Tijd voor een nieuwe spelregelvraag van de week, de 410e alweer. Het antwoord op de vorige vraag had C moeten zijn: Zie het overzichtje van overtredingen binnen en buiten het speelveld – februari 2018 onder 3. De bal is in het spel en een wisselspeler begaat buiten het speelveld een overtreding tegenover een wedstrijdofficial, dan volgt er een vrije schop op de zijlijn het dichtst bij de plaats  waar de overtreding plaatsvond. De persoonlijke straf voor het spuwen (de meest smerige overtreding) is het tonen van de rode kaart.

Wil je alle eerdere vragen + antwoorden teruglezen? Klik hier.

Spelregelvraag van de week (25 mei 2018):

Een speler plaatst zichzelf tussen een tegenstander en de bal. De bal is niet binnen speelbereik en de speler tracht op deze wijze de tegenstander op correcte wijze van de bal te houden. Hij maakt bij deze actie wel contact met zijn tegenstander. Wat moet de scheidsrechter hier beslissen?

A. Hij laat doorspelen, want hij mag op deze wijze verhinderen dat de tegenstander de bal kan spelen.

B. Hij kent een indirecte vrije schop toe voor het op onreglementaire wijze de tegenstander te belemmeren de bal te spelen.

C. Hij kent een directe vrije schop toe, omdat hier sprake is van een overtreding die gepaard gaat met contact en dan wordt deze bestraft met een directe vrije schop of strafschop

D. Hij laat doorspelen, want lichamelijk contact is ook geoorloofd bij het belemmeren van de tegenstander om de bal te spelen ook al is deze niet binnen speelbereik.

Laat onderstaand het juiste antwoord weten.