Tijd voor een nieuwe spelregelvraag van de week. Eerst het antwoord op de vraag van vorige week, dat had C moeten zijn: zie regel 12, pagina 46. De scheidsrechter heeft de bevoegdheid om disciplinaire maatregelen te nemen vanaf het moment dat hij voor de wedstrijd het veld betreedt om het speelveld te controleren tot het moment dat hij het speelveld verlaat na het einde van de wedstrijd (inclusief de strafschoppenserie). Als een speler, voordat hij het speelveld betreedt aan het begin van de wedstrijd, een overtreding begaat die met een veldverwijdering moet worden bestraft, dan heeft de scheidsrechter de bevoegdheid om de speler deelname aan de wedstrijd te ontzeggen (zie Regel 3); de scheidsrechter zal enig ander onbehoorlijk gedrag rapporteren.    

Wil je alle eerdere wekelijkse spelregelvragen (en de antwoorden) teruglezen? Klik dan hier.

Doe ook mee aan het Johan Roeders spelregelkampioenschap 2016-2017!

Spelregelvraag van de week (23 september 2016):

Een tegenstander hindert de inwerper bij het ingooien. De inworp wordt wel genomen, maar komt niet terecht bij degene voor wie de inworp was bedoeld. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. De tegenstander een waarschuwing geven door het tonen van de gele kaart en de inworp laten overnemen.

B. De tegenstander een waarschuwing geven door het tonen van de gele kaart en de tegenpartij laten inwerpen.

C. De tegenstander een waarschuwing geven door het tonen van de gele kaart en een indirecte vrije schop toekennen.

D. Het spel onderbreken en hervatten met een indirecte vrije schop.

Wat is volgens jou het juiste antwoord? Laat het onderstaand d.m.v. een reactie weten!