Johan Roeders spelregelkampioenschap 2018-2019

Op deze pagina kun je alle vragen + antwoorden (inclusief toelichting) vinden van alle rondes van het Johan Roeders spelregelkampioenschap 2018-2019.

Ronde 1 (juli 2018)

Vraag 1) Na een duel raken twee tegenstanders geblesseerd en hebben beide verzorging nodig. Een van deze spelers wordt direct door zijn trainer gewisseld voor een klaarstaande wisselspeler. Wat moet de scheidsrechter doen als hij vond dat bij het duel geen overtreding werd gemaakt?

A. Hij laat beide spelers het speelveld verlaten en laat daarna het spel hervatten. Vervolgens geeft hij de speler van partij B toestemming om weer mee te doen en bij de eerstvolgende onderbreking laat hij de wisselspeler van partij A toe.

B. Hij laat partij A wisselen en laat de speler van partij B het veld verlaten. Nadat het spel hervat is geeft hij de speler van partij B toestemming om het veld weer te betreden.

C. Hij laat beide spelers het speelveld verlaten en laat daarna het spel hervatten. Bij de eerstvolgende onderbreking laat hij de wisselspeler van partij A toe en de speler van partij B.

D. Hij staat de wissel van partij A toe en laat de speler van partij B op het speelveld blijven.

Het juiste antwoord was: B

Toelichting: Regel 5, blz. 26. Als de blessure(s) geen gevolg is van een overtreding wordt het spel hervat met een scheidsrechtersbal. Spelers die op het speelveld worden behandeld moeten het speelveld verlaten, voordat het spel wordt hervat. Omdat speler van partij A niet meer terugkomt, kan daarvoor direct een wisselspeler worden ingezet. Opgelapte speler van partij A moet wachten totdat het spel is hervat en mag dan vanaf de zijlijn na toestemming van de Sr. weer het veld betreden.

Vraag 2) Wat moet de scheidsrechter doen als hij heeft gefloten omdat een gewisselde speler vanaf de bank een voorwerp heeft gegooid naar een speler die binnen het speelveld liep?

A. Hij toont de gewisselde speler de rode kaart en laat het spel hervatten met een directe vrije schop voor de tegenpartij vanaf de plaats waar de speler geraakt werd of geraakt zou zijn.

B. Hij stuurt de gewisselde speler van het speelveld en de directe omgeving en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij vanaf de plaats waar de speler werd geraakt of geraakt zou zijn.

C. Hij toont de gewisselde speler de rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal vanaf de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

D. Hij stuurt de gewisselde speler van het speelveld en de directe omgeving en laat het spel hervatten met een directe vrije schop voor de tegenpartij vanaf de plaats waar de speler geraakt werd of geraakt zou zijn.

Het juiste antwoord was: A

Toelichting: Regel 12. Het gooien van een voorwerp wordt uitgelegd als ernstig gemeen spel dan wel een gewelddadige handeling en voor die overtreding geldt als straf veldverwijdering. (blz. 56). Als een gewisselde speler een voorwerp op het speelveld gooit naar een tegenstander, dan wordt het spel hervat met een directe vrije schop (of strafschop) op de plaats waar het voorwerp het spel beïnvloedde of de tegenstander raakte of geraakt zou hebben (blz. 58).

Vraag 3) Een verdediger, die verzorgd is bij de zijlijn, komt zonder toestemming van de scheidsrechter het speelveld in. Een aanvaller loopt op dat moment in het strafschopgebied van de tegenpartij met de bal aan de voet in de richting van het verlaten doel. De bal wordt hem echter correct afgenomen door de zojuist in het speelveld gekomen verdediger. Hoe dient de scheidsrechter te handelen?

A. Hij onderbreekt het spel, kent een indirecte vrije schop toe en toont de verdediger de rode kaart wegens het ontnemen van een duidelijke scoringskans.

B. Hij onderbreekt het spel, toont de verdediger de rode kaart en hervat met een strafschop.

C. Hij fluit af, geeft een indirecte vrije schop aan de aanvallende partij en toont de verdediger de gele kaart wegens het zonder toestemming betreden van het speelveld.

D. Hij laat doorspelen en toont de verdediger de gele kaart tijdens de eerstvolgende onderbreking, wegens het zonder toestemming betreden van het speelveld.

Het juiste antwoord was: B

Toelichting: Regel 12 blz. 56. Wanneer een speler het speelveld opnieuw betreedt zonder toestemming van de scheidsrechter, dan moet de scheidsrechter het spel onderbreken als deze speler ingrijpt in het spel. Als niet gerechtigde speler op dat moment ontneemt hij de tegenpartij een duidelijke scoringskans, voor welke overtreding de rode kaart moet worden getoond en de spelhervatting voor deze overtreding is een strafschop voor de tegenpartij. Had de speler niet ingegrepen, dat had de Sr. kunnen volstaan met het tonen van een gele kaart aan de speler, die zonder toestemming in het speelveld was gekomen.

Vraag 4) Op het moment dat de bal in het doelgebied is, raken twee tegenstanders met elkaar in gevecht op de rand van het doelgebied. De scheidsrechter onderbreekt het spel en toont beide spelers de rode kaart. Hoe en waar moet hij het spel nu hervatten?

A. Het spel moet worden hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

B. Het spel moet worden hervat met strafschop

C. Het spel moet worden hervat met een scheidsrechtersbal op een willekeurige plaats in het doelgebied.

D. Het spel moet worden hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar het gevecht plaatsvond.

Het juiste antwoord was: B

Toelichting: Regel 5, blz. 25. Wanneer meer dan één overtreding tegelijkertijd wordt begaan, wordt de ernstigste overtreding in termen van sanctie, hervatting, fysieke ernst en tactische gevolgen bestraft. Overtreding van verdediger betekent een strafschop voor de aanvallende ploeg. Overtreding van de aanvaller betekent een directe vrije schop voor de verdedigende ploeg. Spelhervatting derhalve de strafschop en voor het met elkaar in gevecht raken krijgen beide spelers de rode kaart getoond.

Vraag 5) Bij een aanval door de tegenpartij stapt een verdediger opzettelijk over de zijlijn, omdat hij denkt dat je zodoende een aanvaller buitenspel kunt zetten. Nadat de doelman de bal heeft gevangen stapt de verdediger weer het speelveld in. Wat moet de scheidsrechter nu beslissen?

A. Hij laat doorspelen en zal de verdediger bij de eerstvolgende onderbreking een gele kaart tonen wegens het zonder toestemming verlaten en betreden van het speelveld.

B. Hij onderbreekt en zal de verdediger een gele kaart tonen wegens het zonder toestemming verlaten en betreden van het speelveld. Hij laat hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was op het moment van onderbreken.

C. Hij laat doorspelen.

D. Hij onderbreekt het spel en zal de verdediger een gele kaart tonen wegens het zonder toestemming verlaten en betreden van het speelveld. Hij laat hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de verdediger het veld in kwam.

Het juiste antwoord was: A

Toelichting: Regel 11, blz. 50. Een verdediger die het speelveld verlaat zonder toestemming van de scheidsrechter, wordt geacht zich op de eigen doellijn of zijlijn te bevinden, met het oog op het beoordelen van buitenspel, tot de volgende onderbreking van het spel of totdat de verdedigende partij de richting te middenlijn heeft gespeeld en deze buiten het eigen strafschopgebied is. Omdat de speler het speelveld met opzet verliet, moet hij bij de eerstvolgende onderbreking een waarschuwing ontvangen door het tonen van een gele kaart.

Ronde 2

Vraag 1) Een speler bevindt zich op de zijlijn en beledigt van daaruit op grove wijze een toeschouwer
die zich achter de omheining bevindt. De scheidsrechter hoort dit, onderbreekt het spel en
zendt de speler van het speelveld door het tonen van de rode kaart. Wat is de juiste spelhervatting?

A. Een indirecte vrije schop op de plaats van de overtreding, omdat het hier gaat om een overtreding, niet elders genoemd in Regel 12, waarvoor het spel wordt onderbroken om de speler van het speelveld te zenden.

B. Een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was op het moment van onderbreken, omdat het een overtreding is van binnen het speelveld naar iemand buiten het speelveld.

C. Een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was op het moment van onderbreken, omdat het een overtreding is binnen het speelveld tegen een ander persoon.

D. Een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was op het moment van onderbreken,  omdat de scheidsrechter het noodzakelijk acht om het spel tijdelijk te onderbreken voor  een reden die niet elders in de spelregels wordt genoemd.

Het juiste antwoord is C.

Toelichting: Regel 12, blz. 57 onder 4. Als de bal in het spel is en een speler begaat een overtreding binnen het speelveld tegenover een ander persoon( en daartoe behoort een toeschouwer) dan is de spelhervatting en scheidsrechtersbal en wel op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

Vraag 2) Een aanvaller staat duidelijk in buitenspelpositie, terwijl een medespeler op doel wil schieten. Het schot mislukt en dreigt meters naast het doel over de doellijn te gaan. Omdat zijn partij achter staat wil de doelverdediger de bal in het spel houden en probeert de bal te vangen. De bal glipt echter uit zijn handen en komt voor de voeten van de buitenspel staande aanvaller terecht, die direct scoort. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Hij keurt het doelpunt af en hervat het spel met een indirecte vrije schop voor de verdedigende partij op de plaats waar de aanvaller stond toen hij de bal ontving.

B. Hij keurt het doelpunt af en laat het spel hervatten met een doelschop.

C. Hij keurt het doelpunt af en hervat het spel met een indirecte vrije schop voor de verdedigende partij op de plaats waar de aanvaller stond toen zijn medespeler op doel schoot.

D. Hij keurt het doelpunt goed en laat het spel hervatten met een aftrap na een geldig doelpunt.

Het juiste antwoord is D

Toelichting: Regel 11, blz.49 3e alinea van onderen. De buitenspel staande speler maakt geen overtreding. Hij ontvangt de bak van de tegenstander ( de doelman) die de bal bewust speelt en daardoor wordt hij niet beschouwd als een speler die voordeel trekt uit zijn buitenspelpositie. Dus hier wordt gewoon een geldig doelpunt gemaakt.

Vraag 3) De doelman heeft de bal zonder probleem gevangen. Een aanvaller staat rustig voor de doelman, zonder deze te hinderen. Als de doelman om deze aanvaller heen wil lopen, glijdt hem de bal uit zijn handen. Hij probeert nog tevergeefs te verhinderen dat de aanvaller in balbezit komt. Hij raakt de bal nog wel met zijn handen aan, maar de aanvaller weet de bal toch in het doel te schieten. Wat zal de scheidsrechter nu moeten beslissen?

A. Hij keurt het doelpunt af en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop voor de doelman op de plaats waar de aanvaller de doelman aanviel.

B. Hij kent een doelpunt toe en laat hervatten met een aftrap na een geldig doelpunt.

C. Hij keurt het doelpunt af en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop voor de aanvallende partij op de plaats waar de doelman de bal voor de tweede keer met de handen aanraakte.

D. Hij keurt het doelpunt af en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop voor de doelman op de plaats waar de aanvaller de doelman aanviel. De aanvaller ontvangt een waarschuwing door het tonen van de gele kaar

Het juiste antwoord is B.

Toelichting: Regel 12, blz. 53 onder 2. Hier wordt niet voorkomen dat de doelman de bal uit zijn handen in het spel kan brengen. De doelman maakt zelf een fout en de bal is nu niet meer in bezit van de doelman en het daarna gescoorde doelpunt is dus geldig.

Vraag 4) Een aanvaller is in de netruimte van het doel van de tegenpartij terecht gekomen. Bij een schot op doel roept de aanvaller vanaf die positie iets naar de doelverdediger, die daardoor wordt afgeleid en de bal verdwijnt in het doel. Welke spelhervatting is van toepassing?

A. Aftrap na geldig doelpunt.

B. Indirecte vrije schop voor de verdedigende partij binnen het doelgebied.

C. Indirecte vrije schop voor de verdedigende partij op de lijn van het doelgebied die evenwijdig loopt aan de doellijn, zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding.

D. Scheidsrechtersbal op de lijn van het doelgebied die evenwijdig loopt aan de doellijn, zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding.

Het juiste antwoord is B

Toelichting: Hier is sprake van onsportief gedrag, waarvoor de verdedigende partij een indirecte vrije schop krijgt. Een indirecte vrije schop voor de verdedigende partij mag worden genomen vanaf iedere plaats binnen het doelgebied.

Vraag 5) Een wisselspeler staat aan de zijlijn klaar om in te vallen. Vanuit die positie maakt hij op niet mis te verstane wijze aanmerkingen op de leiding van de scheidsrechter, omdat die niet voor een vermeende overtreding heeft gefloten. De scheidsrechter hoort dit en onderbreekt het spel. Hij toont de wisselspeler de gele kaart. Hoe wordt het spel nu hervat?

A. De scheidsrechter hervat het spel met een directe vrije schop op de plaats van de overtreding.

B. De scheidsrechter hervat het spel met een SR-bal op plaats van de bal bij  affluiten.

C. De scheidsrechter hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats van de overtreding.

D. De scheidsrechter hervat het spel met een indirecte vrije schop op de zijlijn.

Het juiste antwoord is D.

Toelichting: Regel 12, blz. 57. De wisselspeler staat buiten het speelveld en maakt zich schuldig aan het door woord of gebaar tonen het niet eens te zijn met een beslissing van de scheidsrechter. De scheidsrechter toont hem voor dit onsportieve gedrag de gele kaart. De spelhervatting is een indirecte vrije schop op de zijlijn het dichtst bij de plaats waar de overtreding plaatsvond.

Ronde 3

Vraag 1) Een speler plaatst zichzelf tussen een tegenstander en de bal. De bal is niet binnen speelbereik en de speler tracht op deze wijze de tegenstander op correcte wijze van de bal te houden. Hij maakt bij deze actie wel contact met zijn tegenstander. Wat moet de scheidsrechter hier beslissen?

A. Hij laat doorspelen, want hij mag op deze wijze verhinderen dat de tegenstander de bal kan spelen.

B. Hij kent een indirecte vrije schop toe voor het op onreglementaire wijze de tegenstander te belemmeren de bal te spelen.

C. Hij kent een directe vrije schop toe, omdat hier sprake is van een overtreding die gepaard gaat met contact en dan wordt deze bestraft met een directe vrije schop of strafschop.

D. Hij laat doorspelen want lichamelijk contact is ook geoorloofd bij het belemmeren van de tegenstander om de bal te spelen ook al is deze niet binnen speelbereik.

Het juiste antwoord is C.

Toelichting: Regel 12, blz. 54 bovenaan. Omdat de bal niet binnen speelbereik is, wordt er een overtreding gemaakt en daarnaast wordt er ook nog contact gemaakt. Het spel moet worden onderbroken en er dient een directe vrije schop te worden toegekend.

Vraag 2) Een aanvaller en een verdediger gaan een luchtduel aan, waarbij beide spelers naar de bal springen. De aanvaller heeft daarbij zijn arm onreglementair hoog geheven en raakt de verdediger daarmee op onbesuisde wijze tegen het hoofd. Deze blijft geblesseerd liggen en heeft verzorging nodig. Welke handeling van de scheidsrechter is niet correct?

A. Hij vraagt de fysio en/of dokter het veld in voor behandeling.

B. Hij hervat het spel met een directe vrije schop.

C. Na behandeling moet de verdediger aan de zijlijn wachten op een teken van de scheidsrechter om het speelveld weer te betreden.

D. Hij toont de aanvaller een gele kaart.

Het juiste antwoord is C.

Toelichting: Omdat de verdediger verzorging nodig had door de overtreding van de aanvaller, die daarvoor de gele kaart getoond heeft gekregen, hoeft de verdediger het speelveld niet tijdig te verlaten.

Vraag 3) In het strafschopgebied van de tegenpartij staat een aanvaller op het moment van spelen in buitenspelpositie en beïnvloedt het spel als hij vervolgens een duel aangaat met de verdediger. De aanvaller wil de bal koppen, maar dit wordt vervolgens verhinderd doordat de verdediger daarna een overtreding begaat door zijn tegenstander vast te houden. Hoe moet de scheidsrechter nu handelen?

A. De scheidsrechter moet de ernstigste overtreding bestraffen en kent dan ook een strafschop toe.

B. De scheidsrechter hervat het spel met een scheidsrechtersbal, omdat zowel het buitenspel als het vasthouden bijna gelijktijdig plaats vinden.

C. Hij hervat het spel met een scheidsrechtersbal, omdat beide overtredingen even ernstig zijn.

D. Hij hervat het spel met een indirecte vrije schop voor strafbaar buitenspel, omdat het moment van beïnvloeden er eerder was dan het vasthouden.

Het juiste antwoord is D.

Toelichting: Hier worden verschillende overtredingen gemaakt, maar niet gelijktijdig en daarom dient de eerste overtreding te worden bestraft en dat was buitenspel, waarvoor dus een indirecte vrij schop moet worden toegekend.

Vraag 4) Als de bal over de doellijn dreigt te gaan, komt een ballenjongen het veld inlopen en schopt de bal naar de doelverdediger, omdat hij dacht dat de bal al over de doellijn zou gaan. De SR onderbreekt het spel, hoe dient hij het spel te hervatten?

A. Met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal over de doellijn zou zijn gegaan.

B. Met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de ballenjongen de bal raakte.

C. Met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter af floot.

D. Met een scheidsrechtersbal op de doellijn waar de ballenjongen het speelveld inkwam.

Het juiste antwoord is C

Toelichting: Regel 5, blz. 26, invloed van buitenaf. De bal was nog in het spel en door de aanraking van de bal door een ballenjongen, dient de Sr. het spel te onderbreken. De loop van het spel werd door de ingreep beïnvloed. Hij moet het spel hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter het spel onderbrak.

Vraag 5) De aftrap moet aan een aantal voorwaarden voldoen, maar welke voorwaarde van de
onderstaande 4 is niet juist?

A. Alle spelers moeten zich op eigen speelhelft bevinden.

B. Bevinden alle tegenstanders van de nemer zich op tenminste 9.15 meter van de bal totdat deze in het spel is.

C. De bal moet stilliggen op de middenstip.

D. De bal is in het spel, wanneer deze is getrapt en duidelijk beweegt.

Het juiste antwoord is A.

Toelichting: Regel 8 blz 40, De Aftrap. Voor elke aftrap bevinden alle spelers zich op eigen speelhelft. Dit geldt echter sinds enige tijd niet voor de nemer van de aftrap. De overige 3 voorwaarden zijn correct.

Ronde 4

Vraag 1) Op slag van rust wordt een doelpunt gescoord. De scheidsrechter kent het doelpunt toe, maar in plaats van nog te laten aftrappen fluit hij onmiddellijk af voor de rust. Terwijl iedereen nog op het speelveld is, krijgt de scheidsrechter van zijn assistent via de headset te horen dat het doelpunt door de aanvaller met de hand is gescoord. Wat moet de scheidsrechter nu beslissen als hij het advies van zijn assistent-scheidsrechter overneemt?

A. Hij annuleert het doelpunt en laat de spelers gaan rusten.

B. Hij annuleert het doelpunt, toont de aanvaller een gele kaart en laat de spelers gaan rusten.

C. Hij annuleert het doelpunt, toont de aanvaller een gele kaart en laat een directe vrije schop nemen op de plaats waar ‘hands’ was gemaakt. Onmiddellijk hierna fluit hij af voor de rust.

D. Hij kent een doelpunt toe, want hij had gefloten voor de rust.

Het juiste antwoord is B

Toelichting: Omdat men nog op het veld is, mag de scheidsrechter nog op zijn beslissing terugkomen nadat hij voor rust heeft gefloten. Er had nog geen spelhervatting plaatsgevonden. Hij annuleert hij het doelpunt.

Vraag 2) Logo’s en Emblemen. Wat staat daar over vermeld in de regels? Welke van deze antwoorden is het juiste?

A. Logo’s en emblemen van clubs en bonden zijn geoorloofd in de ruimte van het doelnet en vanaf 1 m van de doel- of zijlijnen in de rust van de wedstrijd.

B. Logo’s en emblemen van de FIFA, confederaties, nationale bonden, competities, clubs of andere lichamen zijn toegestaan op de vlaggen van de hoekvlaggenstokken.

C. Logo’s en emblemen van de FIFA, confederaties, nationale bonden, competities, clubs of andere lichamen mogen op het speelveld, de doelnetten en de netruimtes, de doelen en de vlaggenstokken tijdens de wedstrijd.

D. Reclame mag alleen op de hoekvlaggen na de wedstrijd.

Het juiste antwoord is B

Vraag 3) Net buiten het strafschopgebied wordt een aanvaller door een tegenstander bij zijn shirt vastgepakt omdat de aanvaller hem dreigt te passeren. Op de lijn van het strafschopgebied laat de tegenstander de aanvaller weer los, waardoor de aanvaller valt. De scheidsrechter fluit af en moet:

A. Een directe vrije schop toekennen.

B. Een directe vrije schop toekennen en de verdediger de gele kaart of rode kaart tonen.

C. Een strafschop toekennen.

D. Een strafschop toekennen en de verdediger een gele kaart of rode kaart tonen.

Het juiste antwoord is D

Toelichting: Voor de overtreding wordt in ieder geval een strafschop toegekend, omdat de overtreding op de lijn van het strafschopgebied wordt gemaakt en de lijn hoort hij het strafschopgebied. Afhankelijk of door deze overtreding een veelbelovende aanval wordt onderbroken (waarvoor de gele kaart getoond moet worden) of dat er een duidelijke scoringskans wordt ontnomen (waarvoor de rode kaart getoond moet worden).

Vraag 4) Vlakbij de hoekvlag trappen twee tegenstanders tegelijk tegen de bal, waarna deze precies over de hoekvlag het veld verlaat. Welk advies moet de assistent-scheidsrechter geven?

A. Doelschop

B. Hoekschop

C. Inworp toekennen aan de verdedigende partij

D. Inworp toekennen aan de aanvallende partij.

Het juiste antwoord is C

Toelichting: In de regels is bepaald dat in een dergelijke situatie de minst belastende oplossing moet worden gekozen. De inworp verdient dan de voorkeur boven hoekschop/doelschop en de inworp toekennen aan de verdedigende partij verdient dan de voorkeur boven een inworp voor de aanvallende partij.

Vraag 5) Als partij A in balbezit is onderbreekt de scheidsrechter het spel omdat er een toeschouwer op het speelveld is. Hoe en waar moet het spel dan worden hervat?

A. Met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de toeschouwer het speelveld betrad.

B. Met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de toeschouwer stond toen het spel werd onderbroken.

C. Met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

D. Met een indirecte vrije schop voor partij A op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

Het juiste antwoord is C.

Toelichting: Regel 5. De scheidsrechtersbal moet worden genomen op de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter het spel onderbrak.

Ronde 5

Vraag 1) Een speler loopt kwaad het veld af, zonder zich af te melden. De aanvoerder meldt de speler af bij de scheidsrechter en wil een vervanger inzetten. De scheidsrechter weigert dit, ondanks het feit dat de betrokken speler geen overtreding heeft begaan, waarvoor wegzending nood- zakelijk was. Handelt de scheidsrechter juist?

A. De scheidsrechter handelde alleen juist, indien er reeds drie spelers waren vervangen.

B. De scheidsrechter handelde juist, omdat betrokken speler zich niet had afgemeld.

C. De scheidsrechter handelde juist, omdat bij kwaad weglopen geen vervanging is toegestaan.

D. De scheidsrechter handelde volledig juist

Het juiste antwoord is  A.

Toelichting: Zolang er nog geen 3 wisselspelers zijn ingebracht, mag er nog een vervangende speler worden ingezet. Voor het zonder toestemming verlaten van het speelveld dient betrokken speler volgens de regels wel de gele kaart krijgen.

Vraag 2) Na een beslissingswedstrijd moeten er strafschoppen worden genomen. De thuisspelende partij beëindigt de wedstrijd door blessures en een veldverwijdering met 9 spelers. Hoeveel spelers in totaal moeten zich nu tijdens het nemen van een strafschop ten minste in de middencirkel bevinden?

A. 15 spelers

B. 17 spelers

C. 18 spelers

D. 19 spelers

Het juiste antwoord is A.

Toelichting: Beide ploegen moeten bij aanvang van de strafschoppenserie over een gelijk aantal spelers beschikken. Dus 2 x 9 =18. Bij het nemen van de strafschop moeten alle spelers zich in de middencirkel bevinden, behalve de nemer van de strafschop en de beide doelverdedigers (dus 18-3 = 15). Mocht de strafschopnemer een doelverdediger zijn, dan bevinden zich zelfs 16 spelers in de middencirkel.

Vraag 3) Bij een inworp laat de inwerpende speler zich voorover vallen en duwt de bal hardhandig in het gezicht van een tegenstander die zich binnen het speelveld bevindt. Hoe wordt het spel hervat, nadat de inwerpende speler van het speelveld is gezonden door het tonen van de rode kaart?

A. Met een directe vrije schop op de zijlijn, het dichtst gelegen bij de plaats waar de inwerpende speler stond.

B. Met een directe vrije schop op de plaats waar de tegenstander stond.

C. Met een inworp voor dezelfde partij.

D. Met een inworp voor de tegenpartij.

Het juiste antwoord is C.

Toelichting: De bal is bij een inworp pas in het spel zodra deze in het speelveld is gekomen.In bovenstaand voorwerp is de bal (nog) niet binnen het speelveld gekomen, omdat hij nog contact heeft met de inwerper. Voor de gewelddadige handeling dient de inwerpende speler wel van het veld te worden gezonden door het tonen van de rode kaart, doch dezelfde partij dient de inworp te nemen.

Vraag 4) Bij het nemen van de hoekschop staat een speler van de tegenpartij niet op de vereiste afstand. De hoekschopnemer schiet bal desondanks rechtstreeks in het doel van de tegenpartij. Wat beslist de scheidsrechter?

A. Doelpunt

B. Overnemen van de hoekschop

C. Vrije schop voor de tegenpartij, omdat de hoekschopnemer had moeten wachten totdat de scheidsrechter ervoor gezorgd had dat de speler op de vereiste afstand ging staan.

D. Vrije schop voor de hoekschopnemer.

Het juiste antwoord is A.

Toelichting: Bij een dergelijke situatie wordt de hoekschop niet overgenomen maar wordt in principe de voordeelregel toegepast en dient het gescoorde doelpunt in stand te blijven.

Vraag 5) Terwijl de bal in het spel is, raken een aanvaller en een verdediger aan het vechten in het doel achter de doellijn in de zogenaamde netruimte. De verdediger heeft de eerste klap gegeven. De scheidsrechter fluit af. Wat beslist hij?

A. Beide spelers wegzenden en hervatten met een strafschop.

B. Beide spelers een waarschuwing geven en hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was.

C. Beide spelers een waarschuwing geven en hervatten met een strafschop.

D. Beide spelers wegzenden en hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was.

Het juiste antwoord is A.

Toelichting: Beide spelers dienen voor het vechten het speelveld te verlaten door het tonen van de rode kaart. Omdat de verdediger de eerste overtreding heeft gemaakt , is de spelhervatting een strafschop voor de aanvallende partij.

Ronde 6

Vraag 1) Welk teken of welke tekens moet de scheidsrechter geven bij het nemen van een indirecte vrije schop?

A. Een fluitsignaal of een teken.

B. Een fluitsignaal en een arm omhoog.

C. Een fluitsignaal of een teken en een arm omhoog.

D. Een arm omhoog.

Het juiste antwoord is C.

Toelichting: Bij een indirecte vrije schop dient altijd een arm recht omhoog in de lucht te worden gestoken en deze dient in de lucht te blijven totdat de bal door een andere speler is geraakt of gespeeld dan wel uit het spel is. Naast de arm in de lucht heeft hij de keuze van een fluitsignaal of een teken.

Vraag 2) Een speler wordt buiten het speelveld aan de zijlijn verzorgd. Zonder toestemming van de scheidsrechter betreedt hij het veld. De scheidsrechter ziet dit. Wat beslist de scheidsrechter als deze speler het spel verder niet beïnvloedt?

A. Hij fluit direct af, toont de speler de gele kaart en hervat met een scheidsrechtersbal.

B. Hij fluit direct af, toont de speler de gele kaart en hervat met een indirecte vrije schop.

C. Hij laat doorspelen en toont de speler bij de eerstvolgende onderbreking de gele kaart.

D. Hij fluit direct af, toont de speler de gele kaart en hervat met een directe vrije schop.

Het juiste antwoord is C.

Toelichting: Zonder toestemming het speelveld weer betreden na een blessure behandeling mag niet, daarvoor is in de regels bepaald, dat dit bestraft moet worden met het tonen van een gele kaart. Om de snelheid in het spel te houden, hoeft de scheidsrechter niet direct het spel te onderbreken, maar kan hij de overtreder bij de eerstvolgende onderbreking de gele kaart tonen.

Vraag 3) De bal gaat niet ver van de middenlijn over de zijlijn. Voordat het team dat de inworp mag nemen, willen zij een wissel toepassen. De wissel gaat volgens de juiste procedure. De wisselspeler stapt 1 m het speelveld in en verlaat dat direct weer om de inworp te gaan nemen. Is dat toegestaan?

A. Ja, een wisselspeler mag elke spelhervatting nemen, vooropgesteld dat hij eerst het speelveld heeft betreden.

B. Ja, zodra de gewisselde speler het speelveld heeft verlaten mag de wisselspeler direct de inworp nemen, zonder dat hij het speelveld betreden heeft.

C. Neen, hij mag pas een spelhervatting nemen als het spel eerst hervat is met de inworp.

D. Neen, want alleen even het speelveld instappen is niet genoeg.

Het juiste antwoord is A.

Toelichting: Een wissel is definitief zodra de vertrekkende speler het speelveld heeft verlaten op ieder willekeurige plaats en de invallende speler het speelveld heeft betreden. Vanaf dat moment mag hij alle spelhervattingen doen.

Vraag 4) Welke van de volgende overtredingen door een speler moet, terwijl de bal in het spel is, bestraft worden met een directe vrije schop of strafschop?

A. Van buiten het speelveld een voorwerp gooien (niet raak) naar een tegenstander die binnen het speelveld staat.

B. Een tegenstander discrimineren.

C. Een tegenstander beledigen.

D. Een tegenstander in diens loop belemmeren.

Het juiste antwoord is A.

Toelichting: Voor de antwoorden genoemd onder B , C en D is de spelhervatting een indirecte vrije schop als dit gebeurt terwijl de bal in het spel is. Als een speler, die zich binnen of buiten het speelveld bevindt, een voorwerp gooit naar een tegenstander wisselspeler, gewisselde speler of verwijderde speler of een teamofficial of zelfs naar de bal, dan is de spelhervatting een directe vrije schop vanaf de plaats waar het object de persoon of de bal raakte of geraakt zou hebben. Is dit binnen het strafschopgebied dan is de straf een strafschop. Gebeurde het buiten het speelveld, dan vindt de vrije schop plaats op de doellijn of zijlijn.

Vraag 5) Welke van de volgende overtredingen, begaan door een speler tijdens het spel, moet bestraft worden met een scheidsrechtersbal?

A. Een speler die binnen het speelveld een teamofficial een trap geeft die het speelveld in is gelopen.

B. Een speler die van buiten het speelveld een bidon in het gezicht van een tegenstander gooit die binnen het speelveld staat.

C. Een speler die door een spelsituatie buiten het speelveld is gekomen en daar een tegenstander een trap geeft.

D. Een speler die vanuit het speelveld een beledigend gebaar maakt naar een toeschouwer die op de tribune zit.

Het juiste antwoord is D.

Toelichting: Bij de antwoorden A B en C is de spelhervatting allemaal een directe vrije schop of strafschop. Bij antwoord D is de spelhervatting een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel door de scheidsrechter werd onderbroken.