Spelregelvragen van de week in 2010

Op deze pagina alle in 2010 gepubliceerde spelregelvragen van de week. de site ging online op 8 augustus 2010.

De vraag van 9 augustus 2010:
De bal is over de zijlijn. Partij A mag de inworp nemen, maar wil eerst een wisselspeler inzetten. De scheidsrechter staat dit toe. De speler die vervangen zal worden, verlaat het speelveld. De scheidsrechter geeft met een teken aan de wisselspeler toestemming om op het speelveld te komen. De wisselspeler betreedt het speelveld echter niet, maar wil meteen de inworp nemen. Wat moet de scheidsrechter beslissen?
a. Hij staat dit toe omdat hij toestemming heeft gegeven om te wisselen
b. Hij staat dit toe, want een wisselspeler hoeft niet eerst het speelveld te betreden voordat hij een inworp mag nemen
c. Hij staat dit niet toe, want een wisselspeler moet eerst het speelveld betreden hebben voordat hij de inworp mag nemen
d. Hij laat dit aan partij A over

De vraag van 9 augustus was niet zo lastig. Bijna iedereen koos voor antwoord C. In het spelregelboek staat op pagina 23 onder punt 3 dat een wissel definitief is wanneer de wisselspeler het speelveld betreedt. Een wisselspeler die de wissel nog niet heeft afgerond door het speelveld te betreden, mag het spel niet hervatten met een inworp of hoekschop.

De vraag van 13 augustus 2010:
Tijdens het spel ziet de scheidsrechter, dat een wisselspeler die zich warm loopt spuwt naar een tegenstander, die binnen het speelveld loopt. Wat moet de scheidsrechter beslissen, nadat hij het spel hiervoor heeft onderbroken?
a. Hij stuurt de wisselspeler weg en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de zijlijn zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding.
b. Hij toont de wisselspelerspeler de rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop voor de tegenstander op de plaats waar de bal was toen hij het spel onderbrak.
c. Hij toont de wisselspeler een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was ten hij het spel onderbrak.
d. Hij stuurt de wisselspeler weg en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de zijlijn.

Het juiste antwoord is B. In het spelregelboek staat op pagina 100: Als een wisselspeler of gewisselde speler die buiten het speelveld staat, een voorwerp naar een tegenstander gooit, die binnen het speelveld staat,
dan hervat de scheidsrechter het spel met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij, vanaf de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken (zie Regel 13 – Plaats van de Vrije Schop).

De spelregelvraag van 20 augustus 2010:
Een verdediger ontneemt een aanvaller een duidelijke scoringskans door op de schouder van een medespeler te steunen en op deze manier de bal te koppen voor de aanvaller, die op dat moment de bal in het verlaten doel wil koppen. Wat beslist de scheidsrechter nu?
a. Hij laat doorspelen
b. Hij onderbreekt het spel en toont de verdediger een gele kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop voor de aanvallende partij
c. Hij onderbreekt het spel en toont de verdediger een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop voor de aanvallende partij.
d. Hij onderbreekt het spel en hervat het spel met een indirecte vrije schop voor de aanvallende partij.

Het juiste antwoord moet B zijn. De toelichting vind je terug in de spelregels veldvoetbal op pagina 100 (doelpunt of duidelijke scoringskans ontnemen) en pagina 114 onder B (overtreding begaan tegenover een aanvallende speler). Er wordt geen overtreding gemaakt op de tegenstander, maar op een medespeler. De overtreding van de verdediger (klimmen op de schouders van een medeverdediger) is onsportief gedrag en dient te worden bestraft met de indirecte vrije schop, terwijl daarnaast nog de gele kaart dient te worden getoond aan de overtreder.

De vraag van 27 augustus 2010:
Een fluitsignaal is niet nodig:
a. om spel te hervatten bij een vrije schop waarbij eerst de muur op juiste afstand gezet moest worden
b. om het spel te hervatten bij een strafschop
c. om een doelpunt aan te geven
d. om het spel te starten nadat een doelpunt is gescoord

Het juiste antwoord had moeten zijn C. In het spelregelboek bij regel 5 staat op pagina 40 dat een fluitsignaal niet nodig is om:
– het spel te onderbreken voor een doelschop, hoekschop, inworp of doelpunt
– het spel te hervatten met een vrije schop, doelschop, hoekschop, inworp

De vraag van 3 september 2010:
Tijdens een correct genomen vrije schop, schiet een speler de bal snel met opzet voorzichtig tegen een tegenstander aan die vlak voor de bal staat, om de bal nogmaals te kunnen spelen. Wat zal de scheidsrechter nu moeten beslissen?
a. Hij laat gewoon doorspelen
b. Hij onderbreekt het en laat de vrije schop overnemen
c. Hij toont de nemer een gele kaart en laat de vrije schop overnemen
d. Hij toont de nemer een gele kaart en geeft de nemende partij een nieuwe vrije schop op de plaats
waar de te dichtbij staande speler stond.

Het juiste antwoord is A. In het spelregelboek kun je op pagina 118 het volgende lezen: Als een speler, tijdens het correct nemen van een vrije schop, de bal met opzet tegen een tegenstander aanschiet om de bal nogmaals te kunnen spelen, zonder dit te doen op een onvoorzichtige of onbesuisde wijze, of gepaard gaande met buitensporige inzet, dan moet de scheidsrechter het spel door laten gaan.

De vraag van 10 september 2010:
Een te laat gekomen speler loopt bij een aanval op zijn eigen doel zonder toestemming van de scheidsrechter het veld op en brengt in zijn eigen strafschopgebied een doorgebroken tegenstander onreglementair ten val.
Wat beslist de scheidsrechter?
a. Indirecte vrije schop + waarschuwing door het tonen van de gele kaart wegens onbehoorlijk gedrag
b. Strafschop + wegzenden van deze speler door het tonen van de rode kaart wegens ernstig gemeen spel
c. Strafschop + waarschuwing door tonen van de gele kaart voor deze speler wegens ernstig gemeen spel
d. Strafschop

Het juiste antwoord is B. Een te laat gekomen speler heeft toestemming nodig van de scheidsrechter om het speelveld te betreden. Komt deze speler het speelveld in zonder toestemming en doet hij verder niets onreglementairs, dan is een gele kaart voldoende. Nu begaat betrokkene echter een overtreding op een tegenstander, waarvoor het spel wordt onderbroken met als spelhervatting een strafschop voor de tegenpartij. Omdat er ook nog sprake is van een doorgebroken speler en er dus sprake is van het ontnemen van een duidelijke scoringskans, wordt de persoonlijke straf de rode kaart.

De vraag van 17 september 2010:
Een verdediger spuwt tijdens het spel vanuit zijn eigen strafschopgebied, maar buiten zijn doelgebied, naar een aanvaller die naast het doel en achter de doellijn staat. Wat beslist de scheidsrechter, nadat hij hiervoor het spel heeft onderbroken?
a) Hij toont de spuwende speler een gele kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal
b) Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat het spel met een strafschop
c) Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat het spel met een doelschop
d) Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat met een indirecte vrije schop op de plaats
waar de spuwende speler stond.

Het juiste antwoord is D. Dit is terug te vinden op pagina 102 van de Handleiding spelregels veldvoetbal (schema, 1e kolom, 4e antwoord). De Handleiding is op deze site te downloaden.

De spelregelvraag van 24 september 2010:
Een speler heeft tijdens het spel een uitgewisselde speler, die zich binnen het speelveld bevindt, een klap
gegeven. Wat beslist de scheidsrechter als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?
a. Hij hervat het spel met een indirecte vrije schop.
b. Hij toont deze speler een gele kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop waar de klap werd gegeven.
c. Hij toont deze speler een rode kaart en hervat met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.
d. Hij toont deze speler een rode kaart en hervat met een scheidsrechtersbal.

Het juiste antwoord is C. Zie pagina 99 van de handleiding spelregels veldvoetbal.

De spelregelvraag van 1 oktober 2010:
Een aanvaller van elftal B ligt gewond achter de doellijn, niet ver van het doel van elftal A. Hij roept iets tegen de doelverdediger van A, die boos reageert. Als even later de doelverdediger de bal in zijn bezit krijgt, werpt hij de bal met kracht, staande in zijn doelgebied, in het gezicht van deze aanvaller. Wat beslist de scheidsrechter?
a.  Hij toont de doelverdediger een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop.
b.  Hij toont de doelverdediger een rode kaart en hervat het spel met een hoekschop.
c.  Hij toont de doelverdediger een rode kaart en hervat het spel met een strafschop.
d.  Hij toont de doelverdediger een gele kaart, rekening houdend met het onbehoorlijk gedrag door de aanvaller van B, en hervat het spel met een strafschop.

Het juiste antwoord is A. De rode kaart voor de doelverdediger zal duidelijk zijn. De gewonde speler ligt achter de doellijn en het contact na het werpen van de bal vindt buiten het speelveld plaats. Zie ook pagina 101,1e, kolom 4 van de Handleiding.

De vraag van 8 oktober 2010:
Een speler schopt de bal over de doelverdediger die ver voor zijn doel staat. Een medespeler van de doelverdediger voorkomt een doelpunt door snel het veld in te lopen en de bal uit het doel te koppen, nadat hij achter de doellijn stond om zijn uitrusting in orde te brengen. Hoe dient de scheids­rechter te handelen?
a. Hij laat doorspelen en toont deze speler een gele kaart tijdens een volgende onder­breking wegens het zonder toestemming betreden van het speelveld.
b. Hij onderbreekt het spel, toont deze speler een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop wegens voorkomen van een doelpunt.
c. Hij onderbreekt het spel en toont deze speler een gele kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop wegens zonder toestemming betreden van het speelveld.
d. Hij onderbreekt het spel en toont deze speler een rode kaart en hervat het spel met een strafschop.

Het juiste antwoord moet C zijn. De eerste overtreding is het zonder toestemming betreden van het speelveld. 

De vraag van 15 oktober 2010:
De scheidsrechter onderbreekt het spel, nadat hij een verdediger het speelveld ziet verlaten die vervolgens een zich warm lopende wisselspeler een klap geeft. Hoe zal de scheidsrechter nu moeten handelen?
a. Hij toont de verdediger een gele kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal nabij de zijlijn.
b. Hij toont de verdediger een gele kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop nabij de zijlijn.
c. Hij toont de verdediger een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats
waar de bal was toen het spel werd onderbroken.
d. Hij toont de verdediger een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats
waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

Het antwoord op de vraag van vorige week had C moeten zijn. Zie de handleiding spelregels onderaan pagina 98.

De vraag van 22 oktober 2010:
Op het moment dat een aanvaller nabij de zijlijn een verdediger wil passeren, wordt hij bij zijn shirt vastgehouden door deze verdediger. Gelijktijdig geeft de aanvaller als reactie de verdediger een elleboogstoot in het gezicht, hetgeen de scheidsrechter niet ontgaat. Wat moet de scheidsrechter beslissen, nadat hij hiervoor het spel heeft onderbroken en hij zelf heeft geconstateerd, dat beide overtredingen gelijktijdig werden gemaakt?
a. Hij toont beide spelers een rode kaart en hervat het spel meteen scheidsrechtersbal.
b. Hij toont beide spelers een gele kaart en hervat het spel met een directe vrije schop voor de verdedigende partij, omdat de aanvaller de zwaarste overtreding maakt.
c. Hij toont de aanvaller de rode kaart en de verdediger een gele kaart en hervat met een scheidsrechtersbal.
d. Hij toont de aanvaller de rode kaart en de verdediger een gele kaart en hervat met een directe vrije schop voor de verdediger.

Het juiste antwoord moet C zijn. Kijk voor een uitleg in de Handleiding Spelregels bij regel 5 (pagina 39): wanneer meer dan één overtreding gelijktijdig door spelers van verschillende teams wordt begaan, zal de scheidsrechter het spel moeten onderbreken en het spel moeten hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

De spelregelvraag van 29 oktober 2010:
Een speler, die behandeld is voor een blessure, wacht aan de zijlijn op toestemming van de scheidsrechter om het speelveld te mogen betreden. Vanaf deze plek, achter de zijlijn, spuwt hij naar een tegenstander die in het speelveld loopt. Wat dient de scheidsrechter te beslissen als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?
a. Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats waar de tegenstander stond in het veld.
b. Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen hij het spel onderbrak.
c. Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat het spel met een directe vrije schop op de plaats waar de tegenstander stond in het veld.
d. Hij toont de spuwende speler een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen hij het spel onderbrak.

Het juiste antwoord moet C zijn. Zie ook in de Handleiding spelregels bij regel 12 (pagina 100): Als een speler die buiten het speelveld staat, naar een tegenstander spuwt die zich binnen het speelveld bevindt, dan hervat de scheidsrechter het spel met een directe vrije schop voor de tegenpartij, vanaf de plaats waar de tegenstander stond die werd bespuwd.

De spelregelvraag van 5 november 2010:
Tijdens een correct genomen indirecte vrije schop schiet een speler de bal snel, met opzet, voorzichtig tegen de rug van een tegenstander aan, die vlak voor hem staat, om zelf daarna de bal nogmaals te kunnen spelen. Wat zal de scheidsrechter nu moeten beslissen?
a.  Hij laat gewoon doorspelen.
b.  Hij toont de nemer een gele kaart en laat de vrije schop overnemen.
c.  Hij toont de nemer een gele kaart en ken een indirecte vrije  schop toe voor de tegenstander.
d.  Hij laat de vrije schop overnemen, omdat de tegenstander nog niet op 9.15m afstand stond.

Het is antwoord A. Zie spelregelboek regel 13, pagina 118.: als een speler, tijdens het correct nemen van een vrije schop, de bal met opzet tegen een tegenstander aanschiet om de bal nogmaals te kunnen spelen, zonder dit te doen op een onvoorzichtige of onbesuisde wijze, of gepaard gaande met buitensporige inzet, dan moet de scheidsrechter het spel laten doorgaan.

De spelregelvraag van 12 november 2010:
Een indirecte vrije schop ter hoogte van het strafschoppunt, te nemen door de aanvallende partij, wordt zo uitgevoerd dat een aanvaller de bal even met de voet aanraakt. De bal wordt hierbij duidelijk bewogen. Hierna schiet een tweede aanvaller de bal op het doel. Wat beslist de scheidsrechter, als de bal hieruit rechtstreeks in het doel wordt geschoten?
a. overnemen van de indirecte vrije schop
b. doelpunt afkeuren en spel hervatten met een doelschop
c. aftrap na geldig doelpunt
d. overnemen van de indirecte vrije schop en gele kaart voor de eerste aanvaller.

Het juiste antwoord op de vraag van vorige week moet C zijn. Zie ook in de Handleiding spelregels op pagina 118: De bal is bij een indirecte vrije schop ook in het spel wanneer men de bal met de voeten aanraakt en beweegt.

De vraag van 19 november 2010:
Bij een inworp laat de inwerpende speler zich voorover vallen en duwt de bal hardhandig in het gezicht van een tegenstander, die zich binnen het speelveld bevindt. Hoe wordt het spel hervat, nadat de inwerpende speler van het speelveld is gezonden door het tonen van de rode kaart?
a. inworp voor de tegenpartij
b. inworp voor dezelfde partij
c. indirecte vrije schop voor de tegenpartij, op de plaats waar de speler stond toen hij de bal in het gezicht kreeg geduwd
d. directe vrije schop voor de tegenpartij, op de plaats waar de speler stond toen hij de bal in het gezicht kreeg geduwd.

De vraag van 19 november leverde de nodige discussie op. Het juiste antwoord moet B zijn. Omdat op het moment dat het zich voordoet de bal niet in het spel is, kan er geen spelstraf worden gegeven, en blijft de spelhervatting de inworp voor dezelfde ploeg. De actie van de inwerpende speler kan niet als inworp worden gezien, omdat hij de bal niet loslaat. Wel dient hem een persoonlijke straf te worden gegeven (de rode kaart). De eventueel niet op afstand staande tegenstander zou de gele kaart getoond kunnen worden. De spelhervatting werd gevraagd.

De spelregelvraag van 26 november 2010:
Een speler legt de bal op de strafschopstip, omdat er een strafschop genomen moet worden. De scheidsrechter geeft een fluitsignaal als teken dat de strafschop genomen mag worden. De speler die de bal had neergelegd, loopt langzaam achteruit alsof hij een aanloop wil gaan nemen en stelt zich op net buiten het strafschopgebied. Plotseling loopt een medespeler van die speler het strafschopgebied in en trapt de bal in het doel. Wat moet de scheidsrechter beslissen?
a. Doelpunt goedkeuren en de speler die de bal had neergelegd een gele kaart tonen.
b. Doelpunt goedkeuren en de medespeler die de bal trapte een gele kaart tonen.
c. Strafschop over laten nemen en de speler die de bal had neergelegd een gele kaart tonen.
d. Strafschop over laten nemen en de medespeler die de bal trapte een gele kaart tonen.

Het juiste antwoord moet D zijn. Zie ook in de Handleiding spelregels op pagina 121: De speler die de strafschop neemt, moet duidelijk herkenbaar zijn. De medespeler die de strafschop nu gaat nemen, stond niet binnen het strafschopgebied, maar tussen al de andere spelers op tenminste 9.15 m van de strafschopstip. De actie die hij dus doet is onsportief gedrag, waarvoor hij de gele kaart krijgt en de strafschop moet dus alsnog worden overgenomen.

De vraag van 3 december 2010:
Een aanvaller die zich achter de doellijn heeft teruggetrokken om zich aan buitenspel te onttrekken, schreeuwt in die positie een aanwijzing naar een medespeler, die ter hoogte van het strafschoppunt in het bezit van de bal is. De scheidsrechter fluit af en toont de schreeuwende speler een gele kaart. Hoe hervat hij het spel?
a. Een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal zich bevond toen afgefloten werd.
b. Een indirecte vrije schop vanaf de plaats waar de bal zich bevond toen afgefloten
werd.
c. Een scheidsrechtersbal op de doellijn, zo dicht mogelijk bij de plaats waar de
schreeuwende speler stond.
d. Een indirecte vrije schop op de doellijn, zo dicht mogelijk bij de plaats waar de
schreeuwende speler stond.

Het juiste antwoord moet A zijn. Zie ook in de Handleiding spelregels op pagina 111: Betrokkene maakt zich schuldig aan onsportief gedrag, waarvoor hem de gele kaart wordt getoond. de overtreding wordt gemaakt buiten het speelveld. De scheidsrechter onderbreekt het spel en de hervatting dient plaats te vinden op de plaats waar de bal was, toen de scheidsrechter het spel onderbrak.

De vraag van 10 december 2010:
De doelverdediger van team A slaat een tegenstander van team B in het gezicht, hetgeen de scheidsrechter ontgaat. Het gebeurt ter hoogte van de strafschopstip. De scheidsrechter ziet pas het vlagsignaal van de assistent-scheidsrechter, als hij heeft gefloten voor hands ergens op het middenveld. Hoe reageert de scheidsrechter als hij van de assistent-scheidsrechter heeft gehoord wat er is voorgevallen?
a.  Hij toont de doelverdediger een rode kaart en hervat met een directe vrije schop wegens hands.
b.  Hij toont de doelverdediger een rode kaart en hervat met een strafschop tegen team A.
c.  Hij toont de doelverdediger een rode kaart en hervat met een indirecte vrije schop tegen team A op de plaats waar de doelverdediger sloeg.
d.  Hij toont de doelverdediger een rode kaart en hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de doelverdediger sloeg.

Het juiste antwoord moet B zijn. Zie ook in de Handleiding spelregels op pagina 35: De scheidsrechter kan niet meer op zijn beslissing terugkomen  als het spel inmiddels is hervat of voor einde 1e of 2e speelhelft is gefloten . Een tijd lang was via aanvullende instructies van de werkgroep spelregels van de KNVB  daaraan toegevoegd de omstandigheid, of hij inmiddels had gefloten voor een volgende overtreding.  Dit laatste is echter nooit als officiële regel geaccepteerd  en zal dus voortaan niet meer toegepast mogen worden. In dit praktijkgeval kan hij dus nog wel terdege op zijn beslissing terugkomen en de enige juiste spelhervatting is hier dan ook een strafschop tegen team A  en natuurlijk de rode kaart voor de doelverdediger. 

De vraag van 17 december 2010:
Een directe vrije schop wordt rechtstreeks op het doel van de tegenpartij geschoten. De doelverdediger, staande op de doellijn, slaat met een bidon die hij in zijn hand heeft de bal over het doel. Wat beslist de scheidsrechter?
a. De scheidsrechter toont de doelverdediger een gele kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop vanaf de (5½ m) lijn van het doelgebied.
b. De scheidsrechter toont de doelverdediger een rode kaart en hervat het spel met een strafschop.
c. De scheidsrechter toont de doelverdediger een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop vanaf de (5½m) lijn van het doelgebied.
d. De scheidsrechter toont de doelverdediger een gele kaart en hervat het spel met een hoekschop.

Het juiste antwoord op de vraag moet A zijn. Zie ook in de Handleiding spelregels op pagina 92: Het raken van de bal met een voorwerp door de doelverdediger wordt beschouwd als onsportief gedrag, waarvoor de gele kaart getoond moet worden. De spelhervatting is een indirecte vrije schop vanaf de lijn van het doelgebied die evenwijdig loopt aan de doellijn, vanaf een plek zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding.

De vraag van 24 december 2010:
De scheidsrechter heeft op advies van een van de assistent-scheidsrechters voor buitenspel gefloten. Een aanvaller van B is het daar niet mee eens. Nadat de indirecte vrije schop voor buitenspel al is genomen en de bal ergens op het middenveld is, loopt hij op de bewuste assistent-scheidsrechter af, die op de zijlijn staat, en slaat hem de vlag uit de handen. De scheidsrechter toont deze speler een rode kaart. Hoe hervat hij nu het spel?
a.  Indirecte vrije schop voor de tegenpartij op de plaats waar de bal was op het moment van fluiten.
b.  Indirecte vrije schop voor de tegenpartij op de plaats waar de aanvaller de overtreding maakte.
c.  Directe vrije schop voor de tegenpartij op de plaats waar de bal was op het moment van fluiten.
d.  Directe vrije schop voor de tegenpartij op de plaats waar de aanvaller de overtreding maakte.

Het juiste antwoord is B. Zie regel 12 in de Handleiding spelregels: Het betreft hier een overtreding tegenover een niet-tegenstander en derhalve is de spelhervatting een indirecte vrije schop. De overtreding wordt begaan binnen het speelveld en dus is de plaats van de spelhervatting de plaats van de overtreding. 

De vraag van 31 december 2010:
Een speler van de verdedigende partij gooit binnen zijn eigen strafschopgebied een scheenbeschermer naar een aanvaller om zo te voorkomen dat deze de bal in het doel kan spelen. De aanvaller wordt echter niet geraakt. De scheidsrechter onderbreekt nu het spel en zendt de betreffende speler van het speelveld. Hoe dient hij nu het spel te laten hervatten?
a. met een hoekschop
b. met een strafschop
c. met een indirecte vrije schop
d. met een scheidsrechtersbal.

Het antwoord moet b zijn, zie de Handleiding op pagina 99 onderaan: het gooien van een voorwerp door een speler die binnen het speelveld staat, naar een tegenstander binnen het strafschopgebied, dient te worden bestraft met een strafschop.