Spelregelvragen van de week in 2011

Elke vrijdag plaatsen we een spelregelvraag van de week op deze site. Een week later volgt dan het antwoord én een nieuwe vraag. Onderstaand alle spelregelvragen van 2011. Met dank aan de onvolprezen Klaas Smith!

De vraag van 7 januari 2011:
Een speler bevindt zich op het speelveld nabij de zijlijn en gooit vanaf daar een kluit modder naar de reservebank. Wat beslist de scheidsrechter als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?
a. Hij toont deze speler een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar deze speler gooide.
b. Hij toont de speler een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de zijlijn.
c. Hij toont de speler een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.
d. Hij toont de speler een rode kaart en hervat met een directe vrije schop op de plaats waar deze speler gooide.

Het juiste antwoord is C, zie ook pagina 99/100 in de Handleiding Spelregels Voetbal. Het zal een ieder duidelijk zijn, dat de overtreder van het speelveld moet worden gezonden door het tonen van de rode kaart voor deze gewelddadige handeling. In de vraagstelling wordt een voorwerp geworpen vanuit het speelveld naar iemand buiten het speelveld. De spelhervatting is dan een indirecte vrije schop, vanaf de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

De vraag van 14 januari 2011:
Wanneer het spel onderbroken is voor onsportief gedrag ten opzichte van de scheidsrechter binnen het speelveld, hoe wordt het spel dan hervat?
a. met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen werd onderbroken
b. met een indirecte vrije schop op de plaats van de overtreding
c. met een indirechte vrije schop op de plaats waar de bal was toen werd onderbroken
d. met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was.

Het juiste antwoord is B. Het gaat om een vorm van onsportief gedrag door een speler ten opzichte van de scheidsrechter. Dat geeft als spelhervatting een indirecte vrije schop en wel op de plaats van de overtreding.

De spelregelvraag van 21 januari 2011:
De linksbuiten stapt over de zijlijn om zich aan strafbaar buitenspel te onttrekken. Kort daarop loopt hij het speelveld weer in en probeert hij de bal, buiten het strafschopgebied, te spelen op het moment dat die bal na een schot op het doel van de doelman terugkomt. Moet de scheidsrechter hier nog ingrijpen?
a. Ja, hij toont deze speler een gele kaart en laat hervatten met een indirecte vrije schop vanaf de plaats waar de linksbuiten de bal aanraakte.
b. Ja, hij toont deze speler een gele kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop vanaf de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter het spel onderbrak.
c. Ja, hij toont deze speler een gele kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de zijlijn, waar de linksbuiten het speelveld weer in kwam.
d. Ja, hij toont deze speler een gele kaart en laat hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de linksbuiten de bal aanraakte.

Het juiste antwoord moet B zijn. Zie pagina 79 in de Handleiding spelregels veldvoetbal: Een aanvaller mag zich onttrekken aan buitenspel, indien hij zich onthoudt van enige beïnvloeding van het spel. In dit geval zal hem een gele kaart getoond worden voor het zonder toestemming betreden van het speelveld en het spel zal hervat worden met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter het spel onderbrak.

De vraag van 28 januari 2011:
Een speler maakt een onbesuisde overtreding op een tegenstander en de scheidsrechter fluit hiervoor af. Hij wil de speler ook de gele kaart tonen, maar omdat die speler bij de actie zelf geblesseerd is geraakt en op de grond ligt, besluit de scheidsrechter om eerst verzorging toe te staan. De verzorger geeft aan dat de speler niet verder kan spelen en vraagt om een brancard om de geblesseerde speler af te voeren. Hoe wikkelt de scheidsrechter dan de kaart af?
a. Hij toont de gele kaart alsnog en doet dit voordat de geblesseerde speler het speelveld heeft verlaten
b. Hij toont de gele kaart, maar pas als de geblesseerde speler het speelveld heeft verlaten
c. Hij toont de gele kaart niet, maar geeft de aanvoerder aan dat de speler een waarschuwing heeft gekregen
d. Hij besluit om de waarschuwing achterwege te laten.

Het juiste antwoord, de meeste deelnemers hadden het goed, moest A zijn. Voor de overtreding dient de gele kaart te worden getoond (onbesuisde actie). De waarschuwing wordt kenbaar gemaakt door het tonen van de gele kaart aan zowel de overtreder als ook aan het publiek. Dit dient te geschieden voordat de geblesseerde speler het speelveld heeft verlaten.

De vraag van 4 februari 2011:
Als de scheidsrechter in het amateurvoetbal voor de rust heeft gefloten, beledigt een verantwoordelijk bestuurslid van de bezoekende vereniging, vanuit de dug-out op weg naar de kleedkamer de scheidsrechter op grove wijze, door hem te verwijten dat het aan de scheidsrechter ligt dat zijn ploeg met 3-0 achterstaat. wat moet de scheidsrechter in een dergelijke situatie beslissen?
a. Hij stuurt deze persoon definitief van het veld door het tonen van de rode kaart.
b. Hij stuurt deze persoon definitief van het speelveld.
c. Hij geeft de aanvoerder opdracht om deze persoon de tweede helft niet meer in de dug-out plaats te laten nemen.
d. Hij geeft de aanvoerder van de thuisclub opdracht om deze persoon de tweede helft niet meer in de dug-out te laten plaatsnemen.

Het juiste antwoord moet A zijn. In het amateurvoetbal kan de scheidsrechter iedereen die zich in de dug-out of op de reservebank bevindt, een gele of rode kaart tonen. In dit geval zal de scheidsrechter de rode kaart tonen voor het op grove wijze beledigen.

De vraag van 11 februari 2011:
Een speler van partij B, die met de bal in zijn handen staat om een inworp te nemen, toont hierbij naar het oordeel van de scheidsrechter geen enkele haast. De scheidsrechter maant hem tot enige spoed, maar zonder het gewenste resultaat. De scheidsrechter fluit en toont hem de gele kaart wegens tijdrekken. Hoe moet de scheidsrechter het spel nu laten hervatten?
a. een inworp voor partij A
b. een inworp voor partij B
c. een indirecte vrije trap op de zijlijn voor partij A
d. een scheidsrechtersbal op de zijlijn.

Het juiste antwoord is B. Zie ook pagina 89 van de Handleiding: wanneer de spelhervatting bewust wordt vertraagd, dan zal deze speler een gele kaart getoond worden, maar het spel zal met een inworp hervat moeten worden door partij A.

De vraag van 18 februari 2011:
Terwijl de bal in het spel is, kijkt de scheidsrechter achterom. Hij ziet een verdediger over de doellijn tussen de palen stappen en daar de achter de doellijn terechtgekomen aanvaller in het gezicht slaan. Wat moet de scheidsrechter hier beslissen?
a. Hij toont de verdediger de rode kaart en hervat het spel met een strafschop
b. Hij toont de verdediger de rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken
c. Hij toont de verdediger de rode kaart en hervat met een scheidsrechtersbal op de lijn van het doelgebied, het dichtst bij de plaats waar de verdediger de overtreding maakte
d. Hij toont de verdediger de rode kaart en hervat met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

Het juiste antwoord is D. Zie ook het spelregelboek op pagina 98 onderaan: De verdediger verlaat het speelveld om daar buiten de overtreding te maken. De spelhervatting is daarom een indirecte vrije trap op de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter het spel onderbrak.

De vraag van 25 februari 2011:
Een speler spuwt naar de assistent-scheidsrechter, die op de zijlijn staat. Wat beslist de scheidsrechter als de bal op dat moment in het spel is?
a. Hij toont de speler een rode kaart en hervat met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter het spel onderbrak.
b. Hij toont de speler een rode kaart en hervat met een indirecte vrije schop op de plaats van de overtreding (zijlijn).
c. Hij toont de speler een rode kaart en hervat met een directe vrije schop op de plaats van de overtreding.
d. Hij toont de speler een rode kaart en hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

Het juiste antwoord moet B zijn: De overtreding wordt begaan tegenover de assistent-scheidsrechter (dus een niet-tegenstander) en de spelhervatting moet daarom een indirecte vrije schop zijn. De overtreding wordt gemaakt door een speler binnen het speelveld en de plaats van de hervatting is derhalve de plaats van overtreding (zijlijn).

De spelregelvraag van 4 maart 2011:
Een verdediger die andere schoenen heeft aangetrokken, loopt zonder toestemming van de scheidsrechter het speelveld weer in. Een aanvaller loopt op dat moment in de richting van het doel met alleen nog de doelverdediger voor hem. De bal wordt hem echter correct afgenomen door de zojuist in het speelveld gekomen verdediger. Hoe dient de scheidsrechter te handelen?
a. Hij onderbreekt het spel, kent een indirecte vrije schop toe en toont de verdediver een rode kaart wegens het ontnemen van een duidelijke scoringskans
b. Hij fluit af, geeft een indirecte vrije schop aan de aanvallende partij en toont de verdediger een gele kaart wegens het zonder toestemming betreden van het speelveld
c. Hij laat doorspelen en toont de verdediger een gele kaart tijdens de eerstvolgende onderbreking wegens het zonder toestemming betreden van het speelveld
d. Hij onderbreekt het spel, kent een indirecte vrije schop of strafschop toe en toont de verdediger een rode kaart wegens het ontnemen van een duidelijke scoringskans

Het juiste antwoord is B. Zie het spelregelboek pagina 30/31: betrokken verdediger, die het speelveld heeft verlaten om zijn uitrusting aan te passen of in orde te brengen, mag niet terugkeren zonder toestemming van de scheidsrechter. Dit mag ook alleen geschieden wanneer de bal uit het spel is. Als de scheidsrechter het spel onderbreekt om betrokkene een waarschuwing te geven, wordt het spel hervat met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter het spel onderbrak.

De spelregelvraag van 11 maart 2011:
Op het moment dat de bal in het spel is, levert een verdediger hoogst onbehoorlijk commentaar op zijn eigen club-assistent-scheidsrechter. De verdediger staat in zijn strafschopgebied. Hoe moet de scheidsrechter handelen als hij hiervoor het spel onderbreekt?
a.  Hij kent een strafschop toe
b.  Hij toont de speler een gele kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats van de overtreding
c.  Hij toont de speler een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats van de overtreding
d.  Hij toont de speler een gele kaart en hervat het spel met een strafschop.

Het juiste antwoord is C. Zie het spelregelboek pagina 89: commentaar op de leiding, wegwerpgebaren en dergelijke zullen worden bestraft met een gele kaart. Hoogst onbehoorlijk commentaar is erger en moet worden uitgelegd als bijvoorbeeld grove of beledigende taal en dient te worden bestraft met een rode kaart. De spelhervatting is altijd een indirecte vrije schop op de plaats van de overtreding , dus daar waar de verdediger de grove taal bezigde. Dat wil zeggen als de bal op dat moment in het spel was.

De spelregelvraag van 18 maart 2011:
Een toeschouwer loopt het veld in, terwijl de bal in het spel is. Een speler geeft hem een klap. Moet de scheidsrechter hier handelend optreden?
a. Ja, de speler wordt een rode kaart getoond en het spel wordt hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.
b. Ja, de speler wordt een rode kaart getoond en het spel wordt hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de speler de toeschouwer een klap gaf.
c. Ja, de speler wordt een rode kaart getoond en het spel wordt hervat met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij op de plaats van de overtreding.
d. Ja, de speler wordt een rode kaart getoond en het spel wordt hervat met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was op het moment dat de scheidsrechter het spel onderbrak.

Het juiste antwoord is A. Zie het spelregelboek pagina 99: De bal is in het spel en een speler begaat een overtreding binnen het speelveld, tegen een ander persoon. Spelhervatting is een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

De spelregelvraag van 25 maart 2011:
Voor een bepaalde overtreding wordt een indirecte vrije schop toegekend. Dit is een juiste beslissing. De scheidsrechter geeft een fluitsignaal, steekt even zijn arm in de lucht, zodat iedereen heeft kunnen zien dat het om een indirecte vrije schop ging. De bal wordt vervolgens direct in het doel van de tegenpartij geschoten. Welke beslissing neemt de scheidsrechter?
a.  Doelpunt toekennen
b.  De vrije schop wordt overgenomen, nadat men de scheidsrechter heeft laten weten, dat niet bekend was dat het om een indirecte vrije schop ging
c.  Doelschop
d.  Indirecte vrije schop voor de tegenpartij op dezelfde plaats waar de eerste schop werd genomen.

Het juiste antwoord is B.  Zie het spelregelboek pagina 116: De scheidsrechter geeft aan dat het een indirecte vrije schop betreft door zijn arm boven zijn hoofd te heffen. Hij moet zijn arm in die positie houden, totdat de schop genomen is en de bal is geraakt door een andere speler of uit het spel is.

De spelregelvraag van 1 april 2011 (geen grap):
Uit een doelschop komt de bal buiten het strafschopgebied, doch hij waait door de harde wind terug in het doel, zonder dat deze is aangeraakt door een andere speler. Wat beslist de scheidsrechter?
a.  Hoekschop toekennen
b.  Doelschop overnemen
c.  Doelpunt
d.  Indirecte vrije schop voor de verdedigende partij

Het juiste antwoord moet A zijn. Zie het spelregelboek pagina 131: De bal is in het spel wanneer deze rechtstreeks buiten het strafschopgebied is getrapt, hetzij door de lucht of over de grond en ook binnen het speelveld is gebleven. Waait deze terug en gaat deze over de doellijn tussen de palen, dan is de hervatting een hoekschop. Rechtstreeks doelpunten in eigen doel kan uit geen enkele spelhervatting.

De spelregelvraag van 8 april 2011:
Tijdens de wedstrijd slaan de linksachter van partij A en de rechterspits van partij B tegelijk met de hand tegen de bal. Bij deze actie stonden beide spelers op de doellijn tussen de doelpalen van partij A. Bij deze actie komt de bal in het bezit van de doelverdediger van partij A. Deze doelman weet de bal vervolgens met een verre trap in het doel van de tegenstander te trappen. De scheidsrechter geeft hierop een fluitsignaal. Met welke spelhervatting moet de scheidsrechter nu verder gaan?
a.  Met een scheidsrechtersbal, omdat er van te voren twee gelijkwaardige en gelijktijdige overtredingen hadden plaatsgevonden
b. Met een aftrap na geldig doelpunt
c.  Met een strafschop, omdat de bal in het strafschopgebied van de verdediger van partij A was, toen hij met de hand tegen de bal sloeg en daarmee een doelpunt wist te voorkomen
d.  Met een directe vrije schop tegen de aanvaller, omdat in deze situatie de verdedigende partij het voordeel krijgt.

Het juiste antwoord op de vraag van vorige week moet A zijn: omdat hier sprake is van het feit dat gelijktijdig twee overtredingen worden gemaakt door spelers van verschillende partijen, is de spelhervatting altijd een scheidsrechtersbal. De handsbal kan ook niet als niet-opzettelijk worden beoordeeld, omdat er sprake is van slaan naar de bal. De scheidsrechtersbal wordt genomen op de lijn van het doelgebied die evenwijdig loopt aan de doellijn en wel op de plaats het dichtst gelegen bij de plaats van de overtreding.

De spelregelvraag van 15 april 2011:
Tijdens het spel gooit een speler ie binnen het speelveld staat zijn scheenbeschermer in het gezicht van een tegenstander, die buiten het speelveld zit om zijn schoenveters vast te maken. De scheidsrechter onderbreekt hiervoor het spel. Wat zal hij beslissen? Deze keer drie vragen inéén…

1. Welke disciplinaire straf?
a. geen kaart
b. vermaning
c. gele kaart
d. rode kaart

2. Welke spelstraf?
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. directe vrije schop
d. strafschop
e. scheidsrechtersbal

3. En wat is de plaats van de hervatting?
a. op de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter het spel onderbrak
b. op de plaats waar de overtredende speler stond
c. de strafschopstip
d. op de zijlijn

Het juiste antwoord op de vraag moet zijn D (rode kaart), C (directe vrije schop) en B (op de plaats waar de aanvaller stond): Slaan van een tegenstander geeft als straf altijd een rode kaart. De spelhervatting is in dit geval een directe vrije schop, omdat de aanvaller de klap kreeg terwijl hij zich buiten het strafschopgebied bevond. Omdat het spel na het scoren van het doelpunt nog niet weer was hervat, kan de scheidsrechter terugkomen op de eerdere overtreding en wordt het spel dus met de genoemde directe hervat op de plaats waar de aanvaller stond toen hij de klap kreeg.

De spelregelvraag van 29 april 2011:
Tijdens de wedstrijd loopt een aanvaller ter hoogte van de middenlijn achter de rug om van een verdediger, waarbij hij even buiten het speelveld komt. Van daaruit weet hij de bal weer in zijn bezit te krijgen. Bij deze actie komt hij met de bal aan zijn voet voor de verdediger te lopen. De verdediger probeert de aanvaller tegen te houden door hem aan zijn shirtje te trekken, maar ondanks deze poging weet de aanvaller toch met de bal aan de voet, met niemand meer voor zich, richting doel te gaan. Wat beslist de scheidsrechter?

1. Welke disciplinaire straf?
a. geen kaart
b. vermaning
c. gele kaart
d. rode kaart

2. Welke spelstraf?
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. directe vrije schop
d. strafschop
e. scheidsrechtersbal

3. En wat is de plaats van de hervatting?
a. op de plaats waar de aanvaller weer het veld in kwam
b. op de plaats waar de aanvaller de bal in zijn bezit kreeg, mogelijk bij de plaats van overtreding
c. elke willekeurige plaats binnen het speelveld
d. doorspelen

Het juiste antwoord op de vraag van vorige week moet zijn C (gele kaart), A (geen vrije schop) en D (doorspelen): Voor het om tactische redenen even buiten het speelveld komen, behoeft geen toestemming van de scheidsrechter te worden verkregen en er is dus geen sprake van een overtreding. Iemand aan het shirtje trekken is wel een overtreding, temeer als het bedoeld is om een veelbelovende aanval te onderbreken zoals in deze situatie (spelbederf/onsportief gedrag). In dit geval onderbreekt de scheidsrechter het spel evenwel niet, maar past de voordeelregel toe. Hij laat dus gewoon doorspelen. De persoonlijke straf (de gele kaart) wordt evenwel later alsnog aan de overtreder getoond, bij de eerstvolgende onderbreking.

De spelregelvraag van 6 mei 2011:
Tijdens de wedstrijd weet een aanvaller de doelman te omspelen, waarbij hij met de bal aan de voet voor het lege doel komt te staan. Maar op het moment dat hij wil uithalen om de bal in het lege doel te schieten, staat er plotseling een toeschouwer voor hem, waardoor hij de bal niet in het lege doel kan schuiven. De aanvaller kan zich op dat moment niet beheersen en geeft de toeschouwer een klap in zijn gezicht. De scheidsrechter ziet dit, wat beslist hij?
a. affluiten, slaande speler de rode kaart tonen en hervatten met een indirecte vrije schop tegen de slaande speler, op de plaats van de overtreding
b. affluiten, de speler een gele kaart tonen en het spel hervatten met een indirecte vrije schop tegen de slaande speler op de plaats van de overtreding
c. affluiten, de speler een rode kaart tonen en hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken
d. affluiten, de speler een gele kaart tonen en hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar werd geslagen.

Het juiste antwoord moet C zijn: Zie pagina 99, 5e streepje. De bal is in het spel en de overtreding wordt begaan door een speler binnen het speelveld tegen een zogenaamde andere persoon (toeschouwer). De spelhervatting is dan een scheidsrechtersbal vanaf de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

De spelregelvraag van 13 mei 2011:
Een speler die behandeld is aan een blessure wacht aan de zijlijn op toestemming om het speelveld te betreden. Vanaf deze plek achter de zijlijn spuwt hij naar een tegenstander die binnen het speelveld loopt. Wat beslist de scheidsrechter als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?

1. Welke disciplinaire straf?
a. geen kaart
b. vermaning
c. gele kaart
d. rode kaart

2. Welke spelstraf?
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. directe vrije schop
d. strafschop
e. scheidsrechtersbal

3. En wat is de plaats van de hervatting?
a. op de plaats nabij de zijlijn
b. op de plaats waar de bal was
c. op de plaats waar de tegenstander stond in het veld
d. op de plaats waar de bal was op moment van onderbreken

Het juiste antwoord moet D (rode kaart), C (directe vrije schop) en C (op de plaats waar de tegenstander stond in het veld) zijn: Spuwen is altijd een rode kaart. Overtreder behoort tot de actieve spelers en spuwt een tegenstander, terwijl de bal in het spel is. Dus directe vrije schop. En de plaats van spelhervatting is daar waar de tegenstander werd geraakt.

De spelregelvraag van 20 mei 2011:
Voordat hij de tweede strafschop zou nemen tijdens een strafschoppenserie, toont de scheidsrechter de nemer een rode kaart wegens het beledigen van de assistent-scheidsrechter. Wat zal de scheidsrechter nu beslissen?
a.  hij laat de strafschop door een andere speler nemen
b.  hij laat de strafschop door een andere speler nemen, nadat hij de aanvoerder van het andere team opdracht heeft gegeven zijn team met één speler te verminderen
c.  hij laat de strafschop door een andere speler nemen en laat beide teams eerst vijf strafschoppen nemen. Is er dan nog geen winnaar, dan moet de aanvoerder van het andere team zijn team verminderen met één speler
d.  hij noteert deze strafschop als gemist, waardoor de andere partij meer kans krijgt

Het juiste antwoord moet zijn A : Als de strafschoppenserie eenmaal is begonnen, vindt er geen aanpassing van het aantal deelnemers meer plaats en zal een andere speler de strafschop moeten nemen.

De spelregelvraag van 27 mei 2011:
Een verdediger kopt de bal ter hoogte van de strafschopstip veel te laag weg, op het moment dat een aanvaller de bal in het lege doel wil schieten. Wat moet de scheidsrechter hier beslissen als de bal daardoor over de doellijn naast het doel gaat?

1. Welke disciplinaire straf?
a. geen kaart
b. vermaning
c. gele kaart
d. rode kaart

2. Welke spelstraf?
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. hoekschop
d. strafschop

3. En wat is de plaats van de hervatting?
a. op de plaats van de overtreding
b. op de plaats waar de bal was toen de overtreding werd begaan
c. in het hoekschopgebied
d. in het strafschopgebied
e. door laten spelen

Het juiste antwoord moet zijn D (rode kaart), B (indirecte vrije schop) en A (op de plaats van de overtreding): Er wordt een scoringskans ontnomen, waarvoor de rode kaart wordt getoond. De overtreding is gevaarlijk spel, waarvoor de spelhervatting dus een indirecte vrije trap is. Deze moet worden genomen op de plaats van de overtreding, ter hoogte dus van de strafschopstip.

De spelregelvraag van 3 juni 2011:
Een strafbaar buitenspel staande aanvaller wordt in het strafschopgebied op zeer gevaarlijke wijze aangevallen door een verdediger en raakt hierbij gewond. de bal is op dat moment al in de richting van de aanvaller gespeeld. wat zal de scheidsrechter beslissen?

1. Welke disciplinaire straf?
a. geen kaart
b. vermaning
c. gele kaart
d. rode kaart

2. Welke spelstraf?
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. directe vrije schop
d. strafschop
e. scheidsrechtersbal

3. En wat is de plaats van de hervatting?
a. op de plaats van de overtreding
b. op de plaats waar de aanvaller stond
c. op de strafschopstip
d. waar de bal was bij de overtreding
e. waar de bal was bij het buitenspel staan

Het juiste antwoord moet zijn D (rode kaart), B (indirecte vrije schop) en B (op de plaats waar de aanvaller stond): De  scheidsrechter zal het strafbaar buitenspel staan bestraffen, omdat dat de eerste overtreding is. De spelhervatting hiervoor is een indirecte vrije schop op de plaats waar deze speler stond. Omdat de aanvaller op een zeer gevaarlijke wijze wordt aangevallen is er sprake van ernstig gevaarlijk spel, waarvoor de rode kaart getoond dient te worden.

De spelregelvraag van 10 juni 2011:
Een beslissingswedstrijd tussen twee jeugdteams moet worden verlengd voor het nemen van strafschoppen. Bij het laatste fluitsignaal had partij A elf (11) spelers en partij B tien (10) spelers op het speelveld, omdat een  minuut voor het eindsignaal een speler van team B een straftijd van vijf minuten is opgelegd. Met hoeveel spelers gaat de scheidsrechter beginnen met de strafschoppenserie?
a.  met 22 spelers
b.  met 21 spelers
c.  met 20 spelers

Het juiste antwoord moet zijn A (met 22 spelers): Is de straftijd nog niet om bij het einde van de wedstrijd, dan wordt hem de rest kwijtgescholden en mag hij gewoon deelnemen aan de strafschoppenserie (zie bewaarnummer).

De spelregelvraag van 17 juni 2011:
In de rust wisselt vereniging A een speler. Dit wordt volgens de regels aan de scheidsrechter gemeld. Als de ploegen klaar staan voor de aftrap, beledigt de wisselspeler van A, die dus net het veld ingekomen is, de scheidsrechter. Hij wordt weggestuurd door het tonen van de rode kaart. Mag de wisselspeler worden vervangen als ploeg A nog niet alle wisselspelers heeft gebruikt?
a. dat zou wel mogen bij het begin van de wedstrijd, niet bij het begin van de tweede helft
b. dat zou wel mogen als de belediging buiten het veld had plaatsgevonden, in deze situatie niet
c. dat mag, het spel is nog niet hervat en de wissel is daardoor nog niet onherroepelijk
d. dat mag, zolang de wisselspeler de bal nog niet heeft gespeeld.

Het juiste antwoord moet C zijn: De wissel is onherroepelijk op het moment dat de gewisselde speler het speelveld heeft verlaten en de nieuwe speler het speelveld heeft betreden, die daarop dus wegens belediging wordt weggezonden. Omdat het spel nog niet is hervat, mag nog een nieuwe wisselspeler worden ingezet, indien nog niet het maximaal aantal wissels is ‘verbruikt’.

De spelregelvraag van 24 juni 2011:
Bij het nemen van de hoekschop staat een speler van de tegenpartij niet op 9.15 meter afstand. De hoekschopnemer schiet de bal desondanks rechtstreeks in het doel van de tegenpartij. De scheidsrechter beslist:
a. doelpunt
b. overnemen van de hoekschop
c. vrije schop voor de tegenpartij, omdat de hoekschopnemer had moeten wachten totdat de scheidsrechter ervoor had gezorgd dat de speler op 9.15 meter ging staan
d. vrije schop voor de hoekschopnemer

Het juiste antwoord moet A zijn: Hier wordt de zogenoemde voordeelregel toegepast. De hoekschop nemende partij heeft geen nadeel in deze situatie. Zou de bal worden aangeraakt door de niet op afstand staande speler, dan zou de hoekschop moeten worden overgenomen en de overtreder zou dan de gele kaart getoond moeten worden.

De spelregelvraag van 1 juli 2011:
Een speler loopt kwaad het speelveld af, zonder zich af te melden.  De aanvoerder meldt de speler af bij de scheidsrechter en wil een vervanger inzetten. De scheidsrechter weigert dit, ondanks het feit dat de betrokken speler geen overtreding heeft begaan, waarvoor wegzending noodzakelijk was. Handelt de scheidsrechter hier juist?
a. de scheidsrechter handelde juist, omdat de betrokken speler zich niet zelf had afgemeld bij de scheidsrechter
b. de scheidsrechter handelde juist, omdat bij kwaad weglopen geen vervanging is toegestaan
c. de scheidsrechter handelde alleen juist, indien er reeds 3 c.q. 5 spelers van het betreffende team waren gewisseld
d. de scheidsrechter handelde volledig juist

Het juiste antwoord op de vraag moet C zijn: Omdat betrokken speler geen overtreding heeft begaan waarvoor hem de rode kaart zou moeten worden getoond, mag er nog een vervanger worden ingebracht indien nog niet het maximaal toegestane aantal wisselspelers is verbruikt.

De spelregelvraag van 8 juli 2011:
Een ploeg speelt met slechts zeven spelers. Eén van deze spelers veroorzaakt een strafschop en de scheidsrechter toont hem de rode kaart. Wat moet de scheidsrechter nu doen?
a. strafschop laten nemen en de wedstrijd beëindigen
b. strafschop laten nemen en de wedstrijd voortzetten
c. strafschop laten nemen en met de aanvoerders overleggen of ze verder willen spelen
d. strafschop niet laten nemen, maar de wedstrijd beëindigen

Het juiste antwoord moet D zijn: Zie pagina 25 in het spelregelboek, regel 3. Wanneer een team minder dan zeven spelers heeft, omdat één of meer spelers het speelveld met opzet hebben verlaten, is de scheidsrechter niet verplicht de wedstrijd te onderbreken en mag hij de voordeelregel toepassen. Wanneer de bal echter uit het spel is, zoals in deze situatie, moet de scheidsrechter de wedstrijd niet hervatten indien een team niet (meer) het minimum aantal van zeven spelers heeft. Dus de strafschop niet moeer laten nemen.

De spelregelvraag van 15 juli 2011:
Nadat bij een wedstrijd in de topklasse een doelpunt is gescoord door partij A en voordat het spel is hervat, ziet de scheidsrechter dat de verzorger van partij A op het speelveld is. De assistent-scheidsrechter, die door de scheidsrechter wordt geraadpleegd, bevestigt dat de verzorger al op het speelveld was toen werd gescoord. Wat moet de scheidsrechter beslissen?
a. hij kent het doelpunt toe
b. hij kent het doelpunt toe en stuurt de verzorger naar de dugout
c. hij keurt het doelpunt af en hervat met een indirecte vrije schop voor partij B in het doelgebied van partij B
d. hij keurt het doelpunt af en hervat met een scheidsrechtersbal op de 5,5 meterlijn van het doelgebied van partij B

Het juiste antwoord moet D zijn: Zie pagina 25 in het spelregelboek, bij doelpunt gescoord met extra persoon op het speelveld.

De spelregelvraag van 22 juli 2011:
Een speler werpt de bal in. De scheidsrechter ziet dat de speler tijdens de inworp met beide hakken op de zijlijn staat en met de rest van zijn voeten in het speelveld. De tegenpartij is van mening dat de inworp daarom niet correct is genomen en protesteert. Wat moet de scheidsrechter beslissen?
a. hij fluit af, omdat bij een inworp beide voeten van de speler die de inworp neemt zich achter de zijlijn moeten bevinden en laat de tegenpartij inwerpen
b. hij fluit af, omdat bij een inworp beide voeten van de speler die de inworp neemt zich volledig op of achter de zijlijn moeten bevinden en laat de tegenpartij inwerpen
c. hij fluit af en laat de inworp overnemen
d. hij laat het spel doorgaan omdat de inworp correct is uitgevoerd

Het juiste antwoord moet D zijn: zie pagina 27 in het spelregelboek, bij een inworp moet je op het moment van inwerpen met een gedeelte van elke voet op of achter de zijlijn staan.

De spelregelvraag van 29 juli 2011:
Tijdens de warming-up ziet een assistent-scheidsrechter dat één van de doelen ronde palen heeft en het andere doel vierkante palen. Wat moet de scheidsrechter beslissen?
a. de scheidsrechter doet niets en laat de wedstrijd gewoon spelen
b. de scheidsrechter moet de thuisspelende partij opdragen ervoor te zorgen dat beide doelen gelijk zijn voordat er kan worden gespeeld
c. de scheidsrechter moet de bezoekende partij vragen of hier bezwaar tegen is en zo ja, de wedstrijd niet door laten gaan als het euvel niet kan worden verholpen
d. de scheidsrechter laat het doel met de vierkante palen vervangen omdat dit verboden is.

Het juiste antwoord moet A zijn: zie pagina 7 in het spelregelboek. De vorm van de doelpalen mag vierkant, rechthoekig, rond of ovaal zijn. Beide palen voldoen dus aan de eisen en de scheidsrechter behoeft hier dus niets aan te doen. De palen mogen geen gevaar opleveren voor de spelers.

De spelregelvraag van 5 augustus 2011:
Onmiddellijk nadat de wedstrijd is begonnen, ziet de scheidsrechter dat de doelverdediger met de hak van zijn schoen in zijn doelgebied een gleuf maakt om hem te helpen bij het bepalen van zijn positie in het doel. De scheidsrechter fluit af en geeft een waarschuwing door het tonen van de gele kaart. Hoe wordt het spel hervat?
a. met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen afgefloten werd
b. met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken
c. met een indirecte vrije schop op de plaats van de overtreding
d. met een indirecte vrije schop op de lijn van het doelgebied

Het juiste antwoord moet B zijn: dit betreft een vorm van spelbederf en is niet toegestaan. De doelverdediger bestraffen met een gele kaart en het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

De spelregelvraag van 12 augustus 2011:
Een team beschikt maar over acht spelers bij aanvang van de wedstrijd en daar blijft het ook bij. Tijdens deze wedstrijd ontvangt één van deze spelers een rode kaart. Even later raakt één van de overgebleven spelers geblesseerd en verlaat hierbij het speelveld om zich te laten behandelen. Wat beslist de scheidsrechter, hoe dient hij nu te handelen?
a. hij staakt de wedstrijd op dit moment
b. hij staakt de wedstrijd en wacht vijf minuten. Indien de speler dan nog niet is opgelapt, zal hij definitief staken
c. hij laat het spel doorgaan totdat de bal uit het spel is en wacht dan vijf minuten
d. hij staakt de wedstrijd en moet 30 minuten wachten totdat de speler zich weer meldt.

Het juiste antwoord moet B zijn:  omdat hier mogelijk slechts tijdelijk niet het minimum vereiste aantal spelers beschikbaar is, dient de scheidsrechter te staken en betrokken speler vijf minuten de tijd te geven weer opgelapt te worden. Lukt dat niet, dan besluiten tot definitief staken.

De spelregelvraag van 19 augustus 2011:
De bal wordt bij een aanval op doel geschoten. Een aanvaller, die achter de doellijn naast het doel is gaan staan om zich aan buitenspel te onttrekken, roept nu ‘los’. De doelverdediger reageert hierdoor niet en de bal gaat in het doel. Wat beslist de scheidsrechter?
a. doelpunt afkeuren en hervatten met een indirecte vrije schop + een waarschuwing (gele kaart) voor onsportief gedrag van de aanvaller
b. doelpunt afkeuren en hervatten met een scheidsrechtersbal + een waarschuwing (gele kaart) voor onsportief gedrag van de aanvaller
c. doelpunt afkeuren en hervatten met een indirecte vrije schop wegens buitenspel
d. doelpunt goedkeuren en hervatten met een aftrap na geldig doelpunt

Het juiste antwoord moet B zijn:  De aanvallende partij begaat een overtreding, dus doelpunt afkeuren. De speler staat echter buiten het speelveld, dus het spel hervatten met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was, toen deze speler de overtreding beging. De speler ontvangt een gele kaart wegens onsportief gedrag.

De spelregelvraag van 26 augustus 2011:
Omdat een aanvaller de doelverdediger ongeoorloofd hindert bij het uittrappen van de bal, duwt de doelverdediger de bal in het gezicht van de aanvaller. Wat beslist de scheidsrechter, nadat hij het spel heeft onderbroken?
a. strafschop en wegzenden (rode kaart) doelverdediger
b. directe vrije schop verdedigende partij en wegzenden (rode kaart) doelverdediger
c. indirecte vrije schop verdedigende partij en wegzenden (rode kaart) doelverdediger
d. scheidsrechtersbal en wegzenden (rode kaart) doelverdediger

Het juiste antwoord op de vraag is C:  De eerste overtreding is het hinderen van de doelverdediger en dat dient dus te worden bestraft.

De spelregelvraag van 2 september 2011:
Bij de eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen krijgt de scheidsrechter de mededeling dat er voor aanvang van de wedstrijd een teamfoto wordt gemaakt. Het eerste elftal (het team dat op de foto gaat) speelt in de 2e klasse van de KNVB. De nieuwe sponsor heeft nieuwe tenues laten maken en het thuisspelende team zal hier in spelen. Het nieuwe tenue bestaat uit sokken, een broek en strakke shirts zonder mouwen. Dit alles in de clubkleuren rood en geel. Zal de thuisspelende vereniging in dit tenue mogen aantreden, als ook de uitspelende vereniging aantreedt in de kleuren rood en geel?
a. Ja, de uitspelende vereniging dient zich te kleden in afwijkende kleuren
b. Ja, als de kleurstelling van de tenues voldoende van elkaar afwijkt, hoeft dit geen probleem te zijn
c. Nee, de uitspelende vereniging mag in haar eigen tenue aantreden
d. nee, de nieuwe tenues van de thuisspelende vereniging voldoen niet aan de spelregels met betrekking tot de wedstrijdkleding

Het juiste antwoord is D:  De Handleiding is hier kort over, op pagina 30 staat te lezen: ‘de shirts dienen mouwen te hebben’.

De spelregelvraag van 9 september 2011:
Na afloop van de speeltijd moet de wedstrijd worden verlengd voor het nemen van een strafschop. de bal wordt tegen de lat geschoten, raakt de grond voor de doellijn en belandt via de doelverdediger alsnog in het doel. Wat moet de scheidsrechter beslissen?
a. geldig doelpunt
b. geen doelpunt, strafschop had zijn uitwerking gehad toen de bal tegen de lat kwam
c. geen doelpunt, de strafschop had zijn uitwerking gehad toen de bal de grond raakte voor de doellijn
d. overnemen van de strafschop

Het juiste antwoord op de vraag is A:  Zie spelregelwijzigingen 2011-2012. De strafschop heeft zijn uitwerking niet gehad op het moment dat de bal de grond raakt voor de doellijn.

De spelregelvraag van 16 september 2011:
Een speler bevindt zich op het speelveld nabij de zijlijn en gooit vandaar een kluit modder naar een wisselspeler op de reservebank. Wat beslist de scheidsrechter, nadat hij hiervoor het spel heeft onderbroken?
a. hij stuurt de speler die de overtreding maakte van het speelveld door het tonen van de rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar deze speler stond
b. Hij stuurt de speler die de overtreding maakte van het speelveld door het tonen van de rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats waar de gooiende speler stond
c. Hij stuurt de speler die de overtreding maakte van het speelveld door het tonen van de rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij op de plaats waar de bal was toen hij het spel onderbrak
d. Hij geeft de speler die de overtreding maakte een waarschuwing door het tonen van de gele kaart en hervat het spel met een directe vrije schop op de plaats waar deze speler stond

Het juiste antwoord is C:  Zie handleiding pagina 99/100, een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.

De spelregelvraag van 23 september 2011:
Tijdens een wedstrijd in de winter wil een speler onder zijn korte broek een maillot dragen. aan welke voorwaarden moet het dragen van een maillot voldoen?
a. er zijn geen voorwaarden aan verbonden
b. een maillot mag alleen gedragen worden in de winterperiode
c. de kleur van de maillot moet van dezelfde hoofdkleur zijn als de korte broek
d. de kleur van de maillot moet van dezelfde hoofdkleur zijn als de korte broek en ook alle medespelers moeten dan een maillot dragen

Het juiste antwoord is C:  Zie pagina 21 in het nieuwe spelregelboek. Net als bij de slidingbroek is nu ook de kleur van de maillot opgenomen in de spelregels.

De spelregelvraag van 30 september 2011:
Na het scoren van een doelpunt trekt een speler zijn shirt uit en gooit die in het publiek. De speler draagt echter nog een shirt onder het uitgetrokken shirt, identiek aan het shirt dat hij heeft uitgetrokken, dus inclusief naam en rugnummer. Wat moet de scheidsrechter beslissen?
a. hij vermaant de speler dit niet meer te doen
b. hij toont de speler een gele kaart
c. hij staat dit toe omdat het ondershirt gelijk is het shirt dat is uitgetrokken
d. hij staat dit toe omdat de speler geen reclame, politieke, religieuze of persoonlijke uiting op zijn shirt heeft staan

Het juiste antwoord op de vraag is B:  Zie pagina 76 in het nieuwe spelregelboek. het uittrekken van het shirt of zijn hoofd ermee bedekken is niet toegestaan en dient te worden bestraft met een gele kaart.

De spelregelvraag van 7 oktober 2011:
Tijdens een wedstrijd wordt door partij A een strafschop genomen. De bal wordt tegen de onderkant van de lat geschoten, loopt daarna leeg en ligt in het doelgebied. Wat moet de scheidsrechter beslissen?
a. de scheidsrechter laat de strafschop overnemen met een andere bal
b. de scheidsrechter hervat het spel met een andere bal en een scheidsrechtersbal, op de lijn van het doelgebied, evenwijdig aan de doellijn, het dichtst gelegen bij de plaats waar de kapotte bal lag
c. de scheidsrechter laat het spel hervatten met een andere bal en met een indirecte vrije schop voor partij A, op de lijn van het doelgebied evenwijdig aan de doellijn, het dichtst gelegen bij de plaats waar de kapotte bal lag
d. de scheidsrechter laat het spel hervatten met een andere bal en een indirecte vrije schop voor partij B op een willekeurige plaats in het doelgebied

Het juiste antwoord op de vraag  is B:  Zie pagina 88 in het nieuwe spelregelboek. het moment van constateren dat de bal lek is geraakt is bepalend voor de manier van voortzetting van het spel. Hier raakt de bal lek door aanraking van de lat en is de spelhervatting een scheidsrechtersbal op de lijn van het doelgebied die evenwijdig loopt aan de doellijn het dichtst bij de plaats waar de bal lek raakte. Was de bal al lek geraakt direct nadat de strafschopnemer de bal had aangeraakt, dan had de strafschop overgenomen moeten worden.

De spelregelvraag van 14 oktober 2011:
Een speler die behandeld is voor een blessure, wacht aan de zijlijn om het speelveld te besteden. Vanaf deze plek achter de zijlijn spuwt hij naar een tegenstander die binnen het speelveld loopt. Wat beslist de scheidsrechter als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?
a. hij toont de spuwende speler de rode kaart en hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken
b. hij toont de spuwende speler de rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de plaats waar de tegenstander stond in het veld
c. hij toont de spuwende speler de rode kaart en hervat het spel met een directe vrije schop op de plaats waar de tegenstander stond in het veld
d. hij toont de spuwende speler de gele kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de tegenstander stond in het veld

Het juiste antwoord is C:  de geblesseerde speler blijft behoren tot de actieve spelers van zijn ploeg. Spuwen van buiten naar binnen = direct, op de plaats van het contact (raken).

De spelregelvraag van 21 oktober 2011:
Als een toeschouwer het veld oploopt, wordt hij door een speler hard in het gezicht geslagen. De bal is in het spel. Wat beslist de scheidsrechter?
a. de scheidsrechter fluit af, toont de speler een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop tegen de slaande speler op de plaats van de overtreding
b. de scheidsrechter fluit af, toont de speler een gele kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop tegen de slaande speler op de plaats van de overtreding
c. de scheidsrechter fluit af, toont de speler een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken
d. de scheidsrechter fluit af, toont de speler een gele kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal op de plaats waar werd geslagen

Het juiste antwoord op de vraag is C:  Zie ook pagina 80 in het nieuwe spelregelboek. Ander persoon binnen het speelveld = scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal was.

De spelregelvraag van 28 oktober 2011:
Partij A krijgt buiten het strafschopgebied een vrije schop te nemen. De nemer van de vrije trap wipt de bal omhoog, waarna een medespeler de bal met de knie terugspeelt op zijn doelverdediger. Deze vangt de bal met zijn handen op en schiet de bal ver het speelveld in. Wat zal de scheidsrechter beslissen?
a. hij laat doorspelen
b. de nemer van de vrije schop krijgt een gele kaart wegens onsportief gedrag en de vrije schop wordt overgenomen
c. de nemer van de vrije schop krijgt een gele kaart wegens onsportief gedrag en de tegenpartij krijgt op de plaats waar de vrije schop genomen werd een indirecte vrije schop toegekend
d. de tegenpartij krijgt op de plaats waar de vrije schop werd genomen een indirecte vrije schop toegekend

De vraag leidde tot veel discussie. Het juiste antwoord A:  Zie ook pagina 69 in het nieuwe spelregelboek. De doelman raakt de bal wel met de handen aan, maar de bal is hem niet doelbewust door een medespeler met de voeten toegespeeld. Als een speler een truc toepast om de regel te omzeilen, dan gaat het om de actie van de speler zelf. Daarbij zijn twee mogelijkheden. Ten eerste: de bal is in het spel en de speler wipt de bal met de voet omhoog om de bal vervolgens met het hoofd, borst of knie terug te spelen. Als dit aan de orde is, dient deze speler te worden bestraft met een indirecte vrije schop en de gele kaart wegens onsportief gedrag. Het maakt dan niet uit wat de vervolgactie van de doelverdediger is. Tweede mogelijkheid: de bal is niet in het spel, maar er dient een vrije schop te worden genomen. Als deze speler dan de truc toepast moet hem eveneens geel worden getoond wegens onsportief gedrag, maar dan is de hervatting het overnemen van de vrije scchop.

Maar als er dus een medespeler bij betrokken is, is er geen sprake van onsportief gedrag en kan de scheidsrechter hier ook niets tegen ondernemen.

De spelregelvraag van 4 november 2011:
Een aanvaller schiet de bal op het doel. Een verdediger stopt de bal met de borst. Dit doet hij door de bal met de borst op de doellijn te drukken en hij voorkomt zodoende door op de bal te blijven liggen, dat de tegenstander de bal over de doellijn kan schieten. Hij houdt dit vol, totdat zijn doelverdediger de bal kan oppakken.  Wat moet de scheidsrechter beslissen?
a. strafschop en rode kaart wegens voorkomen van een doelpunt
b. scheidsrechtersbal voor het liggen op de bal
c. indirecte vrije schop voor het niet bespeelbaar houden van de bal en rood voor het om zeep helpen van een duidelijke scoringskans
d. strafschop voor het voorkomen van een doelpunt en een gele kaart voor het onttrekken van de bal aan het spel.

Het juiste antwoord moet C zijn.  Het op de bal liggen dient te worden beschouwd als onsportief gedrag c.q. spelbederf, waarvoor de straf  een indirecte vrije schop is. Omdat hier een duidelijke scoringskans wordt ontnomen, zal als persoonlijke straf de rode kaart getoond moeten worden.

De spelregelvraag van 11 november 2011:
Een doelverdediger loopt zijn strafschopgebied uit om een bal te onderscheppen. Deze is door een tegenstander te hard getrapt, zodat een medespeler van hem tevergeefs achter de bal aanloopt. Als deze ziet dat de doelverdediger de bal gaat pakken, vermindert hij duidelijk vaart, omdat hij de bal niet meer kan bereiken. De doelverdediger glijdt echter uit en valt. Deze raakt in paniek en slaat de bal met de hand buiten het strafschopgebied weg. Vervolgens trapt een medespeler die in de buurt staat de bal weg voor een inkomende aanvaller. Wat moet de scheidsrechter beslissen?
a. hij toont de doelverdediger de rode kaart, want deze mag de bal niet met de hand spelen buiten zijn strafschopgebied
b. hij kent een directe vrije schop toe voor het maken van opzettelijk hands en toont geel voor onsportief gedrag
c. hij geeft een directe vrije schop voor hands en toont de rode kaart voor het voorkomen van een duidelijke scoringskans
d. hij toont de doelverdediger een gele kaart, omdat de handsbal nogal ongelukkig was

Het juiste antwoord is B: De doelman maakt opzettelijk hands en moet daarvoor worden bestraft met een directe vrije schop. Omdat een medespeler in de buurt is, die de bal vervolgens wegtrapt, is er geen sprake van het ontnemen van een duidelijke scoringskans en dient de opzettelijke handsbal bestraft te worden met een gele kaart wegens onsportief gedrag.

De spelregelvraag van 18 november 2011:
Team A neemt tijdens een strafschoppenserie een strafschop. De speler die de strafschop neemt, start zijn aanloop en schiet de bal reglementair op het doel. De doelverdediger stopt de ingeschoten strafschop met zijn arm. De bal stuit voorwaarts weer het veld in. De doelverdediger loopt inmiddels weg en maakt een vreugdedans omdat hij de strafschop heeft gestopt. Maar achter zijn rug stuit de bal door het effect alsnog over de doellijn tussen de palen. Wat moet de scheidsrechter beslissen?
a. hij telt het doelpunt, want de bal is reglementair over de doellijn gegaan. Naar het oordeel van de scheidsrechter had de strafschop pas zijn uitwerking gehad nadat de bal de doellijn overschreed
b. strafschop laten overnemen
c. hij telt het doelpunt niet, omdat de strafschop zijn uitwerking had gehad op het moment dat de bal weer in voorwaartse richting de grond raakte

Het juiste antwoord op de vraag is A: Op grond van de nieuwe uitleg bij bijzondere strafschoppen en strafschoppenseries heeft de strafschop zijn uitwerking niet meer gehad als de bal vóór de doellijn de grond raakte, maar pas als de bal niet meer beweegt, een en ander naar oordeel van de scheidsrechter.

De spelregelvraag van 25 november 2011:
Een aanvaller, die zich geheel aan de linkerzijde van het speelveld bevindt, krijgt de bal toegespeeld. Hij neemt de bal aan en wil deze voorzetten. Een verdediger die buiten het strafschopgebied staat en zich op korte afstand bevindt, springt met gespreide armen en met de rug naar de bal in de baan van de voorzet. Hij krijgt de bal tegen de uitgestoken hand aan en voorkomt dat de bal voor het doel komt, waar een paar teamgenoten klaar staan om de kans af te ronden. Wat moet de scheidsrechter hier doen?
a. hij geeft een directe vrije schop voor opzettelijk hands
b. hij laat doorspelen, want de verdediger speelt de bal niet opzettelijk met de hand
c. hij kent een directe vrije schop toe aan de aanvaller voor het opzettelijk spelen van de bal met de hand en toont de verdediger een gele kaart voor het onderbreken van een veelbelovende aanval
d. hij bestraft de verdediger met een directe vrije schop en toont geen kaart, omdat de handsbal niet opzettelijk is, maar hij blijft wel in balbezit.

Het juiste antwoord moet C zijn: De handsbal wordt als opzettelijk beoordeeld, omdat de verdediger opspringt met gespreide armen. Voor het onderbreken van een veelbelovende aanval dient de overtreder de gele kaart te worden getoond.

De spelregelvraag van 2 december 2011:
In de wedstrijd tussen partij A en partij B begint partij A met slechts 8 spelers. Al vrij snel staat deze ploeg dan ook met 3-0 achter. Twee spelers van partij A verlaten opzettelijk het speelveld. Wat beslist de scheidsrechter nu het totaal aantal spelers van partij A maar 6 meer bedraagt?
a. Hij onderbreekt gelijk het spel
b. Hij past de voordeelregel toe en eindigt de wedstrijd pas als de bal uit het spel is.
c. Hij past alleen de voordeelregel toe indien hij op dat moment al een strafschop heeft toegekend
d. Hij verzoekt de spelers binnen 5 minuten terug te keren.

Het juiste antwoord is B.  Zie ook het nieuwe spelregelboek. In een dergelijk geval moet de scheidsrechter het spel niet hervatten wanneer de bal uit het spel is gegaan en een team niet het vereiste aantal van zeven spelers heeft.

De spelregelvraag van 9 december 2011:
Een wedstrijd moet worden beslist door een strafschoppenserie. Bij deze serie laat de scheidsrechter een strafschop overnemen, omdat er een overtreding was begaan. De aanvoerder van de partij die de strafschop moet nemen, wil nu een andere speler als nemer inzetten. Zal de scheidsrechter dit mogen toestaan?
a. Ja,  zowel de nemer als de doelverdediger mogen nog worden gewisseld
b. Ja, alleen indien beide aanvoerders hiermee akkoord gaan
c. Ja, alleen als nog geen 3 wisselspelers in de wedstrijd zijn gewisseld
d. Neen, de nemer mag niet worden gewisseld

Het juiste antwoord moest D zijn. Zie ook de aanvullende instructies pagina 43: als een strafschop moet worden overgenomen, dan mag zowel de nemer als de doelverdediger een andere speler zijn dan degene die in eerste instantie de strafschop nam of in het doel stond. de nemer mag dit niet bij de strafschoppenserie.

De spelregelvraag van 16 december 2011:
Een elftalleider in het amateurvoetbal is het niet eens met de beslissing van de scheidsrechter. Hij komt nabij de middenlijn het speelveld in en beledigt op grove wijze de scheidsrechter. De scheidsrechter onderbreekt hiervoor het spel. Hoe moet de scheidsrechter nu verder handelen?
a. De scheidsrechter stuurt de elftalleider naar de spelersbank terug en hervat met een scheidsrechtersbal
b. De scheidsrechter stuurt de elftalleider van het veld en hervat met een scheidsrechtersbal
c. De scheidsrechter stuurt de elftalleider van het veld door het tonen van de rode kaart en hervat met een scheidsrechtersbal
d. De scheidsrechter stuurt de elftalleider van het veld door het tonen van de rode kaart en hetvat met een indirecte vrije schop op de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter het spel onderbrak

Het juiste antwoord moest C zijn. Zie ook het KNVB-bewaarnummer, bestuursbesluit gele en rode kaarten: binnen het amateurvoetbal kunnen scheidsrechters gele en rode kaarten geven aan personen die op de bank mogen zitten. Dit geldt dus voor zowel wisselspelers als niet-spelers (trainers, verzorgers, elftalleiders et cetera).  

De spelregelvraag van 23 december 2011:
Een verdediger komt in zijn doelgebied ten val, terwijl er een aanvaller heel dicht in de buurt is. Deze aanvaller wil nu de bal in het doel werken, maar de verdediger die op de grond ligt,  weet de bal nog net doelbewust naar zijn doelverdediger te spelen, die de bal binnen zijn doelgebied in zijn handen neemt. Wat beslist de scheidsrechter als de verdediger de bal met zijn hoofd terugspeelde ?
A. De scheidsrechter zal het spel onderbreken en een indirecte vrije schop toekennen op de lijn van het doelgebied.
B.  De scheidsrechter zal het spel onderbreken, de verdediger een gele kaart tonen en het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de doelverdediger de bal in zijn handen nam.
C. De scheidsrechter zal het spel onderbreken, de verdediger een rode kaart tonen en het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de verdediger de bal met zijn hoofd speelde.
D. De scheidsrechter laat gewoon doorspelen.

Het juiste antwoord moest C zijn. Het betreft hier het ontnemen van een doelrijpe kans, die teniet wordt gedaan door een overtreding van de verdediger. Hiervoor dient de rode kaart te worden getoond. De verdediger maakt zich schuldig aan gevaarlijk spel, waarvoor als spelhervatting een indirecte vrije schop geldt.  

De spelregelvraag van 30 december 2011:
Omdat het erg warm is heeft team A besloten de wedstrijd te spelen in een mouwloos tenue. Er is voldoende onderscheid ten opzichte van ploeg B en scheidsrechter en assistent-scheidsrechters. Moet de scheidsrechter hier tegen optreden?
A. Nee,  spelen zonder shirt is verboden, doch een shirt zonder mouwen is geen probleem
B. Nee,  aan de vorm van de shirts zijn geen voorschriften verbonden.
C. Nee,  men voldoet aan de eisen m.b.t. shirt, broek, kousen et cetera.
D. Ja,  shirts zonder mouwen zijn niet toegestaan.

Het juiste antwoord is D: Zie pagina 21 van het spelregelboek. Bij de standaard uitrusting behoort een shirt met mouwen.