers van verschillende teams dient het spel te worden onderbroken en daarna te worden hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter het spel onderbrak.

De spelregelvraag van 28 februari 2014:
Een speler besluit om een vrije schop heel snel te nemen naar een medespeler, maar een tegenstander – die zich op minder dan 9.15 meter van de bal bevindt, onderschept de snel genomen bal. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Hij fluit af en laat de vrije schop overnemen

B. Hij fluit af, geeft de tegenstander een vermaning en laat de vrije schop overnemen

C. Hij fluit af, geeft de tegenstander een gele kaart en geeft een indirecte vrije schop op de plaats waar de tegenstander de bal raakte

D. Hij laat gewoon doorspelen

Het antwoord had D moeten zijn: zie pagina 85 van de handleiding spelregels voetbal. Als een speler besluit om een vrije schop snel te nemen en een tegenstander, die zich op minder dan 9.15 meter van de bal bevindt, onderschept de bal, dan moet de scheidsrechter het spel gewoon door laten gaan.

De spelregelvraag van 7 maart 2014:
Een verdediger schiet een directe vrije schop van buiten het strafschopgebied veel te hard terug op zijn eigen doelverdediger, die de bal volledig mist. De bal komt tegen de doelpaal en wordt nu binnen het strafschopgebied door de nemer naast het doel geschoten, waarbij een toelopende aanvaller een duidelijke scoringskans wordt ontnomen. Wat zal de scheidsrechter nu moet beslissen?

A. De scheidsrechter fluit af, hervat het spel met een indirecte vrije schop en toont de verdediger een gele kaart wegens het twee keer spelen van de bal

B. De scheidsrechter fluit af. De verdediger wordt door zijn actie van het veld gestuurd door het tonen van de rode kaart wegens het ontnemen van een duidelijke scoringskans. Het spel wordt hervat met een indirecte vrije schop op de plaats waar de verdediger de bal voor de tweede maal speelde

C. De scheidsrechter fluit af en hervat het spel met een indirecte vrije schop, zonder daarbij een persoonlijke straf te geven

D. De scheidsrechter fluit af en hervat het spel met een hoekschop

Het juiste antwoord is B: zie pagina 70 en 72 van de handleiding spelregels voetbal. De verdediger maakt zich hier schuldig aan het tweemaal spelen van de bal, zonder dat een andere speler de bal heeft gespeeld of geraakt. De straf hiervoor is een indirecte vrije schop voor de tegenpartij, op de plaats waar de verdediger de bal voor de tweede maal speelde. Was dat binnen het doelgebied, dan wordt de indirecte vrije schop genomen op de lange lijn van het doelgebied, zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding. Door deze overtreding ontneemt hij de tegenstander een duidelijke scoringskans, waarvoor geldt dat genoemde verdediger van het speelveld gezonden dient te worden door het tonen van een rode kaart.

De spelregelvraag van 14 maart 2014:
Op het moment dat een aanvaller van partij A vlak bij de zijlijn een verdediger van B wil passeren met, een redelijk vrij veld voor zich, wordt hij even vastgepakt aan zijn kleding door deze speler. Gelijktijdig maakt de aanvaller een slaande beweging, door zijn elleboog tegen het hoofd van de verdediger te drukken. De scheidsrechter, die dicht in de buurt was, ziet dit gebeuren en onderbreekt hiervoor het spel. Wat zal de beslissing van de scheidsrechter moeten zijn?

A. Hij toont de aanvaller de rode kaart, de verdediger de gele kaart en hervat met een directe vrije schop voor de verdediger.

B. Hij toont de aanvaller de rode kaart, de verdediger een gele kaart en hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was op het moment van onderbreken.

C. Hij toont beide spelers een gele kaart en hervat het spel met een directe vrije schop voor de verdediger, omdat de aanvaller de zwaarste overtreding maakte.

D. Hij toont beide spelers een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal.

Het antwoord op de vraag had B moeten zijn: zie pagina 30 van de handleiding spelregels voetbal. Wanneer er gelijktijdig twee overtredingen worden gemaakt door spelers van verschillende partijen, dan is de spelhervatting een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken. De aanvaller dient de rode kaart te worden getoond voor de elleboogstoot en de verdediger dient met geel te worden bestraft omdat een veelbelovende aanval wordt onderbroken.

De spelregelvraag van 21 maart 2014:
Bij een inworp voor partij A laat de inwerpende speler zich voorover vallen en duwt daarbij de bal hardhandig in het gezicht van een verdediger van partij B, die zich binnen het speelveld bevindt op minder dan 2 meter van de zijlijn. Wat zal de beslissing van de scheidsrechter moeten zijn?

A. Hij stuurt de inwerpende speler van het speelveld door het tonen van de rode kaart en geeft de inworp aan de tegenpartij

B. Hij stuurt de inwerpende speler van het speelveld door het tonen van de rode kaart en geeft dezelfde partij nogmaals de inworp

C. Hij stuurt de inwerpende speler van het speelveld door het tonen van de rode kaart en een gele kaart aan de niet op afstand staande speler van partij B en hervat het spel met een inworp voor dezelfde partij

D. Hij stuurt de inwerpende speler van het speelveld door het tonen van de rode kaart en een gele kaart aan de niet op afstand staande speler en hervat met een directe vrije schop op de plaats waar de speler stond toen hij de bal in het gezicht geduwd kreeg

Het antwoord had C moeten zijn: zie pagina 90 van de handleiding spelregels voetbal. Omdat de bal nog niet in het spel was op moment van contact maken, kan geen spelstraf worden gegeven, maar alleen een persoonlijke straf. de bal is bij een inworp pas in het spel als de bal op correcte wijze wordt ingegooid en in dit geval had de inwerper de bal nog in zijn handen. De persoonlijke straf is rood voor de speler van partij A voor de geweldadige actie en geel voor de niet op afstand staande speler van partij B.

De spelregelvraag van 28 maart 2014:
De doelverdediger van team A slaat een tegenstander van team B in het gezicht, hetgeen de scheidsrechter ontgaat. Het gebeurt ter hoogte van de strafschopstip van partij A. De scheidsrechter ziet pas het vlagsignaal van de assistent-scheidsrechter, als hij heeft gefloten voor een handsbal ergens op het middenveld. Hoe reageert de scheidsrechter als hij van de assistent-scheidsrechter heeft gehoord wat er is voorgevallen?

A. Hij toont de doelverdediger een rode kaart en hervat het spel met een directe vrije schop op de plaats op het middenveld waar de handsbal werd gemaakt.

B. Hij toont de doelverdediger een rode kaart en hervat met een indirecte vrije schop tegen team A op de plaats waar de doelverdediger sloeg.

C. Hij toont de doelverdediger een rode kaart en hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de doelverdediger sloeg.

D. Hij toont de doelverdediger een rode kaart en hervat met een strafschop tegen team A.

Het antwoord is D: zie pagina 26 van de handleiding spelregels voetbal. De scheidsrechter kan niet meer op zijn beslissing terugkomen als het spel inmiddels is hervat of er voor het einde van de wedstrijd is gefloten. In dit geval kan hij dus nog wel op zijn beslissing terugkomen en de enige juiste beslissing is hier dan ook een strafschop tegen team A en een rode kaart voor de doelverdediger voor het slaan van de tegenstander.

De spelregelvraag van 4 april 2014:
Tijdens het spel slaat een verdediger (niet de doelverdediger) met zijn hand de bal uit het doel. Hij raakte hierbij de bal achter de doellijn, op het moment dat de bal nog niet in zijn geheel het doelvlak had gepasseerd. Wat zal de scheidsrechter moeten beslissen?

A. Hij onderbreekt het spel en stuurt de verdediger van het speelveld door het tonen van een rode kaart. Hierna hervat hij het spel met een strafschop voor de aanvallende partij

B. Hij onderbreekt het spel en stuurt de verdediger van het speelveld door het tonen van een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal

C. Hij onderbreekt het spel en stuurt de verdediger van het speelveld door het tonen van een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop voor de aanvallende partij

D. Hij laat gewoon doorspelen, want de bal werd geraakt buiten het speelveld

Het antwoord had A moeten zijn: De bal is pas uit het spel op het moment dat deze de lijn volledig is gepasseerd. Hier wordt de bal welliswaar aangeraakt achter de doellijn, doch op dat moment is de bal dus nog in het spel. Hier wordt dus hands gemaakt, waarvoor de spelhervatting een strafschop is. Omdat hier ook nog een duidelijke scoringskans wordt ontnomen, wordt de verdediger van het speelveld gezonden.

De spelregelvraag van 11 april 2014:
Een aanvaller wil snel een hoekschop nemen, en bij de correct genomen hoekschop trapt hij de bal op een correcte wijze tegen een daar in de buurt staande verdediger aan, om vervolgens de bal weer in bezit te krijgen. Wat zal de scheidsrechter beslissen als de bal daarna via een verre trap in het doel verdwijnt?

A. Omdat de bal niet op de juiste plaats lag tijdens het nemen van de hoekschop zal deze moeten worden overgenomen

B. De scheidsrechter zal een indirecte vrije schop toekennen aan de verdedigende partij, omdat de bal niet op de juiste plaats lag tijdens het nemen van de hoekschop

C. Omdat de verdediger nog niet bij het 9.15 m-lijntje stond, zal de scheidsrechter de hoekschop over laten nemen

D. De scheidrechter zal laten hervatten met een aftrap na geldig doelpunt.

Het antwoord op de vraag had D moeten zijn: zie pagina 96 Spelregels voetbal. Als een speler, tijdens het correct nemen van een hoekschop, de bal met opzet tegen een tegenstander trapt om de bal nogmaals te kunnen spelen, zonder dit te doen op een onvoorzichtige of onbesuisde wijze of gepaard gaan met buitensporige inzet, dan moet de scheidsrechter het spel door laten gaan en is het aldus gescoorde doelpunt dus geldig.

De spelregelvraag van 18 april 2014:
Omdat de doelverdediger kwaad is op een aanvaller, die hem onheus zou hebben bejegend, gooit hij de bal tijdens het spel vanuit zijn eigen strafschopgebied, met opzet hard in het gezicht van die aanvaller, die op dat moment wel een meter buiten het speelveld naast het doel staat. Wat zal de scheidsrechter moeten beslissen?

A. hij stuurt de doelverdediger van het speelveld door het tonen van de rode kaart en hervat met een strafschop

B. hij stuurt de doelverdediger van het speelveld door het tonen van de rode kaart en hervat met een indirecte vrije schop

C. hij stuurt de doelverdediger van het speelveld door het tonen van de rode kaart en hervat met een hoekschop

D. hij geeft de doelverdediger een waarschuwing door het tonen van de gele kaart en hervat met een strafschop

Het antwoord had B moeten zijn: zie pagina 39 van de aanvullende instructies van de werkgroep spelregels. Het gaat om het gooien van een voorwerp vanuit het speelveld naar een speler die er buiten staat.

De spelregelvraag van 25 april 2014:
De bal is over de zijlijn. Partij A mag de hoekschop nemen, maar wil eerst een wisselspeler inzetten. De scheidsrechter staat dit toe. De speler die vervangen zal worden, verlaat het speelveld aan de overzijde van het speelveld. De scheidsrechter geeft met een teken aan de wisselspeler toestemming om op het speelveld te komen. De eerste actie van de wisselspeler is het nemen van een hoekschop. Hij loopt rechtstreeks vanuit de dug-out naar de hoekvlag. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Hij staat dit toe omdat hij toestemming heeft gegeven om te wisselen

B. Hij staat dit toe, want een wisselspeler hoeft niet eerst het speelveld te betreden voordat hij een hoekschop mag nemen.

C. Hij staat dit niet toe, want een wisselspeler moet eerst het speelveld betreden hebben voordat hij de hoekschop mag nemen.

D. Hij laat dit aan partij A over.

Het juiste antwoord is C: zie pagina 17 van het spelregelboek, Regel 3. De wissel is definitief wanneer de wisselspeler het speelveld betreedt; vanaf dat moment wordt de wisselspeler speler en de vervangen speler wordt een gewisselde speler. Een wisselspeler die de wissel nog niet heeft afgerond door het speelveld te betreden mag het spel niet hervatten door middel van een inworp of hoekschop.

De spelregelvraag van 2 mei 2014:
In een wedstrijd in de B-categorie gooit een trainer vanaf de bank een scheenbeschermer naar de bal, die zich binnen het speelveld bevindt. Hoe moet de scheidsrechter nu handelen?

1. disciplinaire straf 
a. geen kaart
b. geen kaart, wel doorgeven
c. gele kaart, niet doorgeven
d. rode kaart, wel doorgeven
e. rode kaart, niet doorgeven

2. spelstraf/hervatting 
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. directe vrije schop
d. scheidsrechtersbal

3. plaats van de hervatting
a. waar de bal was toen…
b. waar de overtreding plaatsvond
c. doorspelen
d. op de lijn van het strafschopgebied

Het antwoord is D-D-A: In de B-categorie kunnen aan niet-spelers geen 10 minutenstraffen worden opgelegd. Rode kaarten worden dan ook altijd gezien als rechtstreekse rode kaarten, die altijd op het digitale wedstrijdformulier vermeld moeten worden. Zie de toelichting van de KNVB Zeist.

Directe rode kaart altijd op wedstrijdformulier
Sinds het seizoen 2013/’14 hanteert de KNVB in de categorie B een tijdstraf van tien minuten bij een (eerste) gele kaart, die vervolgens niet meer op het wedstrijdformulier komt te staan. Een tweede gele kaart leidt nog altijd tot rood, al wordt ook deze tweede prent niet meer genoteerd. Een directe rode kaart moet echter altijd op het wedstrijd-formulier worden vermeld, om meerdere redenen.

Voorheen zagen sommige clubscheidsrechters en verenigingen redenen om een kaart niet op het wedstrijdformulier te vermelden, bijvoorbeeld omdat een speler na afloop zijn excuses had aangeboden, of omdat het doorgeven van de (gele) kaarten ‘niet in de sfeer van de wedstrijd paste’.

Indirect en direct rood 
Bij een tweede waarschuwing (tweede gele kaart) toont de scheidsrechter de speler een rode kaart. Hij of zij moet dan definitief het veld verlaten, eveneens zonder dat dit tuchtrechtelijke gevolgen heeft. Als een speler direct de rode kaart krijgt, volgt echter wél de gebruikelijke tuchtrechtelijke procedure.Overigens krijgen een wisselspeler en de trainer/coach bij een waarschuwing eveneens direct rood.

De spelregelvraag van 9 mei 2014:
Waar behoort volgens de aanvullende instructies de clubassistent-scheidsrechter zich bij een strafschop tegen zijn club op te stellen, nadat hij een teken heeft gegeven aan de scheidsrechter dat de bal correct is neergelegd?

A. Op de kruising van de doellijn en het strafschopgebied

B. Op de doellijn bij de hoekvlagstok

C. Op de zijlijn ter hoogte van de 5,50 meter lijn

D. Op de zijlijn ter hoogte van de 16,50 meter lijn.

Het antwoord op de vraag van vorige week had D moeten zijn: zie de aanvullende instructies, pagina 19 onderaan.

De spelregelvraag van 16 mei 2014:
In een wedstrijd weet de doelman een doelbewuste met de voet gespeelde terugspeelbal van een verdediger tenauwernood met zijn hand (en) weg te boksen. wat zal de beslissing van de scheidsrechter moeten zijn?

1. disciplinaire straf 
a. geen kaart
b. vermaning
c. gele kaart
d. rode kaart

2. spelstraf/hervatting 
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. directe vrije schop
d. hoekschop

3. plaats van de hervatting
a. waar de bal was toen…
b. waar de overtreding plaatsvond
c. strafschopstip
d. op de lange lijn van het doelgebied of op de plaats van de overtreding

Het antwoord op de vraag had A-B-D moeten zijn: doelbewust met de voet toespelen van de bal door een verdediger naar zijn eigen doelman is niet toegestaan op het moment dat de doelverdediger de bal met zijn hand(en) aanraakt. De straf hiervoor is een indirecte vrije schop op de plaats waar de doelman de bal met de handen aanraakt. Is dit binnen het doelgebied, dan wordt de bal verplaatst naar de 5.50 meter lijn en wel het dichtst bij de plaats waar de overtreding werd gemaakt. Een gele kaart is echter niet voorgeschreven.

De spelregelvraag van 23 mei 2014:
Een aanvaller in een veelbelovende positie, wordt net buiten het strafschopgebied onvoorzichtig aangevallen door een tegenstander en struikelt, maar weet toch nog de bal naar een medespeler te spelen, die bij de strafschopstip staat. Deze schiet de bal echter over het doel. Wat beslist de scheidsrechter nu?

A. Hij fluit af, geeft de tegenstander een waarschuwing door het tonen van een gele kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop

B. Hij past de “voordeelregel” toe en kent vervolgens een doelschop toe aan de tegenpartij, maar geeft nog wel een waarschuwing aan de tegenstander door het tonen van de gele kaart

C. Hij geeft een vrije schop op de plaats waar de medespeler stond, toen hij de bal op het doel schoot en miste

D. Hij past eerst de voordeelregel toe, maar nadat de kans wordt gemist komt hij daarop terug en geeft alsnog een vrije schop net buiten het strafschopgebied.

Tijd voor de 201e spelregelvraag van de week. Het antwoord op de vraag van vorige week had B moeten zijn: als de scheidsrechter van oordeel is dat de veelbelovende aanval door het onvoorzichtig aanvallen niet volledig verloren is gegaan, kan hij laten doorspelen en de uitwerking afwachten. De bal komt immers alsnog bij een medespeler terecht, die deze kans echter niet weet om te zetten in een doelpunt. De spelhervatting is een doelschop. Als een veelbelovende aanval door de overtreding enigszins verloren is gegaan of geweld wordt aangedaan, dient de overtreder wel alsnog een gele kaart te worden getoond.

De spelregelvraag van 30 mei 2014:
Hoeveel personen mogen in het amateurvoetbal maximaal op de bank aan de zijlijn dan wel in de dug-out plaatsnemen?

A. 11

B. 12

C. 13

D. 14

Het antwoord is D: Op de bank aan de zijlijn dan wel in de dug-out mogen zich bevinden de (hoofd)trainer-coach/oefenmeester, de assistent-trainer-coach, de teammanager, de elftalleider, de verzorger, de clubarts, een verantwoordelijk bestuurslid, de pupil van de week alsmede maximaal 7 wisselspelers,mits het totaal aantal personen niet meer dan 14 bedraagt. Zie ook het bewaarnummer 2013-2014, pagina 10.

De spelregelvraag van 6 juni 2014:
Een aanvaller gaat over het middenveld met de bal aan de voet in de richting van het doel van de tegenpartij. Vlak voor de rand van het strafschopgebied wordt hij door een verdediger op onvoorzichtige wijze aangevallen, waardoor hij struikelt en binnen het strafschopgebied en ten val komt. Wat zal de scheidsrechter nu beslissen?

1 . disciplinaire straf
a. geen kaart 
b. gele kaart
c. rode kaart

2. spelstraf
a. indirecte vrije schop
b. directe vrije schop
c. strafschop
d. scheidsrechtersbal

3. plaats van de hervatting
a. op de plaats waar de aanvaller werd geraakt
b. op de strafschopstip
c. op de rand van het strafschopgebied
d. doorspelen

Het antwoord op de vraag van vorige week had A-C-A moeten zijn: omdat de overtreding onvoorzichtig gebeurt, hoeft geen kaart te worden getoond. Voor de overtreding (het op onvoorzichtige wijze aanvallen van een tegenstander) is de spelhervatting een directe vrije schop. De plaats van de spelhervatting is de plaats van de overtreding.

De spelregelvraag van 13 juni 2014:
Net toen de doelverdediger een bidon wilde pakken, die was blijven liggen na een blessurebehandeling, volgde een onverwacht schot op zijn doel. Met deze opgeraapte bidon tikte hij de bal, die anders in het doel zou zijn gegaan, over de lat. Wat zal de scheidsrechter nu beslissen?

1 . disciplinaire straf
a. geen kaart 
b. gele kaart
c. rode kaart

2. spelstraf
a. indirecte vrije schop
b. directe vrije schop
c. hoekschop

3. plaats van de hervatting
a. kwartcirkel bij hoekvlaggenstok
b. waar de overtreding plaatsvond
c. op de 5,5 meterlijn van het doelgebied of op de plaats van de overtreding

Het antwoord had B-A-C moeten zijn: de doelman wordt bestraft wegens onsportief gedrag, waarvoor de spelhervatting een indirecte vrije schop is en wel op de plaats van de overtreding of op de 5,5 meterlijn, afhankelijk van de plaats waar de doelman de bal aanraakte. Omdat de doelman binnen zijn strafschopgebied met zijn handen geen duidelijke scoringskans kan ontnemen, is de persoonlijke straf een gele kaart wegens onsportief gedrag.

De spelregelvraag van 20 juni 2014:
Op weg naar het speelveld voor aanvang van de wedstrijd ziet de scheidsrechter dat een speler van Partij A en een wisselspeler van Partij B elkaar slaan. Wat zal hij nu beslissen?

a. Hij stuurt beide spelers weg door het tonen van de rode kaart, zij mogen niet worden vervangen.

b. Hij stuurt beide spelers weg door het tonen van de rode kaart, zij mogen wel worden vervangen.

c. Hij stuurt beide spelers weg door het tonen van de rode kaart. De speler van partij A mag wel worden vervangen; de wisselspeler van Partij B mag niet worden vervangen.

d. Hij stuurt beide spelers weg door het tonen van de rode kaart. De speler van partij A mag niet worden vervangen; de wisselspeler van Partij B mag wel worden

Het antwoord had C moeten zijn: hij stuurt beide spelers weg door het tonen van de rode kaart (slaan altijd rood, is een geweldadige actie). De slaande speler van A mag nog wel worden vervangen, omdat de wedstrijd nog niet is begonnen. De wisselspeler mag niet meer worden vervangen.

De spelregelvraag van 27 juni 2014:
Een doorgebroken speler probeert de doelverdediger te passeren, maar hij speelt de bal iets te ver voor zich uit. De doelman komt uit zijn doel gerend en trapt vlak voor de aanvaller de bal hoog de lucht in (geen overtreding). Als de bal weer naar beneden komt vangt de doelman de bal binnen zijn strafschopgebied, boven het hoofd van de aanvaller. Wat beslist de scheidsrechter?

1 . disciplinaire straf
a. geen kaart 
b. gele kaart
c. rode kaart

2. spelstraf
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. directe vrije schop
d. strafschop

3. plaats van de hervatting
a. waar de aanvaller stond…
b. waar de doelman de bal ving
c. op de strafschopstip
d. doorspelen

Het antwoord op de vraag van vorige week had A-A-D moeten zijn: hier gebeurt niets onreglementairs en de scheidsrechter hoeft dus niet in te grijpen en kan gewoon door laten spelen.

De spelregelvraag van 4 juli 2014:
Na een schot op het doel stuit de bal van de handen van de keeper weer terug richting speelveld. Een verdediger die het schot met een sliding trachtte te verhinderen, ligt nog op de grond als de bal in zijn richting komt. Al liggend kopt hij de bal vervolgens doelbewust naar zijn doelman, die de bal met zijn handen opraapt. Hoe dient de scheidsrechter hier te handelen?

A. de scheidsrechter fluit af en geeft een indirecte vrije schop voor het gebruiken van de zogenaamde truc

B. de scheidsrechter fluit af, omdat de doelverdediger deze doelbewuste terugspeelbal met de handen oppakt. De spelhervatting is een indirecte vrije schop

C. de scheidsrechter laat doorspelen, want de verdediger speelt de bal met het hoofd naar de doelverdediger en dat is geoorloofd

D. de scheidsrechter fluit af en toont de verdediger een gele kaart wegens onsportief gedrag en hervat met een indirecte vrije schop

Het antwoord op de vraag had C moeten zijn: hier is geen sprake van doelbewust toespelen van de bal met de voet en ook is hier geen sprake van het omzeilen van genoemd verbod, door de bal met het hoofd toe te spelen aan zijn doelverdediger of een toepassen van een truc.

De spelregelvraag van 11 juli 2014:

Een speler wil de bal inwerpen. Voordat hij deze inwerpt, heeft hij aan alle voorwaarden voldaan. Als hij de bal boven zijn hoofd heeft, laat hij de bal per ongeluk vallen. De bal komt nu wel bij een medespeler en deze neemt de bal met de voet aan en gaat het met de bal vandoor. Wat zal de scheidsrechter hier moeten doen?

A. Overnemen door dezelfde speler, want dit was geen echte opzet. Het was een ongelukkige handeling.

B. Overnemen door hetzelfde team omdat hier geen sprake was van een opzettelijke handeling.

C. Omdat de bal niet via de correcte procedure in het spel is gebracht, laat de scheidsrechter de inworp overnemen door de tegenpartij.

D. Doorspelen, want de bal was al los nadat alle voorwaarden correct waren nageleefd.

Het antwoord had C moeten zijn: zie pagina 90 Spelregels Voetbal. Hier is sprake van het niet correct in het spel brengen van de bal, omdat de bal niet wordt ingeworpen, maar de inwerper de bal op het laatste moment de bal boven zijn hoofd per ongeluk laat vallen.

De spelregelvraag van 18 juli 2014:

Een aanvaller loopt op hoge snelheid met de bal aan de voet richting strafschopgebied van de tegenpartij. Een verdediger achtervolgt hem en als zijn tegenstander niet meer binnen bereik is en van de zijkant het strafschopgebied wil binnengaan, springt de verdediger van achteren met een gestrekt been naar voren naar zijn tegenstander. Deze raakt hij met de noppen vrij fors op de achterkant van het onderbeen. Wat moet de scheidsrechter hier beslissen ?

A. Hij kent een directe vrije schop toe voor het laten struikelen van zijn tegenstander en geeft geel voor het onderbreken van een veelbelovende aanval

B. Hij geeft een directe vrije schop voor het ten val brengen van zijn tegenstander en geeft geel voor het onbesuisd uitvoeren van de tackle

C. Hij kent een directe vrije schop toe en toont de overtreder rood voor het in gevaar brengen van de veiligheid van zijn tegenstander

D. Hij kent een directe vrije schop toe en toont de overtreder een rode kaart voor het om zeep helpen van een duidelijke scoringskans

Het antwoord op de vraag had C moeten zijn: voor een dergelijke overtreding geldt maar één persoonlijke straf en dat is de rode kaart. Uit de vraag blijkt nergens dat door de overtreding ook nog een duidelijke scoringskans is ontnomen. De spelhervatting is een directe vrije schop voor de aanvallende partij.

De spelregelvraag van 25 juli 2014:

Een verdediger van ploeg A wil net buiten zijn eigen strafschopgebied een vrije schop nemen. Op dat moment zijn er geen andere spelers meer in de buurt. Terwijl hij de bal trapt, glijdt hij op ongelukkige wijze uit en raakt de bal maar half. Een tegenstander ziet dit en komt snel aanlopen om de bal te veroveren. De verdediger ziet het gevaar en speelt de bal net voordat deze gespeeld kan worden door de aanvaller voor de tweede keer. De scheidsrechter kent een indirecte vrije schop toe aan de tegenpartij. Handelt de S. hier correct?

A. Neen, want de scheidsrechter had hier eigenlijk beter kunnen  laten doorgaan.

B. Ja , maar hij had nog wel een rode kaart moeten tonen aan de verdediger, want hij ontnam de aanvaller wel een duidelijke scoringskans.

C. Neen, want de scheidsrechter had hier een scheidsrechtersbal moeten geven, omdat het een ongelukkige handeling was van de nemer.

D. Ja, want de verdediger wordt alleen maar bestraft voor het tweemaal raken van de bal na een spelhervatting.

Het antwoord op de vraag had D moeten zijn: zie pagina 82 spelregels veldvoetbal. Bij vrije schoppen geldt dat de bal stil moet liggen wanneer de vrije schop wordt genomen en dat de nemer de bal niet voor de tweede keer mag raken voordat deze is geraakt door een andere speler. Raakt dezelfde speler de bal wel voor de tweede keer aan voordat iemand anders de bal heeft geraakt, dan is de spelhervatting een indirecte vrije schop. 

De spelregelvraag van 1 augustus 2014:

Tijdens het spel ziet de scheidsrechter dat een vervangen speler vanuit de dug-out spuwt naar een tegenstander, die binnen het speelveld loopt. Wat moet de scheidsrechter beslissen, nadat hij hiervoor het spel heeft onderbroken?

A. Hij stuurt de spuwende speler weg en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de zijlijn,  zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding

B. Hij toont de spuwende speler de rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen hij het spel onderbrak

C. Hij toont de spuwende speler de rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats waar de tegenstander stond toen hij het spel onderbrak

D. Hij toont de spuwende speler de rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen hij het spel onderbrak

Het antwoord op de vraag had B moeten zijn: zie pagina 81 spelregels veldvoetbal. De overtredende speler dient van het speelveld te worden gezonden door het tonen van de rode kaart. De ploeg waartoe de vervangen speler behoort, dient te worden bestraft met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter het spel onderbrak. 

De spelregelvraag van 8 augustus 2014:

Als de doelverdediger de bal vanuit de hand wil uittrappen, wordt hij in zijn bewegingen gehinderd door een aanvaller die elke beweging volgt. Een verdediger wil zijn doelverdediger helpen en duwt de aanvaller met de borst opzij. De doelverdediger kan nu beter uittrappen. Hoe moet de scheidsrechter nu reageren?

A. Hij bestraft de verdediger met een directe vrije schop

B. Hij bestraft de aanvaller met een directe vrije schop

C. Hij bestraft de aanvaller met een indirecte vrije schop

D. Hij laat doorspelen.

Het antwoord had C moeten zijn: zie pagina 69 spelregels veldvoetbal. De eerste overtreding is het voorkomen dat de doelverdediger de bal uit zijn handen in het spel kan brengen. De straf hiervoor is een indirecte vrije schop.

De spelregelvraag van 15 augustus 2014:

Voor een bepaalde overtreding wordt een indirecte vrije schop toegekend. Dit is een juiste beslissing. De scheidsrechter geeft een fluitsignaal, maar vergeet zijn arm omhoog te steken. De bal wordt vervolgens van buiten het strafschopgebied direct in het doel van de tegenpartij geschoten. Welke beslissing neemt de scheidsrechter, als hij zijn fout bemerkt?

A. Hij zal gewoon een doelpunt toekennen en laten aftrappen na geldig doelpunt

B. De vrije schop wordt overgenomen, nadat de scheidsrechter heeft laten weten dat hij verzuimd heeft zijn arm omhoog te steken

C. Hij zal het spel hervatten met een doelschop

D. Indirecte vrije schop voor de tegenpartij op dezelfde plaats waar de eerste schop werd genomen

Het antwoord op de vraag had B moeten zijn: zie pagina 82 spelregels veldvoetbal. De scheidsrechter geeft aan dat het een indirect vrije schop betreft door zijn arm boven zijn hoofd te heffen Hij moet zijn arm in die positive houden, totdat de schop is genomen en de bal is geraakt door een andere speler of uit het spel is.

De spelregelvraag van 22 augustus 2014:

De assistent-scheidsrechter constateert tijdens de wedstrijd dat de bal precies over de hoekvlag het speelveld heeft verlaten. Welk advies zal hij moeten geven indien de bal het laatst is aangeraakt door een verdediger?

A. Met een inworp voor de verdedigende partij

B. Met een inworp voor de aanvallende partij

C. Met een hoekschop

D. Met een doelschop

Tijd voor de 214e achtereenvolgende spelregelvraag van de week. Het antwoord op de vraag van vorige week had B moeten zijn: zie pagina 43 van de aanvullende instructies. Indien de bal over de hoekvlag buiten het speelveld komt, moet het spel hervat worden met een inworp.

De spelregelvraag van 29 augustus 2014:

Een directe vrije schop, even buiten het strafschopgebied in het voordeel van de verdedigende partij, wordt teruggeplaatst op de doelverdediger. De scheidsrechter staat in de baan van het schot, waardoor de bal van richting verandert en in het doel verdwijnt, zonder dat iemand anders de bal raakt. Wat beslist de scheidsrechter?

A. Aftrap na geldig doelpunt

B. Doelschop

C. Vrije schop overnemen

D. Hoekschop

Tijd voor de 215e achtereenvolgende spelregelvraag van de week. Het antwoord op de vraag van vorige week had D moeten zijn: rechtstreeks scoren uit een vrije schop in eigen doel levert nooit een doelpunt op. Omdat de scheidsrechter geacht wordt een ‘dood element’ te zijn, verandert er aan het woord rechtstreeks niets. De bal is dus gewoon over de eigen doellijn gewerkt en de spelhervatting dient een hoekschop te zijn.

De spelregelvraag van de week (5 september 2014):

Tijdens het spel begaat een aanvaller een overtreding binnen het speelveld tegen een assistent-scheidsrechter. Hoe zal het spel hervat worden nadat de scheidsrechter het spel heeft onderbroken en hij de aanvaller een rode kaart heeft getoond?

A. Hij laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats van de overtreding.

B. Hij laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

C. Hij laat het spel hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats van de overtreding.

D. Hij laat het spel hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

Het antwoord had A moeten zijn: de overtreding wordt begaan tegenover een niet-speler, waardoor de hervatting een indirecte vrije schop is. De overtreding vindt plaats binnen het speelveld en derhalve dient de hervatting plaats te hebben op de plaats van de overtreding.

Spelregelvraag van de week (12 september 2014):

Een  doelverdediger wil de bal uitwerpen, maar de gladde bal glijdt uit zijn handen. Een aanvaller komt nu snel toegelopen. De doelverdediger ziet echter nog net kans om de bal binnen zijn doelgebied weg te slaan, voordat de aanvaller de bal in het lege doel kan koppen. Wat zal de scheidsrechter beslissen?

A. Hij onderbreekt het spel, kent een indirecte vrije schop toe en stuurt de doelverdediger van het speelveld wegens het ontnemen van een scoringskans.

B. Hij onderbreekt het spel, kent een indirecte vrije schop toe en de doelverdediger ontvangt een waarschuwing wegens het tweemaal spelen van de bal met de hand.

C. Hij laat doorspelen.

D. Hij onderbreekt het spel en kent een indirecte vrije schop toe wegens het tweemaal spelen van de bal met de hand door de doelverdediger.

Het antwoord is D: de doelverdediger kan voor gebruik maken van zijn hand binnen het strafschopgebied nooit met een kaart worden bestraft wegens het om zeep helpen van een doelrijpe scoringskans. Wel dient hij te worden bestraft met een indirecte vrije schop wegens het tweemaal spelen van de bal, maar ook hiervoor kan geen kaart worden getoond.

Spelregelvraag van de week (19 september 2014):

Na een blessure wordt de bal over de zijlijn gespeeld door het verdedigende team. De scheidsrechter laat de verzorger toe om zijn werk te doen. Nadat deze het speelveld weer heeft verlaten, wordt het spel hervat met een inworp voor de aanvallende partij. Deze wordt naar een medespeler gespeeld, die vervolgens de bal in het lege doel schopt. Wat zal de scheidsrechter hier volgens de regels moeten beslissen?

A. Hij kent een doelpunt toe  en hervat het spel met aftrap na geldig doelpunt.

B. Hij hervat het spel met een indirecte vrije schop wegens onsportief gedrag, op de plaats waar de medespeler stond, toen hij de bal richting doel schoot.

C. Hij hervat het spel met een doelschop.

D. Hij hervat het spel met een scheidsrechtersbal en toont de speler die de bal in het doel schopt een gele kaart voor onsportief gedrag.

Het antwoord had A moeten zijn: Rechtstreeks scoren uit een scheidsrechtersbal is onlangs gewijzigd. Hier is echter geen sprake van rechtstreeks scoren uit een scheidsrechtersbal, maar op het moment dat de inworp volgens de regels is gegaan, is de bal in het spel en kan de scheidsrechter in deze situatie niets anders doen dan een doelpunt toekennen en het spel hervatten met aftrap na geldig doelpunt.

Spelregelvraag van de week (26 september 2014):

In een duel om de bal duwt een verdediger met zijn schouder zijn tegenstander. Om te beoordelen of er dan sprake is van een correcte schouderduw, moet deze speler aan een aantal voorwaarden voldoen. Welke van de onderstaande voorwaarden hoort hier niet thuis ?

A. De arm moet tegen het lichaam gedrukt zijn.

B. Duwen met schouder tegen schouder, maar het mag geen gooi- en smijtwerk zijn.

C. De bal moet binnen speelbereik zijn of de mogelijkheid om hem te spelen moet er zijn.

D. Hij moet daarbij de bal wel raken en het gezicht moet op de bal gericht zijn.

Het antwoord op de vraag had D moeten zijn: de voorwaarden voor een correcte schouderduw zijn schouder tegen schouder, arm dient tegen het lichaam gedrukt te blijven, de bal binnen speelbereik en men moet de intentie hebben om de bal te willen spelen. ‘de bal raken’ en ‘het gezicht op de bal gericht’ zijn dus geen voorwaarden die in acht genomen moeten worden.

Spelregelvraag van de week (3 oktober 2014):

Een aanvaller krijgt de bal aangespeeld en start een veelbelovende aanval richting het doel van de tegenstander. Een verdediger wil hem stoppen en stapt bewust  in de baan van de uitbrekende aanvaller  en “vangt” de aanvaller met het lichaam op, zonder daarbij de bal te spelen.  Wat zal de scheidsrechter hier volgens de regels dienen te beslissen?

A. Hij kent een indirecte vrije schop wegens ongeoorloofde obstuctie

B. Hij kent een directe vrije schop toe voor het onvoorzichtig aanvallen / blokkeren van de tegenstander en toont de verdediger een gele kaart voor het onderbreken van een veelbelovende aanval

C. Hij kent een directe vrije schop toe vanwege het blokkeren van de tegenstander

D. Hij laat doorspelen, want hier is sprake van geoorloofde obstructie, omdat de bal in de omgeving is, en hij deze wel kan spelen.

Het antwoord op de vraag had B moeten zijn: in de vraagstelling wordt genoemd dat er sprake is van een veelbelovende aanval. Als je die onderbreekt op welke manier dan ook, dan dient de overtreder een waarschuwing te worden gegeven door het tonen van de gele kaart. De aard van de overtreding kan dan best verschillend zijn. Alleen bij antwoord b wordt het tonen van een gele kaart genoemd.

Spelregelvraag van de week (10 oktober 2014):

In een duel om de bal trapt een speler de bal op onvoorzichtige wijze en met het been hoog geheven, net voor het hoofd van zijn tegenstander weg. Zijn tegenstander, die de bal op een normale wijze wil koppen, wordt daarbij niet geraakt. Wat zal de actie van de scheidsrechter hierbij moeten zijn?

A. Hij laat doorspelen, want de speler die de bal wil koppen wordt niet geraakt

B. Hij fluit af, hervat het spel met een indirecte vrije schop voor het spelen van de bal op gevaarlijke wijze

C. Hij fluit af, kent een indirecte vrije schop toe en toont de overtreder een gele kaart voor het op onvoorzichtige wijze spelen van de bal

D. Hij fluit af, en hervat het spel met een scheidsrechtersbal omdat de koppende en de trappende speler beiden in overtreding zijn

Het antwoord is B: hier is dus duidelijk sprake van het spelen van de bal op een gevaarlijke wijze, waarbij de tegenstander niet wordt geraakt.

Spelregelvraag van de week (17 oktober 2014):

Bij een wedstrijd in het amateurvoetbal lijkt een aanvaller te gaan scoren. Vanachter de doellijn komt de verzorger van de tegenstander het veld in en trapt de bal die het doel in dreigt te gaan. Als hem dat gelukt is, rent hij hard weg. Hoe zal de scheidsrechter volgens de regels dienen te handelen?

A. Hij laat doorspelen, want tegen een verzorger kan hij geen sancties nemen. Hij verzoekt hem wel daar weg te gaan.

B. Hij  stopt het spel  en zal het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de verzorger de bal stopte.

C. Hij stopt het spel en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de lijn van het doelgebied, die evenwijdig loopt aan de doellijn zo dicht mogelijk bij de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken en hij stuurt de verzorger van het veld

D. Hij stopt het spel en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de lijn van het doelgebied, die evenwijdig loopt aan de doellijn zo dicht mogelijk bij de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken en hij stuurt de verzorger van het speelveld door het tonen van de rode kaart .

Het antwoord op de vraag had D moeten zijn: hier is sprake van het ingrijpen van buitenaf. De spelhervatting is een scheidsrechtersbal op de lijn van het doelgebied, die evenwijdig loopt aan de doellijn zo dicht mogelijk bij de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken. In het amateurvoetbal dient aan een ieder – die gerechtigd is zich binnen het speelveld te bevinden door plaats te nemen op spelersbank of in de dug-out – en die zich schuldig maakt aan overtredingen een kaart getoond te worden en in dit geval dus een rode kaart.  In het betaalde voetbal zal bij een dergelijke situatie betrokken verzorger ook worden weggezonden, doch de rode kaart zal niet getoond worden.

Spelregelvraag van de week (24 oktober 2014):

De nemer  van een strafschop komt tijdens zijn aanloop ten val, maar krabbelt snel op en na enkele passen schiet hij de bal in het doel. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Hij laat de strafschop overnemen

B. Hij keurt het doelpunt goed en hervat met aftrap na geldig doelpunt

C. Hij onderbreekt het spel, kent de verdedigende partij een indirecte vrije schop toe op de plaats waar de aanloop nemende strafschopnemer de bal raakt

D. Hij keurt het doelpunt af, hervat het spel met een indirecte vrije schop wegens onbehoorlijk gedrag

Het antwoord had B moeten zijn: zolang de aanloop niet is afgerond, kan de speler niet worden bestraft. Maakte hij nog een schijnbeweging nadat de aanloop al was afgerond, dan kan de scheidsrechter ingrijpen. In deze situatie gebeurt er niets onreglementairs en is het gescoorde doelpunt dus gewoon geldig.

Spelregelvraag van de week (31 oktober 2014):

Een aanvaller speelt net buiten het strafschopgebied de bal naar een medeaanvaller. Vanuit het strafschopgebied komt op hoge snelheid een verdediger toelopen en haalt vol uit naar de balbezittende speler. Hij overschrijdt hierbij de noodzakelijke inzet. De overtreder lijkt de bal te raken, maar dat is totaal niet het geval. Hij is veel te laat en trapt zijn tegenspeler van achteren tegen de benen. Wat beslist de scheidsrechter?

A. Hij kent een directe vrije schop toe en geeft geel voor het aanvallen van zijn tegenstander. Dit gaat namelijk gepaard met buitensporige inzet.

B. Hij kent een directe vrije schop toe en geeft geel voor het onbesuisd aanvallen van zijn tegenstander.

C. Hij geeft de overtreder een publieke waarschuwing voor het op te ruwe wijze aanvallen van de tegenstander.

D. Hij kent een directe vrije schop toe en geeft rood voor het aanvallen van zijn tegenstander. Dit gaat namelijk gepaard met buitensporige inzet.

Het antwoord op de vraag had D moeten zijn: uit de vraagstelling is duidelijk op te maken of de overtreding wordt begaan op onvoorzichtige wijze, onbesuisde wijze of wel met buitensporige inzet. Buitensporige inzet wil zeggen dat de speler de noodzakelijke inspanning ver overschrijdt en dat hij het risico loopt zijn tegenstander te blesseren. 

Spelregelvraag van de week (7 november 2014):

Tijdens de wedstrijd wordt de bal naast het doel geschoten, de doelverdediger neemt hierna de bal in zijn bezit en gooit ter hoogte van het strafschoppunt de bal naar een buiten het strafschopgebied staande medespeler die op dat moment wordt aangevallen door een tegenstander. De medespeler speelt nu snel de bal terug op zijn doelverdediger, die  met een uiterste inspanning de bal weet weg te slaan, waarbij de bal over de doellijn gaat. Hoe laat de scheidsrechter het spel hervatten?

a. Met een hoekschop

b. Met een doelschop

c. Met een indirecte vrije schop

d. Met een aftrap na geldig doelpunt.

Het antwoord op de vraag had B moeten zijn: toen de bal tijdens het spel naast het doel werd geschoten, diende het spel te worden hervat met een doelschop. Wat zich daarna allemaal afspeelde doet niet ter zake. De enige juiste beslissing is het laten nemen van een doelschop.  

Spelregelvraag van de week (14 november 2014):

Tijdens het uitvoeren van een scheidsrechtersbal in het strafschopgebied trapt een verdediger een aanvaller net buiten het strafschopgebied. Op dat moment heeft de bal wel de grond geraakt, maar geen van de spelers heeft de bal al gespeeld of aangeraakt. Wat moet de scheidsrechter nu beslissen?

A. De trappende speler wordt van het speelveld gezonden door het tonen van de rode kaart en het spel wordt hervat met een indirecte vrije schop voor de aanvallende partij net buiten het strafschopgebied.

B. De trappende speler wordt van het speelveld gezonden door het tonen van de rode kaart en het spel wordt hervat met een directe vrije schop voor de aanvallende partij net buiten het strafschopgebied.

C. De trappende speler wordt van het speelveld gezonden door het tonen van de rode kaart en het spel wordt hervat met een strafschop.

D. De trappende speler wordt van het speelveld gezonden door het tonen van de rode kaart en de scheidsrechtersbal wordt opnieuw uitgevoerd omdat de bal nog niet in het spel was.

Het antwoord had B moeten zijn: de bal was in het spel op het moment dat de bal de grond raakte. De overtreding (trappen van een tegenstander) gebeurde dus tijdens het spel en vond plaats buiten het strafschopgebied. De spelhervatting is een directe vrije schop buiten het strafschopgebied en de trappende speler dient van het speelveld te worden gezonden door het tonen van de rode kaart.

Spelregelvraag van de week (21 november 2014):

Een bekerwedstrijd tussen twee teams in de B-categorie eindigt in een gelijkspel. Nu moet de beslissing vallen uit het nemen van strafschoppen. Bij het laatste fluitsignaal had partij A elf spelers en partij B tien spelers op het speelveld , omdat een minuut voor het eindsignaal een speler van team B een 10 minuten straftijd is opgelegd. Hoeveel spelers mogen deelnemen aan de strafschoppenserie?

a. 20 spelers

b. 21 spelers

c. 22 spelers

Het antwoord op de vraag van vorige week had C moeten zijn: in het Handboek competitiezaken av 2014-201515 (voorheen het bewaarnummer) staat in het landelijk gedeelte onder 3.4 Tijdstrafregeling, bij punt 16: spelers die de tijdstraf nog niet volledig hebben ondergaan bij het starten van de strafschoppenserie, mogen wel aan de strafschoppenserie deelnemen.

Spelregelvraag van de week (28 november 2014):

Nadat de beginschop is genomen maakt de doelverdediger met zijn voet een gleuf in het veld op de 16,5m lijn van het strafschopgebied. Dit doet hij om te weten waar het midden van het doel is. Wat beslist de scheidsrechter?

a. Niets, de doelverdediger maakt geen overtreding waarvoor hij bestraft kan worden

b. Doorspelen, maar bij de eerstvolgende keer dat de bal uit het spel is krijgt hij een gele kaart wegens onsportief gedrag

c. Affluiten en de doelverdediger bestraffen met een indirecte vrije schop

d. Affluiten en de doelverdediger bestraffen met een indirecte vrije schop en een gele kaart

Het antwoord had B moeten zijn: zie pagina 10 spelregels veldvoetbal. Betrokkene dient te worden gewaarschuwd wegens het aanbrengen van niet toegestane markeringen op het speelveld. Als de bal in het spel is, moet de scheidsrechter wachten tot de eerstvolgende onderbreking, om dan de doelverdediger de gele kaart te tonen wegens onsportief gedrag (zie pagina 76 spelregels veldvoetbal).

Spelregelvraag van de week (5 december 2014):

De scheidsrechter onderbreekt het spel, nadat hij een verdediger het speelveld ziet verlaten en een toeschouwer een klap ziet geven. Hoe zal de scheidsrechter nu moeten handelen?

A. Hij toont de verdediger een gele kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal nabij de zijlijn.

B. Hij toont de verdediger een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal nabij de zijlijn.

C. Hij toont de verdediger een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

D. Hij toont de verdediger een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

Het antwoord op de vraag had C moeten zijn: zie pagina 790 spelregels veldvoetbal, onderaan. Als een speler het speelveld verlaat  om een overtreding te maken, wordt het spel onderbroken. Het spel zal hervat moeten worden met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel door de scheidsrechter werd onderbroken. Voor het geven van een klap aan een toeschouwer zal een rode kaart getoond moeten worden.

Spelregelvraag van de week (12 december 2014):

Een speler van partij A die met de bal in de handen staat om op de juiste plaats een inworp te nemen, trekt naar het oordeel van de scheidsrechter hiervoor teveel tijd uit. De scheidsrechter fluit en geeft de inworp aan de tegenpartij en toont de speler van partij A een gele kaart. Handelt de scheidsrechter hier correct?

A. Ja, de inworp is voor partij B en de gele kaart is terecht.

B. Nee, hij dient een indirecte vrije schop voor partij B te geven.

C. Hij moet een scheidsrechtersbal geven nabij de zijlijn.

D. Nee, de inworp is voor partij A en de gele kaart is terecht.

Het antwoord had D moeten zijn: zie pagina 70 spelregels veldvoetbal, bovenaan onder punt 4. Wanneer een spelhervatting bewust wordt vertraagd, dan dient deze speler een gele kaart getoond te worden, maar de spelhervatting blijft dezelfde, dus partij behoudt de inworp.

Spelregelvraag van de week (19 december 2014):

Bij het nemen van een strafschop stopt de doelverdediger de bal, doch deze stuit van zijn borst en rolt terug voor de voeten van de nemer. Op het moment dat de nemer van de strafschop de bal opnieuw wil spelen, komt er een tweede bal hinderlijk in het veld. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Scheidsrechtersbal

B. Indirecte vrije schop voor de aanvallende partij

C. Indirecte vrije schop voor de verdedigende partij

D. Strafschop overnemen

Het antwoord had A moeten zijn: zie pagina 25 aanvullende instructies (regel 9). Op het moment dat de bal terugstuit van de doelverdediger, dan heeft de strafschop zijn uitwerking gehad. Wanneer daarna een tweede bal hinderlijk in het veld komt, zal de scheidsrechter het spel moeten onderbreken en hierna het spel moeten hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de speelbal was, toen het spel werd onderbroken.

Spelregelvraag van de week (26 december 2014):

Een speler die behandeld is aan een blessure, wacht aan de zijlijn op toestemming om het speelveld te betreden. Vanaf deze plek achter de zijlijn spuwt hij naar een tegenstander die binnen het speelveld loopt. Wat beslist de scheidsrechter als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?

A. Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen hij het spel onderbrak.

B. Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat het spel met een directe vrije schop op de plaats waar de bal was toen hij het spel onderbrak.

C. Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat het spel met een directe vrije schop op de plaats waar de tegenstander stond in het veld.

D. Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal  op de plaats waar de tegenstander stond in het veld

Het antwoord op de laatste vraag van 2014 had C moeten zijn: zie pagina 40 aanvullende instructies (schema)). Spuwen naar een tegenstander door een speler die buiten het speelveld staat, zal bestraft moeten worden met het tonen van een rode kaart en de spelhervatting is een directe vrije schop op de plaats waar de tegenstander stond die werd getroffen.