Spelregelvragen van de week in 2013

De spelregelvraag van 4 januari 2013:
In een spelsituatie komt een aanvaller per ongeluk buiten het speelveld terecht. Op het moment dat een medespeler op doel kopt, staat deze aanvaller nog altijd buiten het speelveld. Alleen de keeper staat op de doellijn. Door een redding van de keeper komt de bal weer terug in het veld. De buiten het speelveld staande aanvaller loopt nu het veld in en schiet de bal in het doel. Welke beslissing dient te scheidsrechter hier te nemen?

a. Aftrap na geldig doelpunt
b. Indirecte vrije schop wegens buitenspel
c. Indirecte vrije schop wegens het zonder toestemming betreden van het speelveld
d. Indirecte vrije schop wegens het uitvoeren van een truc

Het antwoord is C: betrokkene is buiten zijn schuld buiten het speelveld terechtgekomen. Om weer terug te keren in het speelveld heeft betrokkene wel de toestemming nodig van de scheidsrechter. Op het moment dat hij het speelveld zonder toestemming weer betreedt, maakt hij zich ook nog schuldig aan onsportief gedrag. De spelhervatting is een indirecte vrije schop.

De spelregelvraag van 11 januari 2013:
De doelverdediger staat op de doellijn tussen de palen en stopt de bal. Het schot is echter zo hard dat de doelman de bal even los laat. De doelverdediger wil vlak voor zijn voeten de bal oprapen. Op dat moment geeft een toegesnelde aanvaller de doelverdediger een correcte schouderduw en werkt de op de grond liggende bal in het doel. Wat zal de scheidsrechter beslissen?
a. Een doelpunt toekennen.
b. Een directe vrije schop wegens aanvallen van de keeper op de plaats waar de correcte schouderduw werd gegeven.
c. Een directe vrije schop voor de doelman te nemen op een willekeurige plaats binnen het doelgebied.
d.
Een indirecte vrije schop wegens aanvallen van de keeper.

Het antwoord moet A zijn: de doelverdediger heeft de bal niet in zijn bezit op het moment dat de aanvaller de doelverdediger een correcte schouderduw geeft en de bal in het doel werkt. Hier is dus geen sprake van een overtreding.

De spelregelvraag van 18 januari 2013:
Een speler krijgt op eigen helft de bal aangespeeld, neemt hem aan en wil richting helft tegenstander gaan. Van achteren komt een tegenstander op hoge snelheid aanlopen. Deze is te laat om de bal nog te spelen, steekt toch het been uit en brengt zijn tegenstander op onbesuisde wijze ten val. Hoe zal de scheidsrechter hier dienen te handelen?
a. Hij onderbreekt het spel en kent een directe vrije schop toe aan de verdedigende partij en toont de overtreder een gele kaart voor het ten val brengen van zijn tegenstander, op een wijze waarbij hij het duel op ondoordachte manier aangaat. Een onbezonnen handeling.
b. Hij fluit af, kent een directe vrije schop toe aan de verdedigende partij en vermaant de overtreder publiekelijk en stevig voor het fors inkomen.
c. Hij onderbreekt het spel, kent een directe vrije schop toe aan de verdedigende partij en toont de overtreder een gele kaart voor het ten val brengen van zijn tegenstander op een wijze waarbij gevaar of de gevolgen voor zijn opponent niet in ogenschouw neemt.
d. Hij onderbreekt het spel, kent een directe vrije schop toe aan de verdedigende partij en toont de overtreder een gele kaart voor het ten val brengen van zijn tegenstander op een wijze waarbij de noodzakelijke inspanning wordt overschreden en hij het risico loopt zijn tegenstander te blesseren

Het antwoord op de vraag moet C zijn: welke wijze valt nu onder het begrip ‘op onbesuisde wijze’? Volgens de regels is dit: waarbij gevaar of gevolgen voor de tegenstander niet in ogenschouw wordt genomen.

De spelregelvraag van 25 januari 2013:
Een verdediger, met de bal aan de voet, ziet een aanvaller op zich afkomen en speelt daarom de bal doelbewust met zijn voet naar zijn eigen doelman. Deze doelman bokste de bal weg met zijn arm (of eigenlijk elleboog), waarna de bal over de doellijn naast het doel belandt. Welke beslissing dient de scheidsrechter hier te nemen?

a. Scheidsrechter kent een hoekschop toe.

b. Scheidsrechter kent een indirecte vrije schop toe op de plaats waar de doelman de bal aanraakte.

c. Scheidsrechter kent een indirecte vrije schop toe op de plaats waar de verdediger de bal doelbewust naar de doelman speelde en geeft hem een waarschuwing door het tonen van een gele kaart.

d. Scheidsrechter kent een indirecte vrije schop schop toe op de plaats waar de doelman de bal raakte en toont hem een gele kaart.

Het antwoord moet B zijn: zie pagina 74, 1e bolletje, 1e streepje. De doelverdediger wordt geacht in het bezit van de bal te zijn, wanneer hij deze raakt met enig deel van zijn armen of handen. Het maakt dus geen verschil of de doelverdediger de bal met de hand 9en) of arm (en) aanraakt. Hij wordt bij aanraking met hand of arm van de doelbewuste terugspeelbal bestraft met een indirecte vrije schop, doch een waarschuwing kan achterwege blijven.

De spelregelvraag van 1 februari 2013:
Tijdens de wedstrijd trekt een verdediger zich nabij de hoekvlag terug buiten het speelveld zonder toestemming van de scheidsrechter, om zijn uitrusting in orde te maken. Terwijl hij nog bezig is scoort de tegenstander een doelpunt. Moet de scheidsrechter nu rekening houden met deze verdediger buiten het speelveld bij het beoordelen van buitenspel?

a. Nee, deze verdediger doet voor de buitenspelbeoordeling niet actief aan het spel mee

b. Ja, alleen als deze verdediger achter de doellijn staat

c. Ja, alleen als deze verdediger achter de doellijn staat en redelijk dichtbij het doel

d. Ja, maakt niet uit of hij achter de zijlijn of doellijn staat

Het antwoord is D zijn: zie pagina 60 in het spelregelboek. Elke verdediger die, om welke reden ook, het speelveld verlaat zonder toestemming van de scheidsrechter, wordt tot de volgende onderbreking van het spel geacht zich op zijn eigen doel- of zijlijn te bevinden en aan de hand van die positie moet je dus bepalen of er sprake is van strafbaar buitenspel.

De spelregelvraag van 8 februari 2013:
Een speler hindert een tegenstander die een inworp wil nemen door op minder dan twee meter afstand van de plaats van de inworp te gaan staan. Na een vermaning te hebben gekregen, komt de speler toch weer binnen de twee meter afstand als de inworp wordt genomen. De scheidsrechter fluit en geeft de speler een waarschuwing door het tonen van de gele kaart. Hoe moet het spel nu worden hervat?

a. Inworp overnemen

b. Indirecte vrije schop

c. Directe vrije schop

d. Inworp tegenpartij

Het antwoord op de vraag moest A zijn: zie pagina 91 in het spelregelboek. Scheidsrechters worden er aan herinnerd dat tegenstanders zich niet op minder dan twee meter van de plaats van de inworp mogen bevinden. waar noodzakelijk moet de scheidsrechter een speler die zich binnen deze afstand bevindt vermanen voordat de inworp is genomen en de speler vervolgens waarschuwen wanneer deze vervolgens nog steeds niet de juiste afstand in acht neemt. Het spel wordt hervat met een inworp.

De spelregelvraag van 15 februari 2013:
Mag een speler kleding dragen waar bloed op zit?

a. Nee, dit mag nooit

b. Nee, mits dit bloed er bij aanvang van de wedstrijd nog niet op het shirt zat

c. Ja, mits het bloed opgedroogd is

d. Ja, er zijn geen bezwaren om te spelen met bloed op kledingstukken

Het antwoord is A: kom je bij aanvang van de wedstrijd het speelveld op en constateer je dat bloedvlekken van de week ervoor nog op de kleding zit, dan mag die speler officieel niet meespelen. Gebeurt het tijdens de wedstrijd, dan zal hij of zij andere, schone kleding aan moeten trekken en mag deze pas weer meedoen als de scheidsrechter heeft geconstateerd dat het bloeden is gestopt.

De spelregelvraag van 22 februari 2013:
Is het in de 2e klasse standaardteams van het amateurvoetbal toegestaan dat er extra ballen rondom het veld worden klaargelegd om te gebruiken tijdens de wedstrijd?

a. Dit is toegestaan, mits de ballen voldoen aan de gestelde eisen

b. Dit is toegestaan, mits de ballen voldoen aan de gestelde eisen en niet door ballenjongens binnen de afrastering worden aangegooid

c. Dit is alleen toegestaan bij beslissingswedstrijden

d. Nee, dit is niet toegestaan

Het antwoord is B: bij het lagere amateurvoetbal mogen zich geen personen binnen de afrastering bevinden, behoudens die bevoegd zijn plaats te nemen in de dug-out c.q. op de spelersbank. Bij topklasseduels is bepaald dat ballenjongens de ballen mogen aanreiken en deze jongens en meisjes zitten meestal tegen de reclameborden op stoeltjes.

De spelregelvraag van 1 maart 2013:
Een doelverdediger gooit tijdens het spel, vanuit zijn eigen strafschopgebied, maar buiten zijn doelgebied, de bal opzettelijk in het gezicht van een tegenstander, die naast het doel en 1 meter achter de doellijn staat. Wat beslist de scheidsrechter, nadat hij hiervoor het spel heeft onderbroken?

a. Hij toont de doelverdediger een rode kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de doelverdediger gooide.

b. Hij toont de doelverdediger een rode kaart en laat het spel hervatten met een strafschop.

c. Hij toont de doelverdediger een gele kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de doelverdediger stond.

d. Hij toont de doelverdediger een gele kaart en laat het spel hervatten met een strafschop

Het juiste antwoord is A: zie pagina 39 van de aanvullende instructies van de werkgroep spelregels uit 2013. De rode kaart zal duidelijk zijn… Omdat de overtreding buiten het speelveld plaatsvindt, wordt de spelstraf tegen de doelman een indirecte vrije trap en wel op de plaats waar de doelman stond toen hij de bal naar de tegenstander gooide.

De spelregelvraag van 8 maart 2013:
Is in het amateurvoetbal een afrastering om het speelveld bij alle wedstrijden verplicht?

a. Ja, dit is verplicht bij alle wedstrijden

b. Nee, dit geldt alleen voor wedstrijden tussen standaardteams

c. Nee, dit geldt alleen voor wedstrijden tussen seniorenteams

d. Nee, dit geldt alleen voor wedstrijden tussen standaardteams bij de mannen, de landelijke klassen bij de vrouwen en junioren t/m de 2e divisie

Het juiste antwoord is D: zie artikel 15 van het reglement amateurvoetbal, waarin een en ander geregeld is.

De spelregelvraag van 15 maart 2013:
Een speler die wordt gewisseld verlaat het veld achter het doel, waar de kleedkamers ook zijn. Wat beslist de scheidsrechter?

a. Hij laat de nieuwe speler gewoon het veld betreden en doet verder niets

b. Hij laat de nieuwe speler toe, maar meldt het voorval wel aan de bond

c. Hij toont de uitgewisselde speler een gele kaart en laat vervolgens wisselen

d. Hij toont de uitgewisselde speler een gele kaart en vraagt deze speler alsnog het veld te verlaten bij de middenlijn

Het antwoord is A: de wisselspeler die binnenkomt mag het speelveld alleen betreden ter hoogte van de middenlijn, en pas nadat de te vervangen speler het speelveld heeft verlaten, een en ander met toestemming van de scheidsrechter. De speler die het veld verlaat, mag dat op iedere willekeurige plek doen.

De spelregelvraag van 22 maart 2013:
Hoeveel minuten voor aanvang van de wedstrijd moet de scheidsrechter in het bezit zijn van het wedstrijdformulier en binnen welk tijdbestek na afloop van de wedstrijd moet het formulier zijn ingevuld?

a. 15 minuten voor de wedstrijd, 15 minuten na de wedstrijd

b. 15 minuten voor de wedstrijd, 30 minuten na de wedstrijd

c. 15 minuten voor de wedstrijd, over tijd na de wedstrijd is niets opgenomen in de spelregels

d. Hierover is niets bepaald in de spelregels

Het juiste antwoord is A: een en ander is vastgelegd in het Reglement Wedstrijden Amateurvoetbal artikel 26.

De spelregelvraag van 29 maart 2013:
De scheidsrechter kent een strafschop toe, omdat een verdediger hem op grove wijze heeft beledigd, terwijl deze verdediger binnen zijn eigen strafschopgebied staat. Daarnaast krijgt de verdediger hiervoor een gele kaart. Welke van de onderstaande antwoorden is juist?

a. het geven van de strafschop en het tonen van de gele kaart zijn beide juist

b. alleen de strafschop is juist, de gele kaart tonen is onjuist

c. alleen de gele kaart is juist, de strafschop geven is onjuist

d. het geven van de strafschop en het tonen van de gele kaart zijn beide onjuist

Het antwoord moet D zijn: voor het beledigen van tegenstanders, medespelers, scheidsrechter, assistent-scheidsrechter, terwijl de bal in het spel is, is de spelhervatting altijd een indirecte vrije schop. De persoonlijke straf is een rode kaart.

De spelregelvraag van 5 april 2013:
Een strafschop kan worden toegekend…..

a. onafhankelijk van de plaats waar de bal zich bevindt, mits hij in het spel is op het moment dat de overtreding binnen het strafschopgebied plaatsvond, waarvoor een directe vrije schop moet worden toegekend

b. als de bal zich binnen het strafschopgebied bevindt en deze in het spel is op het ogenblik dat de overtreding, ongeacht de plaats, geschiedde

c. indien de bal binnen het strafschopgebied is op het ogenblik dat de overtreding plaatsvond

d. onafhankelijk van de plaats waar de bal zich bevindt en waar de overtreding heeft plaatsgevonden, indien er sprake is van een geweldadige handeling

Het antwoord is A: de plaats van de overtreding is beslissend. De overtreding moet binnen het strafschopgebied worden begaan. De plaats waar op dat ogenblik de bal zich bevindt doet niet ter zake. Hij moet wel in het spel zijn. Voor de gemaakte overtreding moet op grond van regel 12 een directe vrije schop worden toegekend aan de aanvallende partij.

De spelregelvraag van 12 april 2013:
Bij een doelschop loopt een aanvaller te vroeg toe. Een verdediger ziet dit en blokkeert hem de weg naar de bal. De scheidsrechter wacht tot de bal buiten het strafschopgebied is gekomen, onderbreekt dan het spel, zendt de verdediger van het speelveld door het tonen van de rode kaart en hervat het spel met een strafschop voor de aanvallende partij. Zijn deze beslissingen juist?

a. de verdediger had niet van het speelveld moeten worden gestuurd (een geval van obstructie)

b. nee, op het moment van de overtreding was de bal nog binnen het strafschopgebied, zodat de doelschop moet worden overgenomen. De persoonlijke straf is afhankelijk van de ernst van de overtreding

c. ja, de scheidsrechter had gedeeltelijk gelijk; het wegzenden van de speler door het tonen van de rode kaart is juist, doch de doelschop moet worden overgenomen

d. ja, de scheidsrechter had gedeeltelijk gelijk; het toekennen van de strafschop is juist, de rode kaart niet, want de speler was niet doorgebroken

Het antwoord moest B zijn: zie de aanvullende instructies, hoofdstuk 16. Zolang de bal niet buiten het strafschopgebied is geweest, is hij niet in het spel en elke aanraking door welke speler dan ook betekent dat de doelschop opnieuw moet worden genomen. Daar de bal niet in het spel is, kunnen geen spelstraffen worden gegeven. Zou een tegenstander – tegen de voorschriften – binnen het strafschopgebied komen en door een verdediger ongeoorloofd worden aangevallen, dan kan geen strafschop worden toegekend. Wel kan de betrokken overtreder een waarschuwing ontvangen of van het speelveld worden gezonden.

De spelregelvraag van 19 april 2013:
In de rust hebben de doelverdediger en een veldspeler van tenue gewisseld. Als het spel in de tweede helft een paar minuten aan de gang is, wordt dit opgemerkt door de scheidsrechter. Op welke manier zal deze nu juist handelen?

a. hij geeft beide spelers een waarschuwing door het tonen van de gele kaart zodra dit mogelijk is, zonder hiervoor het spel te onderbreken

b. hij onderbreekt het spel, geeft beide spelers een waarschuwing door het tonen van de gele kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal

c. hij onderbreekt het spel, geeft beide spelers een waarschuwing door het tonen van de gele kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij

d. hij wacht tot de bal uit het spel is. Speelt één van beiden eerder de bal, dan wordt het spel onderbroken, krijgen beide spelers een waarschuwing door het tonen van de gele kaart en wordt het spel hervat met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij

Het juiste antwoord is A: zie de aanvullende instructies, pagina 9. Wisseling zonder kennisgeving aan de scheidsrechter en zonder verandering van kleding zou tot een strafschop kunnen leiden, als de nieuwe doelverdediger binnen het eigen strafschopgebied de bal opzettelijk met de hand of arm zou spelen. Als wel van kleding is gewisseld, maar de mededeling aan de scheidsrechter is achterwege gebleven (bijvoorbeeld bij een wisseling tijdens de rust), dan moet de scheidsrechter in het hierboven genoemde geval niet een strafschop toekennen, maar volstaan met een waarschuwing aan de beide spelers, zodra dit mogelijk is, zonder het spel hiervoor te onderbreken.

De spelregelvraag van 26 april 2013:
Tijdens de wedstrijd komt een speler naar je toe en begint in een voor jou onverstaanbare taal tegen je te praten. Aan zijn lichaamstaal en houding kun je zien dat hij het niet eens is met een door jou genomen beslissing. Wat beslist je als scheidsrechter?

a. de scheidsrechter doet niets

b. de scheidsrechter vermaant deze speler

c. de scheidsrechter toont deze speler de gele kaart

d. de scheidsrechter toont deze speler de rode kaart

Dit moet C zijn: als je blijk geeft het niet eens te zijn met de beslissing en dit kenbaar maakt in een onverstaanbare taal en je op grond van de lichaamstaal iets kunt aflezen dat hij de beslissing aanvecht, is de persoonlijke straf een waarschuwing door het tonen van een gele kaart.

De spelregelvraag van 3 mei 2013:
Je geeft binnen vijf minuten twee keer een strafschop aan dezelfde partij. De andere partij is het daar niet mee eens en verlaat uit protesthet veld. Wat doet de scheidsrechter?

a. de scheidsrechter trekt de beslissing tot strafschop in

b. de scheidsrechter wacht dertig minuten op deze ploeg en als zij niet meer komen, dan staakt hij de wedstrijd

c. de scheidsrechter staakt de wedstrijd per direct definitief

d. de scheidsrechter toont de aanvoerder van dit team de gele kaart

Dit moet antwoord C zijn: bij het verlaten van het speelveld door de gehele ploeg is er maar één oplossing en dat is het direct definitief staken van de wedstrijd. Als een ploeg waar tegen gescoord is, de aftrap na geldig doelpunt weigert te nemen, dan kun je de aanvoerder verzoeken iemand aan te wijzen en eventueel waarschuwingen uitdelen et cetera.

De spelregelvraag van 10 mei 2013:
Een verdediger, buiten zijn eigen strafschopgebied maar binnen het speelveld, gooit een kluit modder naar een tegenstander op het moment dat deze, binnen het strafschopgebied, op doel wil schieten. Daardoor mist de aanvaller de bal, die nu door een andere verdediger alsnog weggewerkt kan worden. Wat dient de beslissing van de scheidsrechter te zijn?

a. directe vrije schop en gele kaart

b. indirecte vrije schop en gele kaart

c. strafschop en gele kaart

d. strafschop en rode kaart

Het juiste antwoord is D: zie het spelregelboek op pagina 80. Als een speler een voorwerp gooit naar iemand die zich binnen het strafschopgebied bevindt, dan wordt het spel hervat met een strafschop. De persoonlijke straf behoort dan een veldverwijdering (rode kaart) te zijn.

De spelregelvraag van 17 mei 2013:
Een aanvaller mist een kans voor open doel en trekt uit pure teleurstelling zijn shirt uit. Hoe zal de scheidsrechter moeten reageren?

a. gele kaart en een doelschop

b. vermaning voor de aanvaller en een doelschop

c. doelschop

d. gele kaart en indirecte vrije schop

Het juiste antwoord is C: zie pagina 76 in de handleiding. het shirt uittrekken of over het hoofd doen als vreugde-uiting na het scoren van een doelpunt dient bestraft te worden met een gele kaart. Maar voor het over het hoofd trekken van een shirt uit pure teleurstelling is toegestaan en hoeft dus niet te worden bestraft met een gele kaart.

De spelregelvraag van 24 mei 2013:
De doelverdediger weet, hierbij geholpen door de harde wind, de bal vanuit zijn eigen strafschopgebied rechtstreeks in het doel van de tegenpartij te schieten. Welke beslissing kan de scheidsrechter nemen?

a. doelschop

b. scheidsrechtersbal

c. aftrap na geldig doelpunt

d. aftrap na geldig doelpunt of doelschop

Het juiste antwoord is D: de vraag is hierbij uit welke situatie de doelverdediger de bal schiet. Als hij tijdens het spel de bal heeft opgevangen en de bal vervolgens in het doel van de tegenpartij weet te schieten, is er sprake van een geldig doelpunt. Doet hij dit uit een doelschop, dan ook. Uit een directe vrije schop is het ook een geldig doelpunt, maar uit een indirecte vrije schop levert het geen doelpunt op, maar moet de spelhervatting een doelschop zijn.

De spelregelvraag van 31 mei 2013:
Tijdens de wedstrijd trekt een verdediger zich nabij de hoekvlag terug buiten het speelveld, zonder toestemming van de scheidsrechter, om zijn tenue in orde te maken. Terwijl hij nog bezig is, scoort de tegenstander een doelpunt. Moet de scheidsrechter nu rekening houden met deze verdediger buiten het speelveld om buitenspel te beoordelen?

a. nee, deze verdediger doet voor de buitenspelbeoordeling niet actief aan het spel mee

b. nee, niet als deze verdediger achter de zijlijn staat

c. ja, alleen als deze verdediger achter de doellijn staat

d. ja, maakt niet uit of hij achter de zijlijn of achter de doellijn staat.

Het juiste antwoord is D: zie pagina 60 in het spelregelboek. Elke verdediger die, om welke reden ook, het speelveld verlaat zonder toestemming van de scheidsrechter, wordt tot de volgende onderbreking van het spel geacht zich op zijn eigen doellijn of zijlijn te bevinden.

De spelregelvraag van 7 juni 013:
De bal bevindt zich op het middenveld als de scheidsrechter het spel onderbreekt om een speler een waarschuwing te geven wegens het zonder toestemming betreden van het speelveld na een blessurebehandeling. Hoe en waar moet het spel worden hervat?

a. indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen werd onderbroken

b. indirecte vrije schop op de zijlijn

c. indirecte vrije schop op de zij- of doellijn

d. scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen werd onderbroken

Antwoord A is juist: de bal is in het spel. Het zonder toestemming betreden van het speelveld na een blessurebehandeling is een overtreding die moet worden bestraft met een indirecte vrije schop. Het spel dient te worden hervat op de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter het spel onderbrak voor het geven van de waarschuwing.

De spelregelvraag van 14 juni 2013:
Hoeveel kaarten kan een scheidsrechter in een competitiewedstrijd van standaardelftallen in het amateurvoetbal aan actieve spelers tonen, alvorens hij de wedstrijd reglementair moet staken?

a. maximaal 39

b. maximaal 40

c. maximaal 46

d. maximaal 47

Het juiste antwoord is C: het gaat om een wedstrijd in de A-categorie, waarbij drie wisselspelers per ploeg zijn toegestaan. Dus tweemaal veertien spelers, die allemaal een gele kaart kunnen krijgen = 28 gele kaarten. Vervolgens kunnen van iedere ploeg vier spelers een tweede gele gevolgd door een rode kaart krijgen en dan nog is er geen ploeg met minder dan zeven spelers. Deze tweede fase geeft dus zestien kaarten. Hiermee staan we op 44 kaarten. Als nu de 5e spelers van één van beide ploegen zijn tweede gele kaart krijgt gevolgd door rood, dient de scheidsrechter de wedstrijd te staken, omdat dan één van beide ploegen minder dan zeven spelers heeft. us bij 46 kaarten is het afgelopen.

De spelregelvraag van 21 juni 2013:
Na een overtreding door de verdedigende partij vormen de verdedigers een zogenaamde muur op acht meter van de bal. Op het moment dat de scheidsrechter bezig is de muur op de juiste afstand te zetten, wordt de bal door een aanvaller in het doel geschoten. Wat beslist de scheidsrechter als de bal op de juiste plaats stil lag toen de bal werd geschoten en hij de aanvallende partij niet had gezegd dat zij op zijn fluitsignaal moesten wachten?

a. hij zal het doelpunt goedkeuren

b. hij zal het doelpunt afkeuren en de vrije schop opnieuw laten nemen

c. hij zal het doelpunt afkeuren en hervatten met een doelschop

d. hij kent een indirecte vrije schop toe aan de tegenpartij wegens onsportief gedrag.

Het juiste antwoord Is B: een fluitsignaal is nodig om het spel te hervatten bij vrije schoppen waarbij de muur op de juiste afstand gezet moet worden, zie ook bladzijde 33 in de uitgave ‘spelregels veldvoetbal’ van de KNVB.

De spelregelvraag van 28 juni 2013:
Een wisselspeler die zonder toestemming van de scheidsrechter zijn team heeft gecompleteerd, wordt in het strafschopgebied van de tegenstander door een tegenspeler opzettelijk tegen de benen geschopt. Op dat moment constateert de scheidsrechter dat deze wisselspeler zich tegen de regels op het speelveld bevindt. Hoe reageert de scheidsrechter als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?

a. hij toont de schoppende speler een rode kaart, toont de wisselspeler een gele kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop tegen de schoppende speler, wegens een overtreding op een onbevoegd persoon

b. hij toont de schoppende speler een rode kaart, de wisselspeler een gele kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop tegen de wisselspeler op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken

c. hij toont de schoppende speler een rode kaart, toont de wisselspeler een gele kaart en hervat het spel met een strafschop tegen de schoppende speler

d. hij toont de schoppende speler een rode kaart, toont de wisselspeler een gele kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal

Het juiste antwoord is C: de schoppende speler dient de rode kaart te worden getoond. De wisselspeler dient voor het feit dat hij zonder toestemming van de scheidsrechter zijn team heeft gecompleteerd, de gele kaart te worden getoond. Omdat het gaat om de zogenaamde elfde speler van de ploeg waartegen de overtreding werd begaan, dient de spelhervatting een strafschop te zijn.

De spelregelvraag van 5 juli 2013:
De doelverdediger is, in zijn doelgebied tijdens het spel, bezig iets aan zijn uitrusting in orde te brengen en heeft daarvoor zijn handschoenen en een schoen uitgedaan. Onverwacht ontstaat er toch een doelkans voor de tegenpartij en wordt de bal op doel geschoten. De doelverdediger gooit nu binnen zijn doelgebied zijn schoen tegen de bal, die daardoor naast in plaats van in het doel gaat. Wat zal de scheidsrechter moeten beslissen?

1. Disciplinaire straf
a. geen kaart
b. gele kaart
c. rode kaart

2. Spelhervatting
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. hoekschop
d. strafschop
e. doelschop

3. Plaats van de hervatting
a. op de plaats waar de bal met de schoen werd geraakt
b. op de lijn van het doelgebied, die evenwijdig loopt aan de doellijn
c. op de strafschopgebied
d. in het hoekschopgebied
e. in het doelgebied

Het juiste antwoord is B-B-B: de schoen tegen de bal gooien wordt gezien als onsportief gedrag, waarvoor de gele kaart getoond dient te worden. De spelhervatting voor deze onderbreking is een indirecte vrije schop en omdat het binnen het doelgebied geschiedde, is de plaats van de hervatting de lijn van het doelgebied, die evenwijdig loopt met de doellijn etc.

De spelregelvraag van 12 juli 2013:
Een aanvaller ligt gewond achter de doellijn, niet ver van het doel. Hij roept iets tegen de doelverdediger, die boos reageert. Als even later de doelverdediger de bal in het bezit krijgt, werpt hij de bal met kracht, staande in zijn eigen doelgebied, in het gezicht van deze aanvaller. Wat zal de scheidsrechter moeten beslissen?

1. Disciplinaire straf
a. geen kaart
b. gele kaart
c. rode kaart

2. Spelhervatting
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. strafschop
d. hoekschop
e. scheidsrechtersbal

3. Plaats van de hervatting
a. waar de bal was toen het spel werd onderbroken
b. waar de doelverdediger stond
c. op de van het doelgebied, die evenwijdig loopt aan de doellijn
d. op de strafschopstip
e. in het hoekschopgebied
f. niet van toepassing

Het juiste antwoord is C-B-C: de doelverdediger die de bal met kracht in het gezicht van de aanvaller gooit, dient te worden bestraft met wegzenden (tonen rode kaart). Omdat de doelverdediger in zijn doelgebied staat en vandaar de bal gooit naar iemand die buiten het speelveld ligt, is de spelhervatting een indirecte vrije schop, te nemen op de lijn van het doelgebied die evenwijdig loopt aan de doellijn etc. Zie ook de handleiding spelregels veldvoetbal op pagina 80 onderaan.

De spelregelvraag van 19 juli 2013:
Een veldspeler die binnen het eigen doelgebied staat, gooit een kluit aarde tegen de bal aan en voorkomt zodoende dat er een doelpunt wordt gemaakt. Wat zal de scheidsrechter hier moeten beslissen?

a. Hij geeft een indirecte vrije schop aan de tegenpartij op de rand van het doelgebied en geeft de speler een waarschuwing door het tonen van de gele kaart.

b. Hij kent een strafschop toe en geeft de speler een waarschuwing door het tonen van de gele kaart.

c. Hij geeft een indirecte vrije schop aan de tegenpartij op de rand van het doelgebied en stuurt de speler van het speelveld door het tonen van de rode kaart.

d. Hij kent een strafschop toe en stuurt de speler van het speelveld door het tonen van de rode kaart.

Het juiste antwoord is D: Zie pagina 30 van de aanvullende instructies, onder punt 4. Het gooien met een voorwerp naar de bal wordt uitgelegd als opzettelijk hands en daardoor dient de spelhervatting een strafschop te zijn, terwijl de speler van het speelveld gestuurd moet worden door het tonen van de rode kaart.

De spelregelvraag van 26 juli 2013:
Partij A krijgt buiten het strafschopgebied een vrije schop te nemen. De nemer van de schop wipt de bal omhoog, waarna een medespeler de bal met de knie terugspeelt op zijn doelverdediger. Deze vangt de bal met zijn handen op en schiet de bal ver het speelveld in. Wat zal de scheidsrechter beslissen?

a. Hij laat doorspelen

b. De nemer van de vrije schop ontvangt een waarschuwing door het tonen van de gele kaart wegens onsportief gedrag en de vrije schop wordt overgenomen

c. De nemer van de vrije schop ontvangt een waarschuwing door het tonen van de gele kaart wegens onsportief gedrag en de tegenpartij krijgt op de plaats waar de vrije schop werd genomen een indirecte vrije schop toegekend

d. De tegenpartij krijgt op de plaats waar de vrije schop werd genomen een indirecte vrije schop toegekend

Het juiste antwoord is A: Zie pagina 76 spelregels veldvoetbal. Dit is niet het toepassen van de truc, omdat verschillende spelers dit doen en er gebeurt dus niets onreglementairs.

De spelregelvraag van 2 augustus 2013:
Welke van onderstaande overtredingen moet bestraft worden met een indirecte vrije schop?

a. een speler trapt naar een toeschouwer, die tijdens het spel het speelveld betreedt

b. als de bal in het spel is, spuwt een speler vanuit het speelveld naar een tegenstander die buiten het speelveld staat

c. een speler springt naar een tegenstander

d. een speler trapt met een te hoog geheven been naar de bal en raakt daarbij met zijn voet een tegenstander

Het juiste antwoord op de vraag is B: Zie pagina 80 spelregels veldvoetbal. Deze overtreding levert een indirecte vrije schop op, omdat het gebeurt door een speler vanuit het speelveld naar iemand buiten het speelveld (van binnen naar buiten), terwijl de bal in het spel was. De persoonlijke straf bij spuwen is altijd een rode kaart.

De spelregelvraag van 9 augustus 2013:
De scheidsrechter stuurt een speler met rood van het speelveld en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop. In welke situatie heeft de scheidsrechter juist gehandeld?

a. bij het blokkeren van een tegenstander die een duidelijke scoringskans heeft

b. bij het trappen van een tegenstander

c. bij het discrimineren van een tegenstander

d. bij het spuwen naar een tegenstander

Het juiste antwoord is C: Zie pagina 70 spelregels veldvoetbal, onderaan. Grove beledigende taal of scheldwoorden gebruiken en/of gebaren maken. In de aanvullende instructies op pagina 36 staat duidelijk aangegeven wat onder discrimineren wordt verstaan en welke straf hiervoor dient te worden toegepast.

De spelregelvraag van 16 augustus 2013:
De doelman staat aan de rand van zijn strafschopgebied met de bal in zijn handen en kijkt naar wie hij de bal zal spelen. Terwijl hij dit doet stuit hij met de bal enkele malen op de grond. Net als de bal de grond raakt, weet een toegelopen aanvaller de bal met de voet te spelen en in het doel te schieten. Wat zou je als scheidsrechter moeten beslissen?

a. Je kent een doelpunt toe; de doelman had de bal immers niet meer in zijn bezit.

b. Je fluit af en laat hervatten met een directe vrije schop op de plaats waar de aanvaller de bal speelde, want de doelman werd geacht de bal in zijn bezit te hebben.

c. Je fluit af en laat hervatten met een directe vrije schop op de plaats waar de aanvaller de bal speelde. Je toont de overtreder een gele kaart wegens het voorkomen dat de doelman de bal in het spel kan brengen.

d. Je fluit af en laat hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de aanvaller de bal speelde, want de doelman werd geacht de bal in zijn bezit te hebben.

Tijd voor een nieuwe spelregelvraag. Het juiste antwoord op de vraag van vorige week had D moeten zijn: Zie pagina 33 van de aanvullende instructies. Hierin staat precies wanneer de bal in het bezit is van de doelman. Zodra de bal geacht wordt in het bezit te zijn van de doelman, mag de bal niet worden gespeeld. Hier wordt dus een overtreding gemaakt, die bestraft moet worden met een indirecte vrije schop.

De spelregelvraag van 23 augustus 2013:

Een speler, die zich op de zijlijn bevindt, beledigt op zeer grove wijze een toeschouwer die zich achter de afrastering bevindt. De scheidsrechter hoort dit en onderbreekt het spel. Wat zou hij moeten beslissen?

1. Disciplinaire straf
a. geen kaart
b. gele kaart
c. rode kaart

2. Spelhervatting
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. directe vrije schop
d. strafschop

3. Plaats van de hervatting
a. op de plaats waar de bal was bij affluiten
b. op de zijlijn
c. in de middencirkel

Het juiste antwoord is C-B-B: beledigen hoort niet thuis op het voetbalveld en dient daarom in alle omstandigheden te worden bestraft met een rode kaart. De bal is in het spel en de belediging gebeurt vanuit het speelveld, dus is de spelhervatting een indirecte vrije schop op de plaats waar de belediging wordt uitgesproken.

De spelregelvraag van 30 augustus 2013:
Een speler heeft het speelveld moeten verlaten wegens een verwonding. Zonder toestemming van de scheidsrechter betreedt hij het speelveld om zich bij zijn team te voegen. Wat moet de scheidsrechter beslissen als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?
a. de speler ontvangt een vermaning en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop
b. hij toont deze speler een gele kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de zijlijn waar hij het speelveld betrad
c. hij toont deze speler een gele kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken
d. hij toont deze speler een gele kaart en laat het spel hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken

Het juiste antwoord is C: zonder toestemming van de scheidsrechter betreden van het speelveld is altijd een gele kaart. Omdat het een speler betreft die actief betrokken is bij het spel, wordt de spelhervatting een indirecte vrije schop. Op de plaats waar de bal was op moment van onderbreken door de scheidsrechter.

De spelregelvraag van 6 september 2013:
De scheidsrechter heeft op advies van een van de assistent-scheidsrechters voor buitenspel gefloten. Een aanvaller van B is het daar niet mee eens. Nadat de indirecte vrije schop voor buitenspel al is genomen en de bal ergens op het middenveld is, loopt hij op de bewuste assistent-scheidsrechter af, die op de zijlijn staat, en slaat hem de vlag uit handen. De scheidsrechter toont de speler een rode kaart. Hoe hervat hij nu het spel?
a. indirecte vrije schop voor de tegenpartij op de plaats waar de bal was op het moment van fluiten
b. indirecte vrije schop voor de tegenpartij op de plaats waar de aanvaller de overtreding maakte
c. directe vrije schop voor de tegenpartij op de plaats waar de bal was op het moment van fluiten
d. directe vrije schop voor de tegenpartij op de plaats waar de aanvaller de overtreding maakte

Het juiste antwoord is B: zie pagina 38 van de aanvullende instructies spelregels veldvoetbal (juni 2013). Betrokken aanvaller maakt zich schuldig aan ernstig gemeen spel en wordt daardoor weggezonden door het tonen van de rode kaart. Het gaat hier om een overtreding tegenover een niet-tegenstander, terwijl de bal in het spel is. De spelhervatting is derhalve een indirecte vrije schop. Omdat de speler de overtreding maakt binnen het speelveld, is de plaats van de spelhervatting daar waar de overtreding werd gemaakt.

De spelregelvraag van 13 september 2013:
Een speler heeft tijdens het spel een uitgewisselde speler, die zich binnen het speelveld bevindt ter hoogte van de middenlijn, een klap gegeven. Wat beslist de scheidsrechter als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?
a. Hij toont deze speler een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats waar het contact plaatsvond

b. Hij toont deze speler een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was op het moment van onderbreken

c. Hij toont deze speler de rode kaart en hervat met een scheidsrechtersbal

d. Hij toont deze speler de gele kaart en hervat met een scheidsrechtersbal

Het juiste antwoord is B: zie pagina 38 van de aanvullende instructies spelregels veldvoetbal (juni 2013).

De spelregelvraag van 20 september 2013:
Een doelverdediger gooit tijdens het spel, vanuit zijn eigen strafschopgebied – maar buiten zijn doelgebied, de bal opzettelijk in het gezicht van een aanvaller, die naast het doel en één meter achter de doellijn staat. Wat beslist de scheidsrechter als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?
a. Hij toont de doelverdediger een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats waar de doelverdediger gooide

b. Hij toont de doelverdediger een rode kaart en hervat het spel met een strafschop

c. Hij toont de doelverdediger de gele kaart en hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de doelverdediger stond

d. Hij toont de doelverdediger een gele kaart en hervat met een strafschop

Het antwoord is A: zie de toelichting bij het schema op pagina 39 van de aanvullende instructies spelregels veldvoetbal (juni 2013).

De spelregelvraag van 27 september 2013:
Een spelerdie behandeld is aan een blessure wacht aan de zijlijn op toestemming van de scheidsrechter om het speelveld te betreden. Vanaf deze plek achter de zijlijn spuwt hij naar een tegenstander die binnen het speelveld loopt. Wat beslist de scheidsrechter als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?
a. Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen hij het spel onderbrak

b. Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats waar de tegenstander stond in het veld

c. Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat met een directe vrije schop op de plaats waar de tegenstander stond in het veld

d. Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat het spel met een directe vrije schop op de plaats waar de bal was op het moment van onderbreken.

Het juiste antwoord is C: zie (wederom) de toelichting bij het schema op pagina 39 van de aanvullende instructies spelregels veldvoetbal (juni 2013).

De spelregelvraag van 4 oktober 2013:
Een aanvaller van ploeg A brengt de bal hoog in het strafschopgebied van zijn tegenstander. Voordat de doelverdediger de bal uit de lucht plukt, vindt er net voor de doelman een duel plaats, waarbij de verdediger zijn directe tegenstander raakt met een rondzwaaiende arm. Hij gebruikt daarbij zijn elleboog als een soort wapen en raakt zijn tegenstander in het gezicht, die daardoor met een bebloed gezicht naar de kant moet voor verzorging. Wat dient de scheidsrechter te beslissen ?

a. De scheidsrechter fluit af, geeft een strafschop en toont de overtreder tevens een rode kaart voor het plegen van een gewelddadige handeling.

b. Hij laat doorspelen want de verdediger raakt zijn tegenstander niet met opzet. Doordat hij wegdraait, raakt hij met zijn rondzwaaiende arm zijn tegenstander per ongeluk op het gezicht.

c. Hij geeft een indirecte vrije schop voor het ongelukkig raken van zijn tegenstander. Toont hem wel de gele kaart, omdat hij wat wild wegdraaide.

d. Scheidsrechter fluit af, geeft een strafschop en toont de overtreder tevens een rode kaart voor het plegen van ernstig gemeen spel.

Het juiste antwoord is A: acties met gebogen armen of ellebogen, dus niet alleen focussen op voeten en benen. Speciale aandacht is gewenst voor spelers die inspringen naar tegenstanders en daarbij hun armen in een onnatuurlijke houding hebben. Het gebruiken van de elleboog als slagwapen. Spelers moet je beschermen tegen deze overtredingen die met buitensporige inzet gepaard gaan. Er is hier meestal sprake van een korte en krachtige beweging met de elleboog achterwaarts, de zogenoemde ‘Lee Towers beweging’. Hier gaat het om een geweldadige handeling.

De spelregelvraag van 11 oktober 2013:
Een speler van ploeg A loopt met de bal aan de voet richting zijn tegenstander. Hij wordt achtervolgd door een andere tegenstander, die uiteindelijk de bal met een sliding voor zijn voeten wegglijdt. Hij heeft daarbij zijn benen op de grond en speelt de bal. Daarna raakt hij de speler van ploeg A heel licht, die daardoor ten val komt. Er was voldoende ruimte voor de sliding. Wat dient de scheidsrechter te beslissen?

a. De scheidsrechter fluit af, geeft een indirecte vrije schop omdat de verdediger zijn tegenstander onvoorzichtig ten val brengt

b. Hij fluit af, en geeft een directe vrije schop en een gele kaart, omdat het een onbesuisde tackle was

c. Hij laat doorspelen, want de tackle was corect: glijdend over de grond, de bal gespeeld en genoeg ruimte om de sliding te maken

d. Scheidsrechter laat niet doorspelen, want door de tackle wordt de speler wel ten val gebracht

Het juiste antwoord is C: de bal moet gespeeld worden, anders is het altijd een overtreding. Glijden met één of beide benen op de grond mag. De bal wordt weggegleden voor de benen van de tegenstander. Je moet eerst de bal raken. Risico is voor de speler. Contact met de tegenstander is logisch onderdeel. De aard van het contact is beslissend. Voor de tackle moet genoeg ruimte zijn.

De spelregelvraag van 18 oktober 2013:
Een aanvaller zet de bal voor het doel. Een verdediger trapt de bal hoog de lucht in. Deze komt naar beneden in het doelgebied. De doelverdediger komt zijn doel uit. Een aanvaller is in de buurt. Zowel de doelman als de aanvaller springen op om de bal te bemachtigen. De aanvaller springt rechtstandig omhoog, evenals de doelverdediger. De aanvaller kopt de bal in het doel, voordat de doelverdediger deze met de handen weg wil stompen. De aanvaller heeft zijn handen op een natuurlijke wijze omhoog om de bal te kunnen koppen. Bij het neerkomen raken zij elkaar licht. Wat dient de scheidsrechter te beslissen?

a. De scheidsrechter kent een doelpunt toe

b. Hij keurt het doelpunt af, omdat de aanvaller niet met de handen omhoog met de doelman mag meespringen in zijn doelgebied

c. Hij fluit af en geeft een indirecte vrije schop voor het aanvallen van de doelman

d. Scheidsrechter fluit af en geeft een directe vrije schop voor het springen naar de keeper en geel omdat dit onvoorzichtig gebeurt

Het juiste antwoord is A: er worden in deze situatie geen overtredingen gemaakt.

De spelregelvraag van 25 oktober 2013:
Na een hoekschop wordt de bal uitverdedigd, die dan vervolgens bij een aanvaller voor de voeten komt en deze schiet de bal direct op het doel. De bal gaat hoog over 2 aanvallers heen die in buitenspelpositie lopen, maar zij laten duidelijk zien dat de bal voor hen niet binnen speelbereik is en dat zij deze ook niet willen spelen. Zij lopen wel in de baan van het schot en het gezichtsveld van de doelverdediger, maar de afstand is erg groot. De scheidsrechter moet beslissen of dit een geldig doelpunt is. Wat doet hij?

a. Hij kent het doelpunt niet toe, wan de spelers lopen in buitenspelpositie en dan doet de afstand er niet toe.

b. Scheidsrechter kent een doelpunt toe, want hier is geen sprake van het beïnvloeden van het spel van de doelverdediger, omdat de afstand tussen de spelers en de doelman te groot is.

c. Ondanks dat het strafbaar buitenspel is, kent hij het doelpunt toch toe, want de doelman ziet de bal duidelijk aankomen.

d. Hij keurt het doelpunt af, want de spelers konden de bal wel niet spelen, maar dat hoeft voor het beïnvloeden van de doelverdediger niet echt.

Het juiste antwoord is B: beïnvloeding van de tegenstander is hier het onderdeeltje welke van toepassing is bij beoordeling of er sprake is van al dan niet strafbaar buitenspel. Genoemde spelers die buitenspel staan laten duidelijk zien niet actief bij het spel betrokken te zijn. De vraag of ze uitzicht belemmerend zijn voor de doelman, moet ook ontkennend worden beantwoord, omdat de afstand van waar de bal vertrekt en de doelman staat erg groot is en daarbij gaat de bal ook nog eens hoog over de buitenspel staande spelers. De doelman wordt geacht voldoende zicht te hebben om die bal aan te zien komen.

De spelregelvraag van 1 november 2013:
Een aanvaller en een verdediger lopen langs de zijlijn achter de bal aan. Als de bal voor beide spelers binnen speelbereik is, geeft een aanvaller zijn tegenstander met de schouder een duw tegen de schouder. Deze komt hierdoor ten val. Hoe zal de scheidsrechter hier dienen te handelen?

a. Hij laat doorspelen, want duwen met schouder tegen schouder is geoorloofd zolang de bal binnen speelbereik is en niet de vorm van smijten heeft

b. Scheidsrechter fluit af, geeft een directe vrije schop voor het onvoorzichtig duwen en toont de overtreder een gele kaart

c. hij fluit af en geeft een indirecte vrije schop, omdat het duwen met de schouder niet meer geoorloofd is

d. Scheidsrechter fluit af en geeft een indirecte vrije schop, omdat de bal niet binnen speelbereik was

Het antwoord is A: een schouderduw is correct als dat gebeurt met schouder tegen schouder, de bal binnen speelbereik en de bedoeling hebbende de bal te willen spelen.

De spelregelvraag van 8 november 2013:
Via de doelverdediger komt de bal bij een aanvaller terecht. Deze wil de bal op het doel gaan schieten. Links van hem staat een teamgenoot, die slechts 1 verdediger tussen zichzelf en de doellijn heeft, maar die op dat moment niet echt het spel beïnvloedt. Als de bal geschoten wordt, stuit deze via het been van de doelverdediger naar de zijkant van het strafschopgebied. De in buitenspel positie staande teamgenoot van de schutter gaat naar de bal toe en zet deze voor. Wat zal de scheidsrechter dienen te doen?

a. Hij laat doorspelen, want hij beïnvloedde eerder het spel niet.

b. S. fluit af en hervat het spel met een indirecte vrije schop, omdat de speler die op het moment van spelen buitenspel stond voordeel trekt uit deze eerdere positie.

c. Hij laat door doorspelen, want de buitenspel staande speler krijgt de bal toegespeeld door de doelverdediger.

d. S. had direct moeten affluiten, omdat hij al strafbaar buitenspel stond.

Het juiste antwoord is B: op het moment van spelen van de bal stond de teamgenoot buitenspel. Toen de bal op het doel werd geschoten stond hij evenwel niet strafbaar buitenspel. Nu de ingeschoten bal via het been van de doelverdediger richting de buitenspel staande speler stuit, wordt dit alsnog als strafbaar buitenspel gezien omdat hij nu voordeel trekt uit de eerdere buitenspelsituatie.

De spelregelvraag van 15 november 2013:
Een aanvaller loopt op hoge snelheid met de bal aan de voet richting strafschopgebied van de tegenpartij. Een verdediger achtervolgt hem en als zijn tegenstander niet meer binnen bereik is en van de zijkant het strafschopgebied in wil gaan, springt hij van achteren met een gestrekt been naar voren naar zijn tegenstander. Deze raakt hij met de noppen vrij fors op de achterkant van het onderbeen. Hij overschrijdt hierbij de noodzakelijke inzet en loopt het risico zijn tegenstander te blesseren. Wat moet de scheidsrechter doen?

a. Hij geeft een directe vrije schop voor het laten struikelen van zijn tegenstander en geeft geel voor het onderbreken van een veelbelovende aanval

b. Hij geeft een directe vrije schop en toont de overtreder de rode kaar voor het in gevaar brengen van de veiligheid van zijn tegenstander

c. Hij kent een directe vrije schop toe en een rode kaart voor het om zeep helpen van een scoringskans

d. Hij geeft een directe vrije schop voor het ten val brengen van zijn tegenstander en geeft geel voor het onbesuisd uitvoeren van de tackle.

Het antwoord moet B zijn: voor de overtreding is de spelhervatting een directe vrije schop. De manier waarop deze tegenstander wordt geraakt is zondermeer buitensporig, waarvoor de enige juiste straf de rode kaart is. Inkomen met gestrekt been naar voren en met de noppen vrij fors op de achterkant van het been, kent maar één kleur kaart: rood.

De spelregelvraag van 22 november 2013:
Bij een hoekschop in de laatste minuut komt de doelverdediger mee naar voren. De bal komt voor en wordt uit het doelgebied gekopt. De bal komt richting de doelverdediger, die de bal wil koppen. Een verdediger komt echter met een te hoog geheven been en raakt de doelverdediger tegen het hoofd. Door deze onbesuisde overtreding heeft de doelman een bloedende hoofdwond. Wat zal de scheidsrechter doen?

a. Hij hervat het spel met een indirecte vrije schop voor het spelen op gevaarlijke wijze. Te hoog trappen.

b. Hij fluit af en geeft een strafschop voor het spelen op gevaarlijke wijze, waarbij de doelverdediger wordt geraakt.

c. Hij fluit af en kent een strafschop toe voor het onbesuisd aanvallen van de doelverdediger. De overtreder krijgt tevens een gele kaart voor het onbesuisde van de actie.

d. Hij fluit af en geeft een indirecte vrije schop voor gevaarlijk spel en toon de overtreder de gele kaart.

Het juiste antwoord is C: hier is sprake van gevaarlijk spel, waarbij de tegenstander wordt geraakt. Dan is in tegenstelling tot vroeger de spelhervatting een directe vrije trap. De overtreding geschiedt binnen het strafschopgebied en dus is de spelhervatting een strafschop. Omdat het een onbesuisde actie is, dient de overtreder bovendien een gele kaart te worden getoond.

De spelregelvraag van 29 november 2013:
Een speler van ploeg A omspeelt een tegenstander en rent met de bal aan de voet langs de zijlijn, waar hij in zijn loop wordt belemmerd door een tegenstander, die zich tussen de bal en de tegenstander begeeft. De bal is echter niet binnen speelbereik. Het contact dat plaatsvindt is bijkomstig en niet doelgericht op lichamelijk contact. Wat zal de beslissing van de scheidsrechter zijn?

a. Hij geeft een indirecte vrije schop voor het plegen van ongeoorloofde obstructie.

b. Hij laat doorspelen, want dit is een voorbeeld van geoorloofde obstructie.

c. S. fluit en kent een directe vrije schop toe voor het onvoorzichtig aanvallen (blokkeren) van de tegenstander.

d. Hij fluit af en geeft een directe vrije schop voor blokkeren en toont geel voor het ontnemen van een scoringskans.

Het juiste antwoord is A: dit is een typisch voorbeeld van niet geoorloofde obstructie. Het gaat hier om hinderen, zonder daarbij de bedoeling te hebben om lichamelijk contact te maken. De spelhervatting voor ongeoorloofde obstructie is een indirecte vrije schop. Blokkeren is willens en wetens de tegenstander de weg versperren, waarbij lichamelijk contact onvermijdelijk is. De spelhervatting voor blokkeren is een directe vrije schop.

De spelregelvraag van 6 december 2013:
Na een hoekschop wordt de bal uitverdedigd en komt weer bij een aanvaller terecht. Deze schiet de bal richting doel. Op dat moment staan 2 aanvallers in een niet strafbare buitenspelsituatie. De bal stuit vervolgens af van verdediger A en komt bij een medeverdediger terecht. Deze speelt de bal via een mistrap naar een van de buitenspel staande spelers, die vervolgens scoort. Wat beslist de scheidsrechter?

a. De scheidsrechter keurt het doelpunt af, want ondanks dat de verdediger de bal speelde naar de aanvaller, stond hij wel buitenspel.

b. De scheidsrechter keurt het doelpunt af, want op het moment van het schot stonden de 2 spelers wel niet in strafbare buitenspelsituatie, maar daarna kregen ze de bal toegespeeld en trokken zij voordeel uit hun positie.

c. De scheidsrechter keurt het doelpunt af, want op het moment dat de bal geschoten wordt is er sprake van ingrijpen door de aanvallers.

d. De scheidsrechter kent het doelpunt toe, want op het moment van schieten is er geen sprake van strafbaar buitenspel. Als de bal vervolgens door een verdediger door een mistrap gespeeld wordt naar een van de aanvallers, dan kan er geen sprake zijn van buitenspel, want hij ontvangt de bal van de verdediger.

Het juiste antwoord is D: ondanks dat hier sprake is van een mistrap van een verdediger, is hier toch sprake van het bewust spelen van de bal en is er dus geen sprake van strafbaar buitenspel. Het gescoorde doelpunt kan dus worden toegekend.

De spelregelvraag van 13 december 2013:
Ploeg A mag een vrije schop nemen, nadat ploeg B een overtreding heeft gemaakt. De muur wordt opgesteld en de vrije schop wordt genomen. Een verdediger die niet op 9.15 meter staat, maakt zich groter door zijn armen boven het hoofd te brengen en houdt met de armen de bal tegen. Wat moet de scheidsrechter nu doen?

a. Hij geeft een indirecte op de plaats van het raken van de bal, want op het moment dat hij de bal met de hand speelt staat hij niet op de vereiste afstand van 9.15 meter. Tevens krijgt hij daar de gele kaart voor.

b. Hij laat doorspelen, want dit was geen opzettelijk hands. Dit was gezicht beschermen en dat is geoorloofd.

c. Hij geeft een strafschop voor opzettelijk hands en geel voor onsportief gedrag.

d. Hij geeft een scheidsrechtersbal,omdat beide overtredingen op hetzelfde moment gemaakt worden.

Het juiste antwoord is C: één van de vier antwoorden moet de juiste zijn. Een indirecte vrije schop, doorspelen of een scheidsrechtersbal kan het nooit zijn. Dus blijft over de strafschop, waarbij dan ook geconcludeerd mag worden, dat de overtreding binnen het strafschopgebied werd gemaakt, alhoewel dat niet expleciet genoemd werd. Het gaat hier om een niet natuurlijke houding van de armen en dit moet dus uitgelegd worden als opzettelijk hands, een dergelijke handsbal wordt ook als onsportief gedrag beoordeeld, en dus is de gele kaart de persoonlijke straf.

De spelregelvraag van 20 december 2013:
Aanvaller A wil de bal naar een tegenstander spelen, maar deze komt bij verdediger B terecht. Deze verdediger wil de bal aannemen, maar dan stuit de bal alsnog naar een tegenstander. Deze loopt met de bal richting het strafschopgebied van de verdedigende ploeg. Verdediger B herstelt zijn fout door de aanvaller op ondoordachte wijze te laten struikelen. Een onbezonnen actie. Wat zal de scheidsrechter moeten doen?

a. S. fluit af, kent een directe vrije schop toe en toont de overtreder een gele kaart voor het onbesuisd ten val brengen van zijn tegenstander.

b. S. fluit af, geeft een vrije schop en toont rood voor het onderbreken van een veelbelovende aanval.

c. S. fluit af, geeft een indirecte vrije schop voor het laten struikelen van een tegenstander. Is slechts een hele lichte overtreding.

d. S fluit af en kent een directe vrije schop toe voor het op onvoorzichtige wijze laten struikelen van de aanvaller.

Het juiste antwoord is D: voor de overtreding dient een directe vrije schop te worden gegeven. het op ondoordachte wijze laten struikelen moet worden uitgelegd als een onvoorzichtige actie, zodat voor deze overtreding geen gele kaart hoeft te worden getoond.

De spelregelvraag van 27 december 2013:
Bij een aanval van ploeg A valt de bal tussen 2 tegenstanders in. De bal belandt in een kluts en stuit van het been van de aanvaller en gaat naar de verdediger die op de grond ligt. Deze gaat met de hand naar de bal en slaat deze weg. De bal komt vervolgens bij de aanvaller terecht die de bal tegenhoudt met de arm en hem tussen zijn arm en zijn lichaam klemt. Beide spelers maken bijna tegelijkertijd opzettelijk hands. Wat beslist de scheidsrechter?

A. Omdat het bijna tegelijkertijd gebeurt en beide overtredingen even zwaar zijn hervat S met een scheidsrechtersbal.

B. Omdat beide spelers op bijna hetzelfde moment een even zware overtreding maken laat S doorspelen.

C. De verdediger maakt de eerste overtreding. Daarna maakt de aanvaller pas hands, dus kent S een directe vrije schop toe aan de aanvallende partij.

D. Omdat beide spelers hands maken geeft S een scheidsrechtersbal en geeft hen beide een gele kaart voor het opzettelijk spelen van de bal met de hand.

Het juiste antwoord is C: het gaat hier weliswaar om twee dezelfde overtredingen, namelijk opzettelijk hands maken, doch duidelijk is dat de verdediger de eerste overtreding maakt en de eerste overtreding moet dus worden bestraft.